Uit het hart!
(1874)–Gentil Antheunis– Auteursrechtvrij
[pagina 20]
| |
TyrolerliedGa naar voetnoot(*)Ik vluchte mijn leger, mijn vreedzame dakje;
'k heb hond noch geweer, door de nacht loop ik heen,
Mijn boezem doorwoelt eene knagende smarte,
En waar ik ook vluchte, zij volgt mijne schreên.
Voor mij geene ruste,
Geen hoop in 't verschiet;
Want zij die ik beminne
Bemint mij toch niet.
| |
[pagina 21]
| |
Hier eenzaam gezeten op 't hoogste der bergen,
Op rotsen zoo woest, dat geen wild ze betreedt;
Hier zing ik mijn leed den onpeilbaren afgrond,
Den spraakloozen nacht zing ik 't grievende leed.
De diepte en het duister
Aanhooren mijn lied;
Maar zij, voor wie ik zinge,
Zij luistert toch niet.
Daar klimt uit de diepte een geheimvol gefluister:
‘Wat baat u het leven? Kom, rust in mijn schoot.
En zij die gevoelloos uw jeugd zag verkwijnen,
Zoekt morgen met angst en beweent uwen dood.’
Heel 't dorp zou mij zoeken
Met klemmend verdriet;
Maar zij, voor wie ik stierve,
Zij kwame toch niet.
|
|