zo goed konden dansen. Ze sprongen en hinkten door elkaar heen, ze dansten in een kring, ze dansten in een vierkant, ze dansten in rijen en ze dansten maar raak - en ze lachten en babbelden en waren verschrikkelijk vrolijk. Het orkestje, dat speciaal voor het bal gehuurd was, speelde en toeterde en blies uit alle macht. Het was een prachtig bal.
Maar plotseling riep één van de wegwijzers:
‘En nu wil ik een wals. Wanneer je een wals danst, dan draai je steeds maar in de rondte en dan word je zo lekker duizelig. Ik wil een wals.’
De oudste wegwijzer echter (hij was één van de eerste wegwijzers die er ooit zijn opgericht; op zijn ene bord stond alleen maar AMSTERDAM RECHTUIT en op zijn andere bord stond HAARLEM DRIE STAPPEN ACHTERUIT EN DAN LINKS DE HOEK OM) - die oudste wegwijzer zei:
‘Een wals, dat kan niet. Je weet dat het ons verboden is om walsen te dansen, want dan worden we zo draaierig dat we nog wekenlang doordraaien. En een wegwijzer die in de rondte draait, die kan de weg niet meer wijzen.’
Maar alle wegwijzers waren in zo een goede stemming gekomen, dat het ze niets meer kon schelen of ze de weg wezen of niet. In koor riepen ze:
‘Een wals, een wals. Lekker in de rondte. Wij Wegwijzers Willen Walsen!’
Er hielp niets aan. Het orkestje zette een wals in en even later waren al die wegwijzers aan het draaien en het draaien, dat je er duizelig van zou worden, alleen maar door er naar te kijken. Zelfs die hele oude wegwijzer was druk aan het walsen, want hij was van mening dat hij zijn plicht had gedaan door te waarschuwen. En om twaalf uur 's nachts draaiden al die wegwijzers