Hondert geestelyke liederen

[p. 114]

XLIV.
Psalm XLV:12. Dewyl Hy uw Heer is, soo buygt U voor Hem needer.

Wyse Ps. 24. Ps. 95. Ps. 111.

Buig (Zion!) voor het LAM ter neer:
En geef aan Uwen KONING eer!

Het komt HEM toe van alle lieden;

Ja, van het saelig Eng'len-choor:
Dat gaet ons ook in deesen voor;

Ook sal syn' liefde 't U gebieden.

Spreek tot Hem ‘KONING! sterke GOD!
Wiens gunst' aan ons een saelig lot,

Uyt vrye goedheid wilde schenken!

Ontsach'lyk is Uw' Eere-kroon,
Der Eng'len schaar is voor Uw' Throon,

En past eerbiedig op Uw wenken.

Hoe souden wy (maar zondig Stof)
Doch, door genade, tot Uw lof

Geheiligt, nu dan nog vertzaegen

Te bukken voor Uw' hooge Magt!
Daar GY ons 't leeven weder-bragt,

Naar 's Vaders heilig welbehaagen!

[p. 115]

4.

 

Maar, (ô) 't beschaamt ons meenigmaal,

 

Dat somtyds ietz, als was 't van staal,

 

Niet gantsch geboogen sy, en stille:

 

Verschoon, genaedig' OPPER-HEER!

 

En werp dien vyand haast ter neer,

 

Op dat de teegenkanting stille!

Vraagt somtyds eens ons hert naar reên,
Of geeft het wel een' naare steen,

(Wyl 't nog niet regt is neêrgeboogen)

Ach leer ons, meer verloochent staan,
En onsen voet in 't eff'ne gaan,

Ootmoedig, met geslooten' oogen!

Doe 't eens, ô KONING! door uw' Magt,
Syn in dien rechten staat gebragt,

Dat het U tot een Huys mag wesen;

Daar men steetz Reukwerk voor U brengt,
Uyt speceryen 't zaam vermengt,

Van uwen GEEST self aangeweesen!

Verlicht ons met dat zaalig licht
Van Uw beminn'lyk AANGESICHT;

Op dat w' U eens aanschouwen mogen!

En hier al, met der Eng'len schaar,
En naemaals eens, volmaakt'lyk daar,

Uw' Naam met eeuw'ge dank verhoogen!