Een vriend voor het leven gewonnen.
De ontevredenheid van Admiraal de Ruijter over Cornelis Tromp, was reeds lang door hem vergeten, en daarom betreurde hij het ten zeerste, dat de Staten de benoeming van Tromp tot Luitenant-Admiraal der vloot hadden ingetrokken, doordien de een zoowel als den ander had te kennen gegeven: dat zij niet onder elkander konden dienen.
Prins Willem III dit vernemende, had beide zeehelden bij zich in het hoofdkwartier aan den Uithoorn doen ontbieden. De Ruijter bij den Prins toegelaten werd door dezen zeer hartelijk ontvangen. Na de gewone plichtplegingen zeide de Prins tot hem: ‘Wij hebben een dapperen zeevoogd in onzen Luitenant-Admiraal van Gendt, verloren, Bestevaêr. Zeg mij nu eens gulweg, of gij diens plaats gaarne door onzen Tromp zoudt ingenomen zien!’ ‘Uw Hoogheid’ luidde hierop het rondborstig antwoord, ‘ik ben verzekerd dat Tromp zich den lande zeer verdienstelijk zal maken, indien hem het opperbevel der vloot worde opgedragen, omdat hij niet geneigd schijnt onder iemands bevelen te staan.’ ‘Hoor eens, Admiraal, ik acht het noodig dit door Tromp zelven bevestigd te zien; zoudt gij geneigd zijn u met hem te verzoenen?’ ‘Zeer zeker, Hoogheid,’ luidde het antwoord, ‘vergeven is des Christesplicht.’ Bij dit gezegde werd er een zijdeur geopend en de kloeke gestalte van Tromp vertoont zich op den drempel. Rustig en kalm treedt hij den Admiraal nader, en dezen de hand biedend, zegt hij: ‘Admiraal, het verheugt mij u zoo hartelijk te zien;’ waarop de Ruijter hem omarmend, antwoordde: ‘Vergeef het mij, Tromp, wat mij vroeger in drift is ontvallen.’ De Prins hierop nader tredende, zeide: ‘Dat is braaf gesproken, admiraal en gij mijnheer Tromp, zeg mij nu eens rondweg, of gij geneigd zoudt zijn uw vroegeren rang op de vloot te hernemen?’ ‘Hoogheid,’ antwoordde Tromp, ‘als mijn vriend de Ruijter mij onder hem dulden wil, zal hij niemand op de geheele vloot aantreffen, die hem gehoorzamer zal zijn, dan ik!’
Op deze wijze was het den Prins gelukt, eene verzoening te bewerken, tusschen de twee grootste zeehelden hunner eeuw.