Blancquaert, E.
Blancquaert, Edgard * 20 juni 1894 Opdorp; † 29 september 1964 Mariakerke,
taalkundige (germanist), foneticus en dialectoloog, politicus, bestuurder en organisator,
grondlegger van de Reeks Nederlandse Dialectatlassen (RND), auteur van de Practische
uitspraakleer der Nederlandsche taal. (1934, achtste druk 1969).
Blancquaert stamt uit een links onderwijzersmilieu, zijn beide ouders waren werkzaam in het
basisonderwijs. Hij bezocht de gemeenteschool van Opdorp en volgde middelbaar onderwijs
aan het Koninklijk Atheneum te Mechelen. In 1912 begon hij zijn studie Germaanse filologie
aan de Gentse Universiteit. Hij meldde zich vrijwillig voor deelname aan de oorlog en in
1915 trok hij als sergeant naar het front. Eén jaar later ging hij als onderluitenant naar Kongo,
vanwaar hij in 1918 om gezondheidsredenen terugkeerde, in de rang van eerste luitenant.
Zijn ziekteverlof benutte hij om in Londen fonetiek te studeren bij Daniel Jones en Harold
Palmer; in september 1918 legde hij in Le Havre zijn eerste doctoraat af. Na de oorlog, in
1919, zette hij zijn studie voort aan de Vrije Universiteit te Brussel, waar hij nog in hetzelfde
jaar promoveerde op het proefschrift over de taal van zijn geboortedorp: Het Opdorpsche
Dialect. In 1920 werd hij leraar aan het Koninklijk Atheneum te Gent en in het studiejaar
1921-22 stelde een beurs van de Universitaire stichting hem in staat in Parijs aan de
Sorbonne te gaan studeren bij Dauzat, Algemene Taalwetenschap en Gilliéron, Dialectologie.
In 1925 volgde zijn benoeming tot docent en in 1927 tot hoogleraar aan de Gentse
Universiteit, van 1944 tot 1947 was hij rector en in 1952 beheerder-inspecteur, vervolgens
regeringscommissaris. Blancquaert is in 1939 enige maanden minister van openbaar
onderwijs geweest. Hij was lid van tal van geleerde gezelschappen en betrokken bij vele
ondernemingen: WNT, Belgisch-Nederlandse Spellingcommissie, vertaling van de Belgische
wetboeken, Commissie voor Toponymie en Dialectologie; hij nam het initiatief tot het
Belgisch interuniversitair Centrum voor Neerlandistiek, dat talrijke kostbare uitgaven
mogelijk maakte.