Uit het hart!
(1874)–Gentil Antheunis– Auteursrechtvrij
[pagina 178]
| |
[pagina 179]
| |
En 't mollige gras is nat van dauw.
Dan loopt ze grazen en eet zich moe,
Hoe! hoe!
Gelukkige bontekoe.
Hoe! hoe!
Wat is ons bontekoe,
Hei! hei!
Toch wèl in de wei.
Des middags, al blaakt en brandt de zon,
Daar onder een boom, nabij de bron,
Daar ligt zij nu op haren disch,
De groene weide, zoo koel en frisch;
Herkauwt met half haar oogen toe.
Hoe! hoe!
Gelukkige bontekoe.
Hoe! hoe!
Wat is ons bontekoe,
Hei! hei!
Toch wèl in de wei!
| |
[pagina 180]
| |
Als 's avonds de zon aan 't westen duikt,
Het nestje zwijgt, de bloem zich luikt;
Met de eemers blank dan komt de meid
En melkt, terwijl zij zingt en vleit,
Den uier gezwollen tot barstens toe.
Hoe! hoe!
Gelukkige bontekoe.
|
|