Hondert geestelyke liederen
(1748)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij
[pagina 178]
| |
2.
O neen! 't is een Verborgen-mensch,
Een mensch verborgen in het herte,
Gevoelend' een' gestaage wensch,
En trek naar GOD, met liefde-smerte.
3.
D' ootmoedigheid rust in dien schoot:
Sagtmoedigheid straalt uyt dat weesen.
Men is gedoopt in JESUS dood;
Op dat men grondig word' geneesen.
4.
Wie daadlyk niet geroepen wordt
Naar buyten, soekt het binnen-blyven;
Hy denkt ‘Myn leevens-tyd is kort!
My passen geene tyd-verdryven.
5.
Hy pleegt steets met den HEERE raad,
Wat HEM belieft, dat hy sal maaken;
En, hoe hy veilig, met ter daad,
Ter zaal'ge Ruste sal geraaken!
6.
Soo waakt, soo bid hy tot syn' GOD,
Soo lyd, soo hoopt hy 't aller stonden;
Hy looft, en dankt HEM voor 't genot,
Van 't geen hy reets heeft ondervonden.Ga naar voetnoot*
| |
[pagina 179]
| |
7.
Sie daar die sagt', en stillen geest,
Die kost'lyk is voor GOD bevonden:
Dus leeft een Christen onbevreest,
En heeft een' toevlugt t'allen stonden!
|
|