Een kind uit Calabrië.
22, Zaterdag.
Gisteren avond, terwijl de onderwijzer bezig was, ons over den toestand van den armen Robetti te vertellen, die nu een poosje met een kruk zal moeten voortstrompelen, kwam de directeur binnen met een nieuwen leerling aan de hand; het was een jongen met een donkere gelaatskleur, zwart haar, groote donkere oogen en zware wenkbrauwen, die tusschen de oogen te zamen waren gegroeid. Hij was geheel in het donker gekleed en droeg een riem van zwart marokijn om het middel. Nadat de directeur mijnheer Perboni iets ingefluisterd had, verliet hij de klasse en de nieuwe leerling bleef bij ons. Hij keek ons met zijn zwarte oogen half angstig aan. Toen zei de onderwijzer: - ‘Deze jongen is een kleine Italiaan, die te Reggio in Calabrië werd geboren, een plaats meer dan 500 mijlen van hier gelegen. Hij