In Januari 1922 was Briand door Poincaré ten val gebracht. Na de mislukking der pogingen van de Herstelcommissie, besloot men op zijn aandringen tot de Roerbezetting in Januari 1923; Duitschland stelt voor 30 miljard te betalen door internationale leeningen, loopend van Juli 1924 tot Juli 1931 doch mits ontruiming van de Roer.
Toen kwam (15 April 1924) het zgn. Dawes-Rapport, een betalingschema voorstellende, ter waarde van 40 à 45 miljard. De fransche socialist Léon Blum beweerde dat deze waarde slechts 30 miljard goudfrank zou beloopen.
Het is waarlijk een vreeselijke val: van 269 miljard goudmark in 1919 tot 30 miljard goudfrank in 1924.
De heeren te Versailles wisten natuurlijk, dat er van 269 miljard nooit sprake kon zijn, - maar hoofdzaak was: de moed er in houden bij de gefopte bevolkingen!
Gezien van zekeren afstand konden wij, bannelingen, beter een gedacht vormen van den waarschijnlijken val van den belgischen frank, dan de menschen in Vlaanderen en ik persoonlijk b.v. heb in dien tijd mijn overschotje aan geld (in belgische frank in een bahkhuis bewaard) in guldens omgezet.
Met een enkel woord gewaagde ik hierboven over de kwestie der vervlaamsching van Gent: het Antwerpsche ‘Vlaamsche Front’ belegde op 1 Maart een groote Meeting en, in bijna elke stad van eenig belang, grepen volksvergaderingen over dit punt plaats.
Er waren drie voorstellen in de Kamers neergelegd: dit van de minimalisten voor trapsgewijze vervlaamsching en een van de groep Meysmans tot stichting van eene nieuwe Vlaamsche Universiteit te Antwerpen.
Dr A. Van de Perre, nieuwe Voorzitter van 't heringerichte Hoogeschoolcomiteit, scheen vrede te nemen met het Meysmans-ontwerp, de tegenstand was echter zoo heftig, dat hij moest aftreden.
Op 21 Mei greep een nieuwe reuzenmeeting plaats in het ‘Rubenspaleis’ te Antwerpen, en ik denk nog steeds met genoegen terug aan de ‘pint goed bloed’ die ik mij gelachen heb, toen ik in de bladen las hoe senator Weyler, die het waarachtig gewaagd had, plaats te nemen op het verhoog, zoo aanhoudend door mijn goeie Sinjoren werd uitgefloten, dat hij zweetend en hijgend de plaat moest poetsen!
Er heerschte een vinnig vlaamsch verzet:
Onder den naam van zijn vrouw, liet de gekerkerde Jef