Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman
(1985)–Peter Altena, W. Hendrikx– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Peter Altena, Gerardine Marechal, Adèle Nieuweboer, Barbara Sierman
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1677 9 augustusbij CharleroiElisabeth Sommer(u)el(l), sinds 11 oktober 1676 echtgenote van de militair Hendrick Weyerman(s), bevalt ‘van eenen jongen’. De jongen krijgt de naam Jacobus en zal gedoopt zijn in het legerkamp voor Charleroi. Of Elisabeth Sommerel het leger vergezelde als marketenster of als echtgenote is onduidelijk. Nadien wordt Jacobus bovendien Campo genoemd, naar verluidt als hommage aan kapitein Campo Plantines, onder wie Elisabeth Sommerel als mili- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tair diende. Dit travestieverhaal komt voor rekening van Kersteman. (Rehm Med. 276) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1690 16 meiBredaElisabeth Sommerel en haar halfzuster Maria Stoffelen maken hun testament en benoemen Jacobus tot hun enige erfgenaam. Mocht Jacobus' moeder als eerste overlijden, verplicht Jacobus zich aan zijn tante Maria Stoffelen 500 gulden te betalen, als loon voor de 14 jaar, die Elisabeths halfzuster haar onbezoldigd had gediend. Jacobs jeugd moet door beide vrouwen zijn gedomineerd. Zijn vader, reizend militair, zal weinig thuis zijn geweest. (Rehm Med. 196) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1691BredaJacob leert tekenen bij de beeldhouwer Frank P. Verheijden. Verheijden was door Romans, de architect van Koning Willem III aangesteld om diens paleis met beelden te versieren, terwijl tegelijkertijd 's konings intendant Jan de Wijs de beeldhouwer Joan Gloude de Cocq voor hetzelfde werk had gecontracteerd. Onderricht in het schilderen kreeg Jacob van de Bredase kunstschilders Van de Leur en Ferdinand van Kessel en nadien van de Antwerpse bloemschilder Simon Hardimé. (Nieuweboer Med. 409, Hs. II 54) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1692 na augustusBredaJacob wordt door zijn ouders, ‘na de Fransche taal te hebben geleert’ bij schoolmeester Antoine de Courtin, ‘bestelt op de Latynsche Schoolen te Breda, hoewel reeds getreden in zyn vyftiende jaar’. De Latijnse school doorliep hij naar eigen zeggen in drie jaar. (Med. 30 = K. IV 410) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1694 19 oktoberBredaHendrick Weyerman, die kennelijk de dood voelt naderen, laat een testament opstellen waarin hij Jacob 250 gulden vermaakt. Tevens benoemt hij zijn echtgenote tot voogdes over hun zoon Jacob. In een andere akte van dezelfde datum schenkt hij 1000 gulden aan Jacob. (Rehm Med. 197, 200) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1695't WoudOp achttienjarige leeftijd verlaat Jacob de Latijnse school te Breda. Hij trekt in 't Woud (bij Delft) in bij dominee Petrus Sandvoort, die hem onderwijst in Hebreeuws, Grieks, theologie, filosofie, antieke geschiedenis, wis- en sterrekunde. Tweemaal per week volgt hij schilderlessen bij de schilder Thomas van der Wilt te Delft, waarheen hij zich te voet begeeft. (Med. 30 = K. IV 411) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BredaDe jonge Jacob Campo wordt door zijn moeder in zijn atelier betrapt op ontuchtige handelingen met een schildersmodel. Zijn moeder stuurt hem het huis uit. (Rehm Med. 194 = Kersteman) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22 decemberBredaJacob Weyerman, kadet in het regiment van kolonel Lauder, wordt door de Bredase krijgsraad gevonnist. Dit vonnis, dat herhaald werd op 1 en 6 januari 1700 was het gevolg van een ruzie om geld (119 gulden en 7 stuivers) met Anneken van Ghils, een slagersvrouw. Waarschijnlijk verlaat Jacob om deze affaire de krijgsdienst. (Rehm Med. 201-2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1701 22 septemberBredaJacobs moeder gaat in haar hoedanigheid van voogdes in hoger beroep tegen voornoemd vonnis. De Hoge Krijgsraad te 's-Gravenhage vernietigd op deze datum de drie vonnissen tegen haar zoon. De eiser, Adam Peeter Goyaerts, Annekens echtgenoot, wordt zijn eis vrijwel volledig ontzegd. De aanleiding tot het vonnis is overigens onduidelijk. Uit het een en ander blijkt wel dat Anneken van Ghils een nogal losbandige dame was. Nog in 1720 wordt op deze kwestie gezinspeeld. (Rehm Med. 202, Med. 366)
Democritus en Heraclitus Brabantsche Voyage. Klugtspel. (Gent, z.u.), voor zo ver bekend het eerste gedrukte werk van Weyerman. Kort hierna verschijnt De Gehoornde Broeders ofte Vrouwelyk Bedrog. Klugtspel. (z.p., z.u., z.j.). Bij het schrijven van kluchtspelen schijnt Weyerman bij Jan van Hoogstraten advies te hebben ingewonnen. Jan van Hoogstraten, die in juli 1701 in Breda verbleef, schreef bij het eerste kluchtspel twee lofdichten. (Med. 366) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1703 27 juliBredaIn de Grote Kerk wordt een onwettige zoon van Jacob Weyerman en Catharina Snep gedoopt. De moeder van Catharina Snep, Maria Goyaerts, was eigenares van het huis ‘het Moriaentjen’ in Breda, waar Jacob in 1699 met zijn moeder woonde. Het is dus goed mogelijk dat zijn omgang met Catharina Snep in die tijd begonnen is. (Rehm Med. 200) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schilder Pieters. In zijn onderhoud voorziet Jacob door werk in het atelier van Godfried Kneller. Hij stoffeert Knellers schilderijen met bloemen, fruit, vogels en vlinders. (Hs. IV, 2, 3)
Van dit jaar dateert Weyermans blijspel De Schoone Dwaalstar, of De vereenigde gelieven. Van het blijspel verscheen, voor zo ver bekend, bij Weyermans leven geen gedrukte uitgave. Het werd in 1979 met twee andere blijspelen, eveneens slechts bekend in manuscript, voor het eerst gedrukt. Het manuscript berust in de bibliotheek van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde te Leiden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HarwichWeyerman verblijft in de herberg ‘De Stad Rotterdam’ te Harwich. Hij staat op het punt met de paketboot naar Holland te gaan. (ZL. 121) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1709LondenWeyerman reist andermaal naar Londen. Hij schildert er aanvankelijk ‘veele groote stukken’, maar later ook kabinetstukken, die hij aan welgestelde lieden verkoopt. Hij zou zelfs voor Queen Anne twee spiegels met bloemen, fruit en vlinders beschilderd hebben en die aan haar persoonlijk overhandigd hebben. Hij reist te paard door Engeland en verdient zijn brood door onderweg voor adellijke personen te schilderen. (Med. 32 = K. IV 416) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Winter's-HertogenboschJacob Campo Weyerman woont in 's-Hertogenbosch en ontmoet in een wijnhuis de dierschilder en bon-vivant Brands. (Hs. II 78-81) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1710 lente's-HertogenboschLambert Pain et Vin, Bossche notabele en bloemenkweker, draagt Weyerman op een verkoopcatalogus (tulpen, aurikulaas) en drie bloemstukken te schilderen. Pain et Vin, die ook nog in schilderijen handelde, vormde na zijn bankroet van 1718 een dankbaar voorwerp van spot. De inventaris, opgemaakt na het bankroet, vermeldt drie bloemstukken van Weyerman. In 's-Hertogenbosch ontmoet Weyerman o.a. de kunstkoper ‘Jan Griff den jongen’ en de schilder J.F. Bodecker. Op verzoek van Bodecker stelt Weyerman, bij wijze van reclame, in zijn atelier een van de portretten van Bodecker ten toon. (Altena Med. 416-22, Hs. II 50, 171) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1712 30 juliDelftWeyerman koopt een lusthuis te Delft. Even later blijkt hij het uiteindelijk niet gekocht te hebben. Zeker is dat Weyerman in Delft verblijft, want de Delftse kunstliefhebber Valerius Röver koopt in 1712 voor 50 gulden een bloemstuk van Weyerman. Weyerman heeft in die tijd ook contact met de Bodegravense schout en kunstverzamelaar Daniël van Beke. (Moes Med. 192, Hendrikx Med. 320, Sierman Med. 340)
Democritus en Heraclitus Brabantsche Voyage. Bezweering van den Desperaten Antwerpschen Courantier. De Gehoomde Broeders of Vrouwelyk Bedrog. Klugtspelen. (Amsterdam, Christiaan Petzold). Volgens de voorrede een verzameling verbeterde herdrukken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1713 26 aprilRotterdamWeyerman is aanwezig bij de verkoping van de kunstschatten van Adriaen Paets, ‘ontfanger van de Admiraliteit van de Maas’. Tegen zeer hoge prijzen worden de verschillende stukken van Adriaan van der Werff verkocht, ‘inzonderheijt het stukie van Loths Bloedschande met zijne Twee Dochters, voor 4200. door de griffier Fagel wonagtig in 's Hage’. (Hs. II 16) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30 juniBredaJacob Campo Weyerman doet een trouwbelofte aan de Bredase Johanna Ernst. (Rehm Med. 201)
De Hollandsche Sinnelykheid. Bly-spel. (Amsterdam, Joannes Oosterwyk, Hendrik van de Gaete). Aan het blijspel gaat vooraf een lofdicht van waarschijnlijk Thomas van der Wilt, zijn Delftse leermeester. Het blijspel beleeft in 1717 een tweede druk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1714 2 meiLeidenJacob Weyerman schrijft zich te Leiden in als student in de medicijnen en geeft daarbij als leeftijd 30 jaar op. (Maréchal Med. 385) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BredaWeyerman, hofschilder van prins Willem van Hessen, die gouverneur van Breda was, bezoekt een schilderijenveiling van de Antwerpse kunsthandelaar en burgerwacht ‘Capitijn Penningh’. Weyerman valt op onder het publiek ‘Dewijl mijn gestalte een wijnig trekt op Saul, den soone Kis; die met het Hooft en de schouders uijtstak boven het gansche Heir Israels’. Penningh vraagt aan Weyerman hem en zijn werk te introduceren bij de prins. Weyerman ontraadt hem dat plan door hem een regen stokslagen in het vooruitzicht te stellen. (Hs. I. 80-2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1717) 15 novemberRotterdamJacob Weyerman sluit een lening af bij de Rotterdamse koopman en kunsthandelaar Jacques Meyers ter grootte van 500 gulden tegen een rente van 4% per jaar. Als onderpand ontvangt Meyers drie schilderijen. Alles wijst erop dat Weyerman zelf ook in schilderijen handelt. (Hanou Med. 126) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1718 voor maartRotterdamWeyerman steekt over naar Engeland. Tegenwind noodzaakt hem enige dagen in Rotterdam te blijven. Hij bezoekt het ‘vermaart Konstkabinet van Jacques Meyers, Koopman en Konstkooper in die Stad woonachtig’. Weyerman ontmaskert diverse schilderijen uit het ‘Konstkabinet’ als vervalsingen. (K. III 323) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
28 maartLondenTerechtstelling van Markies Paliotti op Tyburn wegens het doden van zijn knecht. Weyerman beschrijft de ceremonie zo levendig dat hij aanwezig moet zijn geweest. Weyerman is in 1718 in Londen: hij krijgt er bezoek van Mathew Prior en andere Torys. Hij logeert o.a. bij de hoogleraar en arts John Woodward. (K. II 238, AH. I 38, RH. 203)
Democritus en Heraclitus Brabantsche Voyage. Bezweering van den desperaten Antwerpschen Courantier. De Gehoomde Broeders of Vrouwelyk Bedrog. Klugtspelen. (Amsterdam, Hendrik Strik, ‘De vierde druk, van veele fouten gezuivert’). In 1726, of enige jaren eerder verschijnt andermaal een herdruk, sterk aangevuld met De Hollandsche Sinnelykheid, het nieuwe stuk Den Persiaansche Zydeweever, met Sleutels vol belasterende en verklarende aantekeningen, en met Gezangen van Anakreon. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1720Eerste nummer van de Rotterdamsche Hermes (Rotterdam, Joan Hofhout en Arnold Willis), het eerste tijdschrift van Weyerman. Het tijdschrift verschijnt aanvankelijk twee maal per week, vanaf 31 oktober één maal per week en van vier tot acht pagina's uitgebreid. In het eerste nummer bekent de auteur dat ‘nieuschgierigheit, het verlokkend ooft van Temptatie’ hem tot lezing van een zeker ‘blad papiers’ aanzette. Het ‘blad papiers’, ‘getytelt den Amsterdamsche Argus’, geschreven door Hermanus van den Burg, wordt hem aangereikt door de koffiehuisknecht van het Rotterdamse ‘Koffihuis van Schoonenberg’, waar Weyerman op dat moment de krant leest. ‘Hy doorliep dat schrift met nieuwsgierige blikken, doch bevont het een raats beslag 't zamen geflanst uit Duivelshoeks aardigheeden, en kruyers zinspreuken, noch wel zo walchlyk als mostaart en room’. Men vraagt hem of hij het beter kan dan Van den Burg. Weyerman antwoordt van ja, en start zo, naar eigen zeggen, zijn carrière als tijdschriftauteur. Hermes, de auteur van het tijdschrift, woont in het kasteeltje Leeuwenburg aan de Oudendijk te Rotterdam, met Louw, zijn kater. Of Weyerman bij Hermes inwoont, is onbekend. In 1980 is verschenen te Amsterdam, bij het Huis aan de drie grachten, een integrale fotografische herdruk van de Rotterdamsche Hermes, ingeleid door Adèle Nieuweboer. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1721 4 septemberLaatste nummer, nummer 59 van de Rotterdamsche Hermes (Rotterdam, Arnold Willis). Met ingang van 1721 is Willis de enige uitgever van het tijdschrift. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
's GravenhageWeyerman ontmoet zijn oude leermeester, de in Londen werkzame Simon Hardimé. Hardimé vertelt hem dat de schilder Samuel van den Branden in Londen goed verdient met portretschilderen. (Hs. II 70) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1725BreukelenJacob Weyerman, woonachtig in de Clapstraat te Breukelen, betaalt belastingen voor de jaren 1725-26 en 1726-27. Op het moment van inning voor de jaren 1727-28 woont Weyerman niet langer in de Clapstraat. Hij heeft dan zo'n twee jaar in Breukelen verbleven. (Hendrikx Med. 497)
Omstreeks deze tijd schildert Cornelis Troost een portret van Weyerman. Jacobus Houbraken vervaardigt naar dit portret een gravure. (zie afb. I) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 oktoberEerste nummer van Den Echo des Weerelds (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur, te bekomen bij Hendrik Bosch’).
De Historie des Pausdoms (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur’, 3dln., waarvan deel 3 in 1728 verschijnt). Het is een groots opgezet werk tegen bijgeloof in katholieke kring en tegen het katholicisme als zodanig. Advertenties in kranten roepen op in te tekenen op het werk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1726 juliEerste nummer van de Maandelyksche 't Zamenspraaken, tusschen de Dooden en de Levenden (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur, en zyn te bekomen by Hendrik Bosch’). In december verschijnt het laatste nummer, De Achtste 't Zamenspraak. Tegelijkertijd schrijft Weyerman wekelijks Den Echo des Weerelds. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
31 maartBreukelen-NijenrodeNa haar 14 jaar geleden een trouwbelofte gedaan te hebben, trouwt Weyerman Johanna Ernst. Jacobus en Henricus, hun twee kinderen, zijn bij het huwelijk aanwezig. (Rehm Med. 201) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de eerste 20 afleveringen van het tijdschrift, met kommentaar door A.J. Hanou. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24 augustus's-GravenhageTijdens het proces van 1739 verklaart Weyerman van 24 augustus tot en met 20 november 1729 met Adriana Simons-De Visscher in de Spuistraat te 's-Gravenhage bij een horlogemaker gewoond te hebben. Een en ander lijkt aannemelijk. Alleen de datum kan niet kloppen: Adriana overlijdt 5 april 1729. (Hanou Med. 96)
De Levens-beschryvingen der Nederlandsche Konst-Schilders en Konśt-Schilderessen ('s-Gravenhage, Wed. E. Boucquet, H. Scheurleer, F. Boucquet en J. de Jongh, 3 dln.; in 1769 verschijnt posthuum deel 4 in Dordrecht bij A. Blussé en zoon). Weyermans grootste verkoopsucces: een aan diefstal grenzende navolging van Arnold Houbrakens Groote Schouburgh, belangrijk aangevuld met eigentijdse informatie over de verblijfplaatsen van diverse schilderijen, over de kunsthandel, en anecdotes over schilders, die Weyerman al dan niet kende. Qua stijl te prefereren boven Houbraken en veel lezers deden dat dan ook. Door Weyerman geschreven op Meer en Hoef. (K. II 152) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 juniAmsterdamIn Amsterdam, bij Jacob Campo Weyerman in de Wijde Lombaertsteeg, en bij de belangrijkste boekverkopers in de Republiek kan worden ingetekend op de uitgave van ‘voorn. Schryver’: De Ontleedkunde der Hartstogten; de Vertellingjes van Monsr. de la Fontaine, in Nederduytse Vaerzen vertaelt; de Gezangen van Anakreon en Sapho; de Kronyk der Paruyken; het Blyspel van Amphitrion, of de twee Sosias; te gelyk met eenige ongemeene Leevensbyzonderheden des Schryvers, in 4 delen, in Octavo. Deze uitgave is voor zo ver bekend niet verschenen. (Med. 47). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Engels. Biografie van een verkrachter, wiens proces ook de kranten in de Republiek haalt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1730) 22 juliGodgeleerde, Zeedekundige en Historiesche Bedenkingen Over den Text des Apostels Pauli (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur’). Met het zo goed als gelijkluidend vervolg, dat in augustus verschijnt, aangeduid als ‘boekdeeltjes tegen de naamloze zonde’. Met die zonde wordt bedoeld: sodomie, homofilie. Met beide boekjes levert Weyerman een bijdrage aan de grootscheepse jacht op homofielen. (Hanou Med. 23-6). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1731De Leevens van den Paus Alexander den VI. en van zyn Zoon Caesar Borgia. In 't Engelsh beschreven door Alexander Gordon (Rotterdam, Jan Daniel Beman, 2 dln). Weyerman is de vertaler, gezien zijn fel anti-katholicisme een begrijpelijke keus. Zijn ‘Opdragt’ is gedateerd: ‘Amsterdam den 30. November 1730’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 november's-Gravenhage Jacob Campo Weyerman bezoekt de Maagdenburgse pseudobaron Johann Heinrich von Syborg in diens Haagse logement in de Paapestraat. Syborg zegt in het bezit te zijn van de Steen der Wijzen, goud te kunnen maken en hopeloze gevallen te kunnen genezen. Weyerman, nieuwsgierig en ongelovig, volgt Syborg de komende tijd hinderlijk. Er zijn ook aanwijzingen voor Weyermans medeplichtigheid met Syborg. Bestrijdt hij Syborg nadien uit rancune? (LB. 22) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Utrecht, Anselmus Muntendam). Nummer 29, het laatste nummer, lijkt van september. Het tijdschrift is opgedragen aan Syborg, intussen ook door anderen als oplichter ontmaskerd. Geliefd mikpunt van spot is tevens Pieter Poeraet, dominee, dichter en redacteur van de Boekzaal der Geleerde Wereld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
februariVianenWeyerman woont waarschijnlijk in Vianen. Uit het Rechterlijk Archief van Vianen blijkt dat Weyerman vanaf 7 februari 1733 van de koopman Willem van Ophuijsen wijnen en vanaf 4 december 1733 van de vleeshouwer Samuel Jacobs kalfs-, schapen- en rundvlees betrekt. In het betalen van de leveranciers is Weyerman niet erg stipt. (T. 198) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1733) 12 maartDe Leevens byzonderheden van Johan Hendrik, baron van Syberg (Utrecht, Jacobus van Lanckom). Beschrijving van de oplichterscarrière van Syborg in de Republiek, die met vermaak waarschuwt voor bedrog en lichtgelovigheid. Veel van het vermaak is in wezen leedvermaak om de aanzienlijke slachtoffers van de nep-baron. Het boek werd voorafgegaan door Den Voorlooper, die het publiek beoogde te interesseren voor het grote werk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12 aprilDen Maagdenburgsche Alchimist (Utrecht, Jurriaan van Paddenburg en Anselmus Muntendam). Toneelstuk, waarin de voortvluchtige oplichter Syborg andermaal wordt opgevoerd. Weyerman koestert kennelijk Syborg als hoofdpersoon, mogelijk omdat het hem financieel aantrekkelijk voorkomt.
Weyerman schildert een jachttafereel. Waar hij het schildert en voor wie, is onbekend. Het schilderij, groot 113 bij 158 cm, berust in het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum te Breda. (Med. 1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1736 9 januariEerste nummer van Den Talmud ofte overzeldzaamen Joodsche vertellingen ('s-Gravenhage, Cornelis de Ruyt). Nummer 7, voor zo ver bekend het laatste nummer, verschijnt 20 februari. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1737 11 maartLeiden ‘Jacob Campo Weyerman Bredanus’ schrijft zich voor de tweede maal in, andermaal voor medicijnen, aan de Leidse universiteit. De leeftijd, die hij ditmaal opgeeft: 60, stemt beter overeen met de werkelijkheid dan de 30 jaren van 1714. Overigens is hij op het moment van inschrijving 59 jaar oud. Zijn studie heeft hij ook dit keer niet voltooid. (Maréchal Med. 385) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18 maartEerste nummer van De Naakte Waarheyt (Leiden, Adrianus vander Hoeven). Nummer 12, voor zo ver bekend het laatste nummer, verschijnt 3 juni.
Piet fopt Jan en Jan fopt Piet (z.p., z.u.). Richt zich o.a. tegen de jezuieten.
Verdeediging van Jakob Campo Weyerman tegens Alexander le Roux (Utrecht, Pieter Muntendam). De voorrede is geschreven ‘Uyt myn Studeerkamer den 1 van de Herfstmaand 1737’. Zijn aanval op Le Roux, notabele te Vianen, komt de eigen veiligheid in de vrijplaats Vianen niet ten goede. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 septemberDen Voorlooper van de Kronyk der Bankrotiers (Rotterdam, Dirk Hartigsvelt). Bedoeld als warmmaker voor een echte Kronyk, die nimmer is verschenen. Reeds in de Voorlooper worden diverse oplichters, woonachtig in o.a. Vianen, met naam en toenaam genoemd. Het lijkt erop dat de Voorlooper bij de Viaanse overheid kwaad bloed zette en tot Weyermans uitlevering aan het Hof van Holland heeft bijgedragen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de stad verspreid. Voordien zou hij vanuit Rotterdam Culemborgers per brief hebben opgeroepen hun vermelding in de Kronyk af te kopen. (T. 218) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17 decemberVianenHet Viaanse gerecht looft een beloning van honderd rijksdaalders uit voor aanwijzingen over de verblijfplaats van Weyerman. Op 18 december wordt Weyerman ‘niet sonder veel moeijte’ door dienaars van het gerecht gearresteerd. Een vluchtpoging over een muur mocht de oude Weyerman niet baten. Het Hof van Holland te 's-Gravenhage krijgt bericht van de aanhouding van Weyerman. Enige dagen later wordt Weyerman overgebracht naar de Voorpoort in 's-Gravenhage. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1739 9 juli's-GravenhageNa diverse verhoren en rijp beraad besluit het Hof van Holland Weyerman ‘ten syenen koste te confineren voor altoos’. Weyerman krijgt dus levenslang, met de verplichting in eigen onderhoud te voorzien. Weyerman wordt veroordeeld vanwege zijn smaadschriften en chantagepraktijken. Een belangrijke rol speelt Weyermans gedicht Enthusiasmus, dat de bestuurders van de Verenigde Oostindische Compagnie zou belasteren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebben’ wordt negatief gereageerd. Men vertrouwt het niet. De Procureur zegt niet over Weyermans theologisch werk te kunnen oordelen en verzoekt bijstand. (Sierman Med. 412) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 december's-GravenhageDe cipier beklaagt zich over het vele bezoek dat Weyerman ontvangt. Het Hof van Holland beperkt het bezoek tot ‘naastbestaande’, boekverkopers en schilders. De klacht herhaalt zich. Weyerman is kennelijk een attractie. (Sierman Med. 412)
Vermakelyk Wagen-praatje (z.p., z.u., z.j.). In de gesprekken, gevoerd op reis van Utrecht naar Breda, worden de medische stand en de boekhandel krachtig doorgelicht. Van het Wagen-praatje verschijnt in 1741 bij W. Goetzee te Gorinchem een tweede druk. Mogelijk is hij ook de uitgever van de eerste uitgave van ca. 1739. Het is niet duidelijk of het manuscript van voor de gevangenneming dateert of de censuur ondanks belasterende inhoud is gepasseerd. (Maréchal Med. 383) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1742Eeenige Letterlievende, Zeedekundige, Historische en Stichtelyke Betrachtingen ('s-Gravenhage, ‘Gedrukt voor den Autheur, by Ottho en Pieter van Thol’). Jaar van uitgave staat onder de handtekening van de auteur, die het ongevaarlijke werkje heeft opgesteld ‘tot bewys, dat ik myn eenzaame uuren niet verspille in ledigheyt, veel min in nuttelooze klachten’. Na de dood van Weyerman zou zijn weduwe nog voor een herdruk zorgen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
positief beslist ‘uyt aanmerkinge van derselver Armelijken toestant’. Weyermans echtgenote ontvangt 25 gulden. (Sierman Med. 413) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1744) aprilTreurvertoog ter loflyker Geheugen van den Godtgeleerden, Godtvruchtigen, Liefdadigen Heer Henrik Velse ('s-Gravenhage, Johannes de Cros).
Vreugdegejuygh der Hervormde Nederduytsche Gemeente over de komst van den Eerwaarden, Hooggeleerden, en Verdienstigen Predikant Jan Gysbert Moll ('s-Gravenhage, ‘Gedrukt voor den Autheur, en te bekomen by Mattheus Gaillard’) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door F.L. Kersteman. Deze biografie beleeft diverse herdrukken, o.a. in 1763, en wordt in 1764 in het Duits uitgegeven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afkortingen
Met dank aan André Hanou, voor de inzage in het typoscript van zijn boek over het Weyerman-proces, en aan Willem Hendrikx. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|