dan word je ziek en die dokters vragen alleen maar of je ‘A’ wilt zeggen. Waar vind ik een huis?’
En toen zag hij ergens een winkel waar in de etalage een bord was opgehangen waarop stond: Alles Kun Je Hier Kopen. Maar de beginletter A van dat Alles was helemaal uitgewist, zodat er eigenlijk stond: lles Kun Je Hier Kopen.
‘Daar is een letter A nodig’, zei de letter A. Hij ging de winkel binnen, die nog juist open was, en vroeg:
‘Heeft U misschien een letter A nodig?’
‘Jawel’, zei de winkelier, ‘voor dat bord daar.’
‘Maar mag ik zondag met mooi weer vrij?’ vroeg de letter A.
‘Natuurlijk, want dan ben ik óók vrij’, zei de winkelier.
‘Goed dan’, zei de letter A. En hij sprong op het bord dat daar in de etalage hing en toen kon je weer lezen: Alles Kun Je Hier Kopen.
‘Nu heb ik een huis’, zei de letter A tegen zichzelf, ‘en er zijn nu tenminste mensen die mij lezen. En de mensen die langs de winkel liepen, zeiden: ‘Hé, hier kun je Alles kopen’ en gingen dan die winkel binnen, wat de winkelier natuurlijk heel tevreden maakte. Maar 's zondags, als het een beetje mooi weer was, ging de letter A weer op een bank in het park zitten en luisterde naar het fluiten van de vogels.
‘Heerlijk, die frisse lucht’, zei hij dan.