nuttiger, dat jij je schoolwerk maakt!’
De jongen wist, dat het vruchteloos was bij zijn vader in dit opzicht aan te dringen, en hij sprak er niet meer over. Maar kijk, wat hij deed. Op een nacht wachtte hij, tot deze te bed was, kleedde zich aan zonder lawaai te maken, ging al tastende naar het kamertje, stak de petroleumlamp weer aan, zette zich aan de schrijftafel, waar een stapel kruisbanden lag met de lijst der adressen, en begon te schrijven, daarbij nauwkeurig de hand van zijn vader nabootsende. Honderd zestig waren gereed! Hij had een lire verdiend! Teen hield hij op, legde de pen neer, waar hij haar gevonden had, deed het licht uit, en keerde op z'n teenen naar zijn bedje terug.
Dien dag zette zijn vader zich recht tevreden aan tafel. Hij had niets gemerkt! Het werk deed hij werktuigelijk, op de klok, terwijl hij aan andere dingen dacht, en telde de geschreven kruisbanden eerst den volgenden dag. Hij ging goed gehumeurd zitten en zei, met de hand op den schouder van zijn zoon kloppende: - ‘Wel, Giulio, je vader kan toch nog beter werken dan je wel zoudt denken. Gisteren avond heb ik in twee uren een derde gedeelte van mijn werk meer gedaan, dan gewoonlijk. Mijn hand is nog vlug, m'n oogen zijn nog goed.’
Den volgenden nacht, nadat het twaalf uur geslagen had, stond hij weer op, en ging aan het werk. En zoo deed hij verscheidene nachten. Zijn vader bemerkte niets. Een keer echter, bij het avondeten, zeide hij opeens: - ‘Het is zonderling, hoe gauw als in den kaatsten tijd de petroleum opgaat!’ - Giulio voelde zijn adem stokken van de schrik, maar het gesprek eindigde daarmede. En hij ging voort 's nachts te werken.
En zoo kwam het, dat, daar hij iederen nacht uit zijn slaap moest opstaan, Giulio niet genoeg rust had; des morgens stond hij vermoeid op, en des avonds, als hij bezig was zijn schoolwerk te maken, kon hij zijn oogen bijna niet openhouden. Op een avond, - voor de eerste maal in zijn leven - sliep hij over zijn schrift gebogen in. - ‘Kom, kom!’ - riep zijn vader - in