Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland
(1628)–Samuel Ampzing– AuteursrechtvrijDese Oploop van het Kasen-broods-volk word alhier in de Kerk in een glas al dus vertoond.
Als men negentig twee duysend vier honderd teld'
Den derden Meij ook me sijn haestig met geweld
De poorten van Haerlem oproerig opgeslagen
Van 't Kasen-broods-volk stout, dat uyt Noord-holland quam,
'Twelk Klaes van Ruyven Schout haest met sijn dood vernam,
VVaer af van ouds dit glas ons seker deed gewagen.
| |
[pagina 37]
| |
Wat heeft ook onse Stad, noch by verscher gedachtenisze, in den Ga naar margenoot+ jare 1572. ende 1573. inde laetste strenge Belegeringe vande Spaenschen onder don Frederico à Toledo, Sone van Ferdinandus, Hertog van Alba, niet wel voornamelijk uytgestaen, ende geleden: waer van wy hier na in dit werk spreken sullen? Besiet de Historien van dien tijd. Korts daer na inden jare 1576. den 23 Octob. werde de Stad in eenen grooten storm uyt den Noord-oosten, vande Hoogduytsche Zoldaten, Ga naar margenoot+ die hier in garnisoen lagen, door hun vrezelijk stoken in hun wachthuys by het Slepers-hoofd, genoegzaem moedwillig aengesteken: waer door 449 huysen verbrand ende vernield werden, behalven S. Elisabeths Gasthuys, S. Gangolfs Kerke, S. Maertens Hofken, ende 'tBarvoete-Susteren-Klooster. Memorien van dien tijd. Pieter Bot in sijn Negende Boek vande Nederlandsche Oorlogen. Binnen de Stad Haerlem in Holland hebben de Hoogduytschen aldaer in garnisoen leggende in haer wachthuys staende dicht by het Sparen daer den Anker uything sitten drinken, ende vol ende dronken sijnde quam ofte door versuymenisze ofte moedwille het wachthuys aen brand, ende deur dien het sterk uyt den Ga naar margenoot* Noord-westen waeijde, ende de wind sich meer en meer verhief, so branden daer in korter stond, ontrent vijfhonderd huysen af, 'twelk een groote ellende veroorsaekte onder de arme uytgeputte burgerije, bysonder over de gene die dit ongeluck overquam, want de brand snel voordging dat sy weynig van haer meublen konden bergen, ende het liet sich aensien als of de geheele stad afgebrand soude hebben. De schade van de gebrande huysen is geestimeerd geweest op meer als vier honderd duysend guldens. Den drIe en tVVIntIChsten Van OCtober
VVas tot HaerLeM de VreVChde sober:
VVant het VIer heeft VersLonden
BII VIif honderd hVIIsen In Corter stonden.
Hoe volkrijk is de Stad, by datze plag te wesen!Ga naar margenoot+
Met nering overschud, en dapper opgeresen!
Als God het volk hier sond als gras, en als het sand,
Wanneer hy hier sijn woord en kerke heeft geplant.
|
|