De examens.
4, Dinsdag.
Eindelijk zijn dan de examens begonnen. In de straten om de schoolgebouwen hoort men over niets anders spreken door de jongens, de vaders, de moeders, dan over de examens, punten en thema's, over middelmatige jongens, over hen die blijven zitten, en over degenen, die overgaan. Gisteren morgen maakten wij een opstel, vanmorgen moesten wij rekenen. Mijnheer Perboni had mijnheer Coatti tot hulp gekregen, dien onderwijzer met den zwarten baard, die zoo 'n verschrikkelijke stem kan opzetten, maar niemand straft. Sommige jongens zagen bleek van de examenvrees. Toen de onderwijzer den brief van den gemeenteraad ontzegelde en de vraagstukken er uit nam, was het doodstil in de klasse. Hij las de opgaven luid voor, en zag nu den een, dan den ander, met strenge blikken aan, maar wij wisten wel, dat als hij de uitkomsten meteen had mogen mededeelen, om allen een goed cijfer te bezorgen, hij het gaarne zou hebben gedaan! Na een uur gewerkt te hebben, begonnen velen onrustig te worden, daar de sommen moeilijk waren. Crossi sloeg zich tegen het hoofd. En zij konden het toch niet helpen, dat zij de sommen niet konden maken, de arme jongens, die niet veel tijd hebben om te leeren en door de ouders aan hun lot worden overgelaten.
Het was de moeite waard te zien, hoe Derossi zich inspande om allen te trachten te helpen; hoe hij zijn best deed om een cijfer te toonen en een bewerking in te fluisteren, zonder dat de onderwijzer het merkte. Ook Garrone, die sterk is in het rekenen, hielp wie hij kon, zelfs Nobis, die heelemaal in de war raakte. Stardi bleef meer dan een uur onbewegelijk zitten, met de vuisten tegen het hoofd gedrukt, en de oogen op de opgaven gevestigd; toen loste hij alles in vijf minuten op. Mijnheer Coatti liep tusschen de banken door en zeide: - ‘Kalm blijven. Goed nadenken!’ - Wan-