bloedkleurige bloemen geleken, welke om de borst der soldaten gewonden waren. Na de infanterie zagen wij de soldaten der genie, de werklieden van den oorlog, met zwart paardenhaar en karmozijnroode koorden; terwijl zij ons voorbij trokken, zagen wij vlak achter hen honderden lange rechte veeren, die boven de hoofden uitstaken: zij werden gedragen door de Alpenbewoners, de verdedigers van den ingang van Italië. Deze mannen waren allen groot, blozend en krachtig; zij droegen den Calabrischen hoed, en een uniform van een mooi, levendig groen; de kleur van het mos hunner bergen. Nog waren niet alle Alpenbewoners voorbij gegaan, of er ontstond een beweging onder de menigte: het oude twaalfde bataljon, bestaande uit de tirailleurs, de eerste die Rome binnentrokken door de bres bij de Porte Pia, allen gebruind, vlug en levendig, met wapperende veeren, naderden als de golf van een zwarten stroom, en deden het plein van de schelle tonen hunner trompetten weerklinken, die kreten van vreugde geleken. Het geluid van hun trompetten werd echter overstemd door een dreunend, dof geraas, dat de veldartillerie aankondigde; en toen zagen wij de groote bronzen en stalen kanonnen aankomen, met hun hooge bokken, getrokken door drie honderd paar vurige rossen, bestuurd door soldaten met gele koorden; de houten wielen kraakten, schudden en dreunden, en de grond trilde. Daarna kwam langzaam en statig de bergartillerie, die schrik en dood verspreidt zoover de menschelijke voet klimmen kan. En eindelijk galoppeerde ons voorbij, met in de zon schitterende helmen, met opgeheven lansen, met wapperende vaandels, die van goud en zilver glinsterden, de lucht met trompetgeschal en gehinnik vervullende, het mooie regiment der Genueesche cavalerie, dat op tien slagvelden geweest is en dat bij Santa Lucia en Villa Franca streed. Ik vond het een prachtig schouwspel, doch hoopte vurig, dat wij die schitterende troepenmacht nooit in het vuur zouden moeten sturen!