| |
Twintig jaar... en een buil! Herman Van den Reeck vermoord! Het geheim militair accoord
De Vl. Nationalisten begonnen zich gelukkig ook economisch in te richten, en mijn ‘Volksopbeurders’-hart was verblijd, toen ik - slag op slag - tot stand zag komen: de Verzekeringsmaatschappij ‘Mercator’ te Mechelen, de ‘Handelsbank’ te Gent, en de ‘Scheldebank’ te Antwerpen.
Van Cauwelaert-zelf kreeg ‘nationalistische’ bevliegingen. Hij die geschreven had, dat het Vlaamsche Volk niet verdrukt was, maar wel ziek, liet in ‘De Standaard’ van 29 April, een hoofdartikel verschijnen, waaruit onderstaande brok:
| |
| |
‘- Nergens kan de Vlaamsche strijd zoo zuiver worden gesteld als op het terrein der gemeentelijke en provinciale politiek. Daar komen geen Waalsche landgenooten tot medezeggenschap in onze aangelegenheden; daarbij kan geen rechtsverkrachting gebeuren door een verbond van Wallonië met de Franskiljons tegen Vlaanderen!
Op het gebied van gemeente en provincie hebben wij Zelfbestuur en het hangt van ons af, dat Vlaamschgezinden alléén beslissen over de eigen belangen, zonder welke vreemde inmenging ook. De kuisch der Stadhuizen is de naaste taak in Vlaanderen.
En zeggen, dat dezelfde Van Cauwelaert als latere burgemeester in het Vl. Antwerpen, de tweetaligheid op doeltreffende wijze in de hand werkte...
Intusschen maar steeds nieuwe veroordeelingen bij verstek: Prof. Willem De Vreese. Dr René De Clercq. Mr Alf. Van Roy. Mr H. Planquaert. Dr A. Depla, Dr A. Martens Ing. Mommaerts, J. Haller von Ziegesar, A. Faingnaert, Richard De Cneudt. Steven Prenau, allen ter dood; Prof. de Keersmaecker, A. Vlamynck levenslang, L. Maesfranckx tot 20 jaar dwangarbeid.
Maar wat ik al lang voorzien had, ging zich ook nu verwezenlijken: de vertegenwoordiger van het Ministerie van Geldwezen vorderde en bekwam als burgerlijke partij, een solidaire schadevergoeding aan den Staat, ten bedrage van 300.000 frank! Sedert Napoleon's tijd, was de verbeurdverklaring van goederen al afgeschaft, als onmenschelijk en treffend méér de naastbestaanden van den veroordeelde dan dezen zelf. De belgische Alva's hadden er thans wat nieuws op gevonden, om de Activisten zoo stoffelijk te knakken.
Ik wenschte mijzelf geluk, dat ik goddank mijn bezit, in welke ongunstige voorwaarden dan ook - toch aan deze grijpgieren tijdig onttrokken had.
In de eerst volgende dagen nog drie doodvonnissen: Leo Meert, Prof. Josué de Decker en Ach. Brijs. De reeks zou niet voltooid zijn, vooraleer er een totaal was van:
45 terdood veroordeelingen.
11 voor levenslang.
20 tot 20 jaar.
16 tot 15 jaar.
65 tot minder straffen.
Antwoord van wege de Vlaamsch-Nationalisten:
Nieuwe bladen ‘Vlaanderen’ (Amsterdam) ‘De Stormram’ de ‘Vlaamsche Week’ Antwerpen.
| |
| |
De ‘Frontpartij’ van Antwerpen koopt de gekende groote feestzaal ‘El Bardo’ aan, met Tooneelzaal en twee aanpalende huizen. Dàt wordt nu het hol, van den Vlaamschen Vos-Reinaerde! Het lokaal werd dan ook omgedoopt in ‘Malpertuus’.
Mijne beurt zou thans ook weldra aanbreken, om door Moeder Justicia liefdelijk bedacht te worden. Den 30n Mei werd te Brussel op order van rechter Gombault een bevel ‘om zich terug te vertoonen’ uitgevaardigd voor de groep Angermille, Borremans, De Ruyter, Jacques, Pacilly, Peerenboom en Ursi. Afschrift daarvan werd aangeplakt aan de deur mijner laatste officieele woning te Antwerpen, 17, Van Maerlantstraat en te Brussel werd de tekst 's Zondags ‘afgekondigd door hoorn- en trommelgeschal.’
Sedert 23 April waren wij gedaagd geworden om te verschijnen voor de Raadskamer van eersten aanleg te Brussel, onder de bombastige beschuldiging van ‘aanslag welke voor doel had den regeeringsvorm te veranderen; - ... tot de bevordering der wapenen van den vijand te hebben medegewerkt door de getrouwheid der officieren, soldaten, matrozen en andere burgers aan 't wankelen te brengen of gepoogd te hebben ze aan 't wankelen te brengen; - met kwaad opzet 's vijands politiek of plannen in de hand te hebben gewerkt.’
Alleen L. Peerenboom verscheen op den gestelden Zaterdag, 19 Juni, voor het Assisenhof te Brussel en zijn geval werd dus van het onze gescheiden: hijzelf werd ter plaatse in hechtenis genomen.
's Zondags had ik de gewoonte iets langer te bed te blijven, om op te knappen van mijn vroege reizen de gansche week door en alhoewel ik op eene mansarde sliep, onder de hanebalken, (de zolder was bij middel van gordijnen verdeeld in slaapvertrekken voor de kinderen) rustte ik zalig als een prins.
Dien Zondag, 20n, om 9 uur, kwam mijn dochtertje Roza naar boven gesneld, met ‘De Maasbode’ in hare hand:
‘Vader! twintig jaar’...
Uit mijn sluimer opgeschrikt, sprong ik recht, met het pijnljike gevolg, dat mijn hoofd zeer onzacht beukte tegen een lage dwarsbalk en ik ‘parmentelijk’ een dikke buil voelde zwellen...
Twintig jaar... en eene buil!
| |
| |
Laat ik rechtuit bekennen, dat de 2de op dit oogenlijk het meeste effekt op mij maakte.
Toen ik, in de mij toegezonden ‘Nieuwe Gazet’ van 21 Juni las, dat ik ‘van in den beginne een voorname rol speel-’ in het Activisme, dan scheen mij 20 jaar opsluiting te ‘goedkoop’ en was ik waarachtig verstoord!
‘Het Laatste Nieuws’ berichtte nader onder titel ‘Zaak Angermille en konsoorten’ dat wij met zijn zessen daarenboven 200.000 frank schadevergoeding aan den Staat te betalen hadden! Zegge 2 miljoen van het huidige geld!
Voor mijn paart, dacht ik daar gerust te kunnen in wezen: immers, mijne huizen en meubelen had ik tijdig te geld gemaakt. Toch rekende ik nog zonder den waard, want toen mijn half-broeder Jozef, een paar jaar later overleed, viel mijn erfenisdeel in de klauwen van de grijpgieren!
Maar langs een anderen kant, had ik nog een meevallertje. Ik had namelijk in de eerste jaren van mijn huwelijk een levensverzekering afgesloten met eene Amerikaansche Maatschappij, wier zaken, na de Wapenstilstand, door eene belgische Compagnie werden overgenomen. Ook hier dreigde dus weer een confiscatie. Weliswaar had ik, gedurende de oorlogsjaren een geldleening op deze ‘polis’ aangegaan, doch er bleef nog heel wat over.
Bij het onderteekenen dezer verzekering had ik een Vlaamsche polis geëischt, en daar in deze Amerikaansche organisatie gansch Belgie bij de ‘latijnsche’ landen ingedeeld was, had ik slechts een Hollandsche polis kunnen verkrijgen met stamnummer bij het Hoofdbureau te Amsterdam. Deze omstandigheid keerde nu tot mijn, voordeel, want in plaats van te Brussel het groote gevaar te loopen, mijn geld te zien in beslag nemen, wendde ik mij thans tot Amsterdam en kon, tegen betrekkelijk gunstige voorwaarden, ‘resilieeren’ en een nieuwe assurantie afsluiten bij eene soliede Nederlandsche Maatschappij.
Dit zal wel de eenige maal in mijn leven geweest zijn, dat mijne koppige Vlaamschgezindheid mij geldelijk voordeel heeft gebracht.
Zedelijk des te meer, al was het maar alleen het feit, dat mijne kinderen, gedurende onze ballingsjaren, genoten hebben van het hoogstaand N.-Nederlandsch onderwijs: de meisjes tot en met M.U.L.O. (Meer Uitgebreid Lager Onderwijs); mij- | |
| |
ne twee oudste zonen inclusief de H.B.S. (Hoogere Burgerschool).
In Vlaanderen zat er buskruid in de lucht. De aanhoudend weerklinkende eisch van de vervlaamsching der Gentsche Universiteit, had voor gevolg dat de Hoogeschoolcommissie werd heringericht, met Dr Van de Perre en Aug. Vermeylen als voorzitters.
De Beulemansen van Brussel, na een eerste maal, op 5 Juni, uit hun Meeting in de Beurs te zijn geranseld, richtten den 19n nogmaals een bijeenkomst in, om tegen de vervlaamsching te protesteeren, onder zulke machtige politiebescherming ditmaal, dat er voor de flaminganten geen ander middel meer overschoot, dan de ruiten in te gooien... en op zijn ‘Uilenspiegelsch’ een fransch bladje aan den ingang der ‘Patria’-zaal te verkoopen, met name ‘Le Rire jaune’ dat de gretige franskiljonsche koopers later ‘groen’ deed lachen, daar het enkel harde waarheden aan hun adres bevatte.
Al meer en meer werd de belgische buitenlandsche politiek gericht op een samenkoppeling met Frankrijk en een militair verbond met ‘la grande nation’ voorbereid. Gansch de Vlaamsche pers verzette zich ten heftigste. Minister Renkin trad af...
Een ongehoord feit kwam intusschen nog eens te meer de onmenschelijke behandeling onzer Vlaamsche jongens gedurende den oorlog onderstrepen Het was den 8n Juni geschied, tijdens het geding Dosfel, waar Generaal Drubbel, volgens verslag in ‘Ons Vaderland’ de volgende getuigenis aflegde:
‘Ik vernam dat een bataillon geweigerd had te werken. Toen snapte ik den leider. Het was een echte volkstribuun. Ik wilde het bataillon naar eene strafkompagnie zenden, maar werd niet aanhoord. Het hoofd van dit bataillon was nochtans een mijner beste officieren. - niettegenstaande alles bleef het verzet beperkt bij eenige drijvers en het laatste offensief bewees hoe schitterend de aanvalskracht mijner divisie was gebleken (75 t.h. Vlamingen).
Dan nam ik mijn weerwraak. De regimenten waar het meest vaandelvluchtigen waren geweest, werden in het heetste vuur gestuurd en verloren veel man. De oneer was uitgewischt in het bloed.’
Bij deze monsterachtige verklaring ging er een rilling door het Vlaamsche land...
Het was in zulke geestesgesteldheid, dat de Sporendag naderde.
| |
| |
Gansch het Vlamsche Land, en wij in Nederland niet minder, hielden het oog gericht op Antwerpen, onze hechtste burcht.
Reeds den 7n Juli, bleek dat Burgemeester Jean De Vos, ongetwijfeld op een wenk van hoogerhand, alles doen zou om een grootsche straatbetoging te verijdelen: hij verbood alle samenscholingen van meer dan 10 personen op 11 Juli, en als lapzalf bood hij eene stadssubsidie aan, om een Sporenfeest in de ‘Vlaamsche Opera’ in te richten.
Het gemengd Comiteit weigerde deze toelage bij brief van 8n Juli; Jean De Vos liet op 10 Juli, het verbod uitplakken...
De bannelingen staken de koppen bijeen. Zouden de Sinjoren zich laten ringelooren? Niet mogelijk
Wij zouden niet lang in de onzekerheid blijven.
Reeds tijdens het Sporenfeest van de uitgewekenen, hetwelk dit jaar gehouden werd in de groote Rotonde-zaal van den Haagschen Dierentuin, onder voorzitterschap van Flor. Heuvelmans, kwam na het verzorgde kunstgedeelte en de toespraken door René de Clercq, P.W. de Coninck, en kapitein Oudendijk, de eigenlijke ‘clou’ namelijk een telegram van het ‘Vlaamsche Front’ uit Antwerpen, luidend:
Feestzitting Schouwburg Eldorado en Wesembeke. Franskiljonsche junkers willen uiting Vlaamsche gedachte onderdrukken. Desniettegenstaande zal betooging doorgaan. Intusschen zenden 3000 Vlaamsche Nationalisten hartelijken broedergroet aan Vlamingen, Nederlanders en Zuidafrikanen in Den Haag vereenigd. Heil Dietsche Stam.
Herman Van Puymbrouck.
Toen volgden de kranten uit Vlaanderen; vooral ‘De Schelde’ gaf een prachtig verslag en geestdriftige beschouwingen.
De stoet gevormd op de Turnhoutsche Baan te Borgerhout, had deze voorstad doorkruist... maar een aanzienlijk gedeelte week af, langs de Zendelingenstr. naar Antwerpsch grondgebied en kwam na een eerste ontmoeting met de politie, - op de Groote Markt.
Er werd verteld, dat denzelfden morgen, de Burgemeester, lijdend aan buikloop, op zijn villa te Kappellen gebleven was.
Plots zag men Schepen Strauss, ter plaatse loopen, vergezeld van Generaal Mahieu... bevel weerklonk de Vlaamsche vlaggen af te nemen. Vijftien, twintig revolverschoten knalden, en als de Groote Markt ontruimd was, lag daar een jeug- | |
| |
dig Vlaamsch student te zieltogen in zijn bloed: Herman Van den Reeck, verraderlijk neergeschoten, bij de verdediging van een meisjesvaandel.
In den namiddag kwam het nog tot relletjes op de Meir, met bereden gendarmen en een halve kompagnie soldaten.
Tegen den avond, werd met verbazing opgemerkt, dat waaghalzen op de spits van, O.L.V. Toren de Leeuwenvlag hadden geheschen, waar zij, ongenaakbaar uren lang bleef wapperen, tot woede der stadhuismannen, maar tot vreugd en trots van de Antwerpenaren!
Zoo verliep deze historische 11 Julidag
Raf. Verhulst mocht naar waarheid dichten:
‘Sinjorenbloed is hooggeboren!’
's Maandags bezweek Herman Van den Reeck aan de kogel-wonde in de rechter long.
Meetings grepen alom plaats: duizenden toehoorders gingen daarna betoogen voor de gevangenis der Begijnenstraat, ten voordeele van de politieke gekerkerden.
Op Zaterdag 17 Juli, werd de jonge Vlaamsche martelaar ten grave gebracht, - zooals geen Koning ooit begeleid, - door een onafzienbaren stoet ingetogen, bewuste strijders.
Telken jaren brengen de Fronters steeds nog pieteitvol hulde bij 't grafgedenkteeken, den jeugdigen held door zijn dankbaar volk gewijd en een bloeiende Volksuniversiteit, te Antwerpen, vereeuwigt den duurbaren naam van Herman Van den Reeck!
Tijdens een stormachtige vergadering van den Antwerpschen Gemeenteraad, werd Jean De Vos zijn verbod ten strengste aangerekend, en men kan zeggen, dat zijn aftreden van dan af bezegeld was.
In die zelfde zitting werd een motie voor de spoedige vernederlandsching van Gent aangenomen, met 20 stemmen tegen 1 (de Waal de Gueldre) en 3 onthoudingen (De Vos, Strauss, Baelde).
Toch nog steeds weigerden de franskiljons de teekenen des tijds te herkennen.
Kardinaal Mercier verbood in 't bisdom Mechelen, aan de priesters, als ‘Sum gravi’ (nieuwe doodzonde) ‘Ons Vaderland’ te ontvangen, te lezen of te ondersteunen.
In de Kamers vond men geen tijd om al de mooie beloften van 1919 in te lossen; het zgn. ‘nationaal’ Ministerie was er slechts op bedacht, zich cultureel, economisch en militair
| |
| |
aan Frankrijk te verbinden. Oorlogswoekeraars vonden overal gehoor en voerden den hoogen toon: de waarde der roerende goederen in Belgie bedroeg 12 miljard méér dan in 1914, volgens den ‘Moniteur des Intérêts matériels’ en Staatsminister Louis Bertrand schatte de onroerende goederen op 20 à 25 miljard hooger dan voor den oorlog.
Voor de oud-soldaten echter was er niemendal of zoo goed als niets. De misnoegdheid was zoo hoog gestegen, dat op 29 Juli talrijke oud-sitrijders de parlementsgebouwen, tijdens een zitting binnendrongen, hun Vlaamsche V.O.S.-vlaggen van het balcon lieten wapperen en met de harde vuisten op de schrijftafels der volks (?) vertegenwoordigers gingen beuken...
Hun leider Dr. Verduyn werd aangehouden; aangesloten hoofdmannen van F.N.C. (Fédération natioale des Combattants) liet men echter met vreê.
Maar om de schaal in evenwicht te houden, werden in ‘globo’ nog 31 Profesoren van de Vl. Hoogeschool veroordeeld.
En... Vlaanderen, dat toch het langst en het meest van den oorlog had geleden, kreeg als schadeloosstelling toegezegd, totaal fr. 331.209.000.- terwijl Wallonië strijken ging met... de som van fr. 729.383.000,- zegge zeventig millioen meer dan het dubbele.
Hoe gunstig steekt daarbij af, het volgende geval: (er zijn er meer in dien aard, doch onbekend.)
Mevrouw Leo Meert had in Augustus eene ernstige heelkundige operatie moeten ondergaan. Toen, na gelukkigen afloop, heer Meert de rekening vereffende met den Haagschen chirurg, Dr H. Maasland, stond deze edelmoedig 5000 gulden af, ten bate van den Vlaamschen strijd. Dit bedrag werd aan ‘Ons Vaderland’ geschonken!
Nu weer de ‘belgische’ keerzijde der medalje:
Een taalwetje wordt afgedwongen - natuurlijk zonder eenige sanctie - op het administratief gebruik van het Nederlandsch in Vlaanderen. Het was een achteruitging op heel de lijn, van wat de Activisten hadden tot stand gebracht, en wat vanzelfsprekend werd afgebroken.
In vergelding was het maar een magere troost te vernemen, dat Paul Hymans, na zijne mislukking in zake annexatie van Nederlandsch grondgebied en na zijn fiasco bij Wilson en Lloyd George, de portefeuille van Buitenlandsche Zaken moest afstaan.
| |
| |
Een ‘persoon’ verdween voorloopig van het tooneel: het ‘stelsel’ duurde voort...
Duidelijk kwam dit nogmaals aan den dag toen bekend werd, dat op 13 September de belgische ambassadeur (!) bij Clemenceau te Parijs een brief bracht, behelzende de goedkeuring zijner Regeering op het militaire verbond, onderteekend op 7 September, tusschen Maarschalk Foch voor Frankrijk en Generaal Maglinse voor België.
De zoo fel bestreden geheime overeenkomst, was dan toch een werkelijkheid geworden, dank ook de weifelende en wankele houding der ‘Vlaamsch-Verbonders’ die toegegeven hadden ten slotte, mits de verzekering, dat het enkel een ‘defensief’ bondgenootschap was...
De geheime diplomatie was afgeschaft, - waarom dan zoo angstvallig den tekst der ‘schikking’ verstopt gehouden? In ‘Le Soir’ van 12 December 1922, kwam later de bekentenis, dat ‘de tekst van de overeenkomst nooit bij den Volkenbond neergelegd werd, om - naar den eisch, - geregistreerd te worden’.
Sedert, zijn tal van onthullingen en uitvoeringen van strategische werken komen bewijzen, dat wij wezenlijk met handen en voeten aan het oorlogszuchtige, het kinderarme, Frankrijk overgeleverd werden!
|
|