Hondert geestelyke liederen
(1748)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij
[pagina 64]
| |
2.
Die DAG verschynt ook nu nog wel,
Wanneer eens onverwagt, en snel,
Het Licht van booven neêr komt straalen,
In 't herte, dat door duysternis,
Der gunste Gods nog ongewis,
Byna geen adem konde haalen!
3.
Of, als de HEYLAND in het hert,
Dat somtyds duyster, en verwert,
Die SON een wyle tyds moest missen,
Weêr opgaat, als de Dageraed,
Met liefde-straalen van genaed',
Verdryvend' alle duysternissen!
4.
O waare Licht, en Liefde Bron!
O JESUS! troost, en Leevens Son!
Ontdek U heeden ook in 't midden
Van ons, die hier te saam' by een,
En met uw Volk in 't algemeen,
Voor Uwen hoogen throon aanbidden!
5.
Toen Gy uw' kind'ren hebt ontmoet,
Wierdt al hun voorig leet vergoedt:
Hoe lief'lyk was het hun in desen!
Wy bidden ‘Ai verschyn ook noch,
Aan onse herten! Gy syt toch
Naby ons, men uw God-lyk Wesen!
| |
[pagina 65]
| |
6.
Vernietig door Uw' Levens-kracht,
Ens gantsch'lyk alle sonden-macht,
Die ons wil binden hier beneden!
Op dat w' in Vryheid mogen gaan,
En met de vrygekogten staan:
O dierbaar HOOFD! wy syn Uw' Leeden!
7.
Seg ons het geen wy moeten doen;
Of waar dat w' ons voor sullen hoên,
Op dat wy gantsch'lyk U behagen!
Schryf uwe Wet in ons gemoed;
Maak ons door uwen Geest regt goed;
Bestier ons dus all' onse dagen!
8.
Tot op dien dag, ô LEEVEND HOOFD!
Dat Gy aan elk, die heeft gelooft,
Die kracht nog eenmaal sult bewysen,
Dat Gy hem uyt het graf opwekt,
En in deGa naar voetnoot* Lucht naar booven trekt,
Om GOD volmaaktelyk te prysen!
|
|