| |
| |
| |
Reizen in Amerika
WANNEER ik ooit op de een of andere manier mijn fortuin maak, en geen andere ambities meer heb dan ‘to give myself a good time’, zooals het hier heet, ga ik reizen door Amerika. Niet om zijn banale, leelijke steden te zien, die op elkaar gelijken als de getallen waarmee overal en altijd, practisch en nuchter de straten worden aangeduid, maar om het prachtige, rijke en weelderige land te leeren kennen, het Oosten met zijn breede rivieren, golvende vlakten en machtig geboomte, the Middle-West met de bergen en reusachtige meren, en dan door de eindelooze korenvelden en prairiën naar Californië, dat een aardsch paradijs
| |
[pagina t.o. 46]
[p. t.o. 46] | |
Coney Island op een heeten zomerdag
| |
| |
moet zijn; naar Yellowstone Park, waardoor je vijf dagen reist om altijd weer nieuwe machtige natuurwonderen te aanschouwen, en naar Florida, het zonnige Zuiden, waar de rijke New Yorkers in den winter sneeuw en kou ontvluchten. Ik zou alles willen zien behalve de ‘gezochte’ zee-badplaatsen, want dat zijn de vreeselijkste oorden die de Yankee-geest heeft voortgebracht. Is er iets ergers denkbaar dan het beroemde Coney Island op een zomerechen Zaterdag, wanneer een half millioen ‘pleasure-seekers’ er een helsch spektakel maken, wanneer het in het water zoo vol is, dat ze er alleen maar in stáán, en niet eens liggen, nòch zwemmen kunnen... wanneer uit een paar honderd dancing-places het gejengel van Jazz-Bands klinkt en de rutschbanen en tobogans van het Luna-Park worden bestormd door jongelingen met roodverbrande - en hun sweethearts met rose-geverfde gezichten...?
* * *
| |
| |
Het land, dat ‘The United States of America’ heet, is een werelddeel; ik heb zijn ontzaglijke uitgestrektheid nooit gerealiseerd vóór ik er een klein, zéér klein deel van zag en vóór ik mijn huisgenooten reisplannen hoorde bepraten: 24 uur naar Chicago, een tocht van vijf dagen over al de groote meren van Buffalo tot St. Paul; zes maal een etmaal in den trein om van Oost naar West, van New York tot San Francisco te komen. ‘Reizen’ is hier een heel ander begrip dan bij ons; voor een ‘overnight trip’ draait een Amerikaan zijn hand niet om, dat beschouwt hij als een buurtverkeer van Amsterdam naar Utrecht - toen de jongste dochter des huizes met een schoolvriendin de Niagara-Falls wilde gaan zien, lag het dan ook voor de hand dat ik mee ging; en ik bestelde mijn biljet en mijn plaats in de ‘sleeper’, zonder me er verder in te verdiepen dat het reisje, dat ik met één dag tusschenruimte heen en terug ging ondernemen, ongeveer
| |
| |
even ver was als Amsterdam-Parijs.
* * *
En ik vergat óók maar om uit te rekenen dat het reizen - precies als alle andere dingen hier - juist twee maal zoo duur is als bij ons; je went er merkwaardig gauw aan om niet steeds elk bedrag te herleiden en je goed humeur te bederven, om maar te doen of een Amerikaansche en een Hollandsche cent hetzelfde is. Maar Niàgara-Falls (klemtoon op de eerste ‘a’ astublieft) was ‘time and money’ waard; onvergetelijk indrukwekkend, ondanks het leger ‘guides’ dat met Amerikaansch business-instinct elken toerist bestormt om hem mee te sleepen langs telkens weer een ander ‘interesting view’, na hem te hebben uitgedost in gummi-jas en gummi-handschoenen; om hem over glibberige trapjes ónder de watervallen te brengen, dàn weer in een trolley-treintje te proppen om de ‘Grand Rapids’ te zien, en met onvermoeide energie te vertellen,
| |
| |
dat hij toch heusch in de griezelige ‘Spanish-air-car’ moet gaan zitten, die dwars boven de geweldige ‘whirl-pool’ van den eenen oever naar den anderen glijdt; alles natuurlijk à raison van een halven of een heelen dollar en de noodige ‘tips’. Want dat het fooienstelsel in Amerika vrijwel zou zijn afgeschaft, is een van de vele sprookjes, die over dit land in omloop zijn; het bloeit er even welig als overal elders.
* * *
Ja, als ik een fortuin bezat, zou ik willen reizen door Amerika, want het reizen op zichzelf, dat in Europa in den regel een noodzakelijk kwaad is, wordt je hier bijna tot een genoegen gemaakt. Ik vond in dit land tot nog toe twee dingen waarvoor ik een onbegrensde bewondering heb: ten eerste de weervoorspelling in de krant, die altijd nauwkeurig uitkomt en daarbij nooit, als bij ons, in vage termen van ‘mogelijk’ en ‘waarschijnlijk’ is ge- | |
| |
steld, doch precies zegt welk weer en welke temperatuur er te wachten is; en ten tweede de voortreffelijke wijze waarop ‘het toerisme’, d.w.z. treinen en hotels, hier is ingericht. Ik heb me eens, gedurende een treinreis naar Berlijn, heftig geërgerd over twee Amerikanen, die minachtend over hun compartiment in den D-trein spraken als over ‘a dog's den’; ik heb hen herdacht toen ik voor het eerst in een Amerikaansche ‘parlour-car’ reisde, waar je in een heerlijk gemakkelijken, ruimen fauteuil zit, die naar alle kanten kan draaien, waar je niet bent opgesloten in een klein hokje met stijve banken, en niet voortdurend met de beenen en ellebogen van je medereizigers in conflict komt. Het is merkwaardig hoeveel minder vermoeiend hier het reizen is. Ik kan me nu best begrijpen dat de Amerikanen een treinreis van drie etmalen heelemaal zoo erg niet vinden, te minder daar je in de groote expresstreinen een kapper, een badkamer,
| |
| |
uitzicht- en restauratiewagens en soms zelfs... een bioscoop vindt!
* * *
En hoe voortreffelijk zijn de Amerikaansche hotels! Natuurlijk elke kamer ‘with bath’ en behalve warm en koud, ook nog ‘iced’ water om te drinken. En natuurlijk dubbele deuren en muren, zoodat geen geluid van een snurkenden buurman je slaap stoort, en allerlei kleine, verfijnde gemakken: je hangt je kleeren tusschen je dubbele kamerdeuren en vindt ze den volgenden morgen opgeperst en uitgestoft terug; er gaat een speciaal lichtje branden achter een doorschijnend bordje dat je waarschuwt wanneer er ‘mail’ voor je in het brievenbureau is; een zwembad, een massage-inrichting, een bibliotheek en een doctor's-office staan tot je beschikking, binnen een dag krijg je je linnengoed frisch en keurig gestreken terug, met de gaatjes in meneer's sokken netjes gerepareerd en een losse
| |
| |
knoop weer veilig vastgenaaid... en beneden in de keurige, koel gehouden eetzaal is natuurlijk een ‘band’ en kun je onder een fox-trot of een boston je inspannende zakenzorgen voor een wijle vergeten... O, Amerika is een heerlijk land om in te reizen... Alleen, je moet een flink aantal dollars tot je beschikking hebben en je moet vooral niet uit hoeven rekenen hoeveel Hollandsche guldens die vertegenwoordigen.
|
|