| |
| |
| |
Duur dollarika
EEN van New York's beroemde en meest succesvolle tooneelschrijfsters heeft mij meegenomen naar een merkwaardig, klein theater, dat door rijke philanthropen in de Joodsche wijk, in het allerarmste gedeelte van de stad werd opgericht. Wij deden een tocht door ongelooflijk vuile straten, waar vrijwel de heele bevolking buiten de huizen leeft, op de stoepen zit of uit de ramen hangt, en waar, als in elk Joden-kwartier van elke groote stad, het nijvere handelsvolkje zijn kramen en tenten en wagentjes met koopwaar bij honderdtallen heeft uitgestald. De straten waren er wat smaller, de huizen wat ouder en verveloozer, maar van
| |
| |
precies dezelfde structuur als ‘uptown’, en tot mijn niet geringe verbazing waren er tal van winkels met modieuze zijden jurkjes, met kleurige heerendassen en luchtige zomerpakken, met radio-artikelen, grammofonen en electrische piano's op afbetaling, precies als in Broadway en de groote Avenues. En tot mijn nog grooter verbazing (want ik herinnerde mij een dergelijken tocht door het Londensche ‘East End’, en - oneindig scherper - een door een arm gedeelte van Berlijn, een viertal jaren geleden) zag ik hier ontelbare vuile, slordige, maar volstrekt niet ondervoed uitziende kinderen, en dikke, gemoedelijke, volstrekt niet afgesloofd uitziende vrouwen voor de deuren zitten, en ik zag rijen Fordjes en Chevrolets, die hier, als overal elders, de straat aan weerskanten garneerden. Mager, ondervoed... paria's schenen mij alleen de honden en katten, die van den eenen vuilnishoop naar den anderen slopen en de enkele paarden,
| |
| |
die je hier voor vrachtwagens ziet, en die ze onbarmhartig in de brandende zon laten staan; van zielige, verwaarloosde kinderen, afgebeulde vrouwen en in troepjes slenterende werklooze mannen zag je echter geen spoor. Natuurlijk, er zijn ook hier ‘paria's’, hongerlijdende mislukkelingen, als in elke wereldstad; maar een feit is het, dat wie werken kan en wil, hier behoorlijk zijn brood kan verdienen; ‘unemployment’ kent dit rijke, voorspoedige land immers nauwelijks, en al zijn de levenskosten in New York ontzaglijk hoog, ook een sjouwer of een bordenwasscher in een hotel verdient genoeg om van te leven.
* * *
Armoede doet zich het ergste gevoelen in de behuizing; in dat ‘down-town’-district leven 200,000 menschen op een vierkanten mijl gronds; en de huizen, de zes, acht of tien verdiepingen hooge appartment-houses zitten tot berstens vol met al die groote joodsche gezinnen;
| |
| |
acht of tien menschen in één kamer is dan niets ongewoons. Maar wanneer de oudste zoon des avonds met zijn ‘girl’ uitgaat, draagt hij een overhemd met het nieuwste dessein en ‘the tie of the moment’; en zij heeft een crêpe-de-chine japonnetje, en natuurlijk zijden kousjes (wie in New York weet nog wat katoenen kousen zijn!) en ze heeft haar korte haren juist bij den kapper laten knippen en friseeren. Elk der platte daken staat vol antennes, de soda-fountains en Cafeteria's zitten ook in dit kwartier altijd vol; en als ‘Dad’ 's avonds in zijn Fordje van zijn werk komt, neemt hij ‘Mah’, in haar paarse of oranje-zijden avondmantel mee naar de nieuwste film van Tom Mix of Harold Lloyd. En het kleine theater, dat met een philanthropisch doel gesticht werd, vraagt anderhalven dollar tot vijf en tachtig cent voor de plaatsen, en elken avond is het er uitverkocht.
* * *
| |
| |
De tuinman, die voor het huis waar ik logeer, de overvloedig bloeiende ramblers opbindt en het groote grasveld rolt en sproeit, verdient per dag zeven dollar. Zijn collega, de verver, die 's morgens met een keurige Overland arriveert om de garage te schilderen, verdient er veertien. Maar de tuinman is een Italiaan, en maakt overuren, door in een der andere tuinen, in onze buurt, in den avond te werken, want hij móét, zegt hij, 50 dollar per week verdienen wil hij met zijn gezin kunnen leven. Zelfs wanneer men rekent dat alles ruim tweemaal zoo duur is als bij ons, zijn de loonen hier heel hoog. Een werkvrouw, of de waschvrouw, die eens in de week de wasch van het gezin komt doen (in veel gevallen de eenige hulp die de huisvrouw heeft) verdient vijf dollar plus haar tramgeld en den kost. Het is geen wonder dat de Duitsche dienstmeisjes hemel en aarde bewogen om naar Amerika te komen, vóór de emigrantenwet van 1924 dat on- | |
| |
mogelijk maakte, want een goede keukenmeid verdient hier 75 tot 125 dollar per maand, een waitress 75 tot 85 dollar, evenals een parlour-maid, terwijl de kleeren van deze laatste door haar mevrouw worden betaald, en zij, behalve de ‘servants-dining-room’ en een slaapvertrek, ook haar eigen badkamer tot haar beschikking heeft. De chauffeur van mijn gastheer verdient 40 dollar per week, hij is aviateur aan het Fransche front geweest en vindt auto-rijden eigenlijk een treurig surrogaat voor ‘the sport of sports’.
* * *
Loonen en prijzen zijn in dit land iets verbijsterends voor den Hollander, die zich al jarenlang had laten vertellen, dat in zijn land alles duurder dan ergens anders is; voor ons Amsterdammers, die aan exorbitante woninghuren gewend zijn, is het troostrijk om te hooren, dat je in New York voor een etagewoning van een achttal kamers, met
| |
| |
drie badkamers en een keuken 5000 à 6000 dollar per jaar betaalt, en dat je een lief houten landhuis met ongeveer dezelfde ruimte, voor een slordige 100.000 dollar kunt koopen. Maar huizen en appartementen hebben hier tal van geriefelijkheden, waarmee men in dit practische land aan den steeds erger wordenden dienstbodennood tegemoet komt: centrale verwarming, warm en koud water en een ‘refrigerator’ (electrische ijsmachine) behooren tot het huis, evenals steeds het keukenfornuis en de badkuipen en alle electrische ornamenten daartoe behooren. In tal van de nieuwste étage-woningen is tegenwoordig het onderhoud van de kamers en de bediening in de huur begrepen, waarvoor men evenwel een zeer hoog bedrag betaalt.
Voor een zit-, slaap- en badkamer in een eersterangs hotel te New-York wordt in den zomer 20, in den winter, als het vol-seizoen is, 25 dollar per dag gevraagd; een week pension in een
| |
| |
‘fashionable’ badplaats als Atlantic City kost al gauw 75 à 80 dollar; is het wonder dat de Amerikanen in hun vacantie in drommen naar ‘good old Europe’ komen, waar ze alles ‘marvelous cheap’ vinden, en bovendien zooveel champagne en cocktails kunnen drinken als hun hart begeert?
|
|