inwoonderen van dien niet misdaen is, maer worden toegelaten vrij ende onbehinderd haerluyder goederen, ende andere dingen te gebruyken, in sulken schijne als sy deden ende gebruykten voor heurluyder rebellie: ende is alleenlijk rigeur gebruykt tegens den Steden die geweer geboden hebben, ende sijne Majesteyts leger van heyrkragt verwacht: welke gratie sijne Majesteyt genegen is te gebruyken tegen allen Steden in Holland, die hen selfs sullen komen wedergeven inde obedientie vande Koninklijke Majesteyt, sonder te verwachten de komste van sijne Koninklijke Majesteyts heyrkragt, binnen den tijd van vijftien dagen na de receptie van desen onse missive ende waerschouwinge, welke sijne Excellentie in den name ende van wegen sijne Koninklijke Majesteyt heurluyden beloofd vast ende onverbrekelijk te onderhouden sonder enige faute, ende sonder enige der voorgaender dingen die gepaszeerd sijn, tot geenen dagen te gedenken, als uwer E. breeder sal mogen bemerken uyt Copie autentijk by eenen van onsen Secretarisen onderteykend hier by gevoegd, Ende also uwer E. meer dan kennelijk is, dat u luyden niet mogelijken en is te resisteren den magt vande Koninklijke Majesteyt uwen natuerlijken Landshere ende Prinze, die sonder twyfel om den laetsten man te verliesen de overhand van sijnen eygen patrimoniele Landen weer hebben sal: ende ook dat den genen die sijne heyrkragt verwachten (die groot ende sterk is) niet in genade genomen sullen worden, als geen gratie waerdig sijnde, als de gene die de selve versmaed hebben, etc. Es daeromme ons vriendelijken begeren uyt ganscher herten, ende nabuerschap, dat uwer E. de voorschreven gratie niet en wilt kleyn achten ofte versmaden, maer u selven wilt komen presenteren binnen de vijftien dagen naer de receptie van desen voor sijne Excellentie althans tot Nimmegen wesende, ofte Don Frederico sijnen Sone, ofte den Grave van Boszu Stadhouder van Holland, tegenwoordelijk sijnde in't leger voor Haerlem. Ende presenteren wy u Eerwaerdigheyd daer toe alle addresse ende hulpe te doene naer ons vermogen. Ende van des te doene en wilt in geene gebreke wesen, op dat uwen borgeren ende inwoonderen haer lijf ende goed niet heel en verliesen, maer ter contrarie het selfde doende van haerluyder lijf ende goederen gevrijd sullen blijven. Ende sullen ook uwen borgeren ende inwoonderen heurluyder neringe ende handwerk mogen doen onbehinded, ende heuren wijf ende kinderen den kost winnen, ende de selve onderhouden, ende op brengen in den dienste ende vrese van God Almagtig, daer sy luy-