Gij moest hem eens zien spelen met zijne broertjes en met zijn zusje, dan zoudt gij ook wel gaarne mede spelen.
Hij knort nooit. Als zij hem om eenig speelgoed verzoeken, en als zij het hebben mogen, dan geeft hij het hun ook, en dan spelen zij zamen.
Hendrik denkt, ik ben de oudste, en behoor ook de wijsste te zijn.