Proeve van stichtelijke mengel-poëzij. Tweede Stukjen
(1776)–Hieronymus van Alphen, Pieter Leonard van de Kasteele– Auteursrechtvrij
[pagina 154]
| |
II.Moogtge uw wenschen niet verkrijgen;
Leer tog zwijgen,
Word eens al dat zorgen moê!
God zal zorgen: bid maar vuurig,
Bid geduurig,
En vertrouw uw lot Hem toe!
| |
[pagina 155]
| |
III.Heeft zijn Zoon voor u zijn leven
Niet gegeven?
Woont zijn Geest niet in uw hart?
Zou Hij uw belang niet weten,
U vergeten,
Uw verlaten in uw smart?
| |
IV.Heeft Hij niet in angst en nooden
Hulp geboden?
Wie is goed, dan God alleen?
Nimmer is zijn Trouw bezweken,
Ze is gebleken,
Als het u onmooglijk scheen.
| |
V.Wie kon ooit zijn Magt beperken?
God kan werken
Alles, wat zijn Wijsheid wil:
't Is de Magt van uw Ontfermer,
En Beschermer;
's Vaders Wijsheid is 't; zwijg stil!
| |
[pagina 156]
| |
VI.Leer Hem tijd en wijs betrouwen!
God kan bouwen,
't Geen nu afgebroken schijnt.
Zienwe niet, als we in de nagten
't Licht verwagten,
Dat de duisternis verdwijnt?
| |
VII.Heeft Hij u zijn raad verborgen;
Wil niet zorgen,
Wil niet gissen naar dien raad!
Volg zijn wetten! die zijn heilig,
En 't is veilig,
Als men in die sporen gaat.
| |
VIII.Hoop op zijn beloftenissen!
Niets zal missen,
Dat zijn Waarheid heeft beloofd.
't Geen Gods liefde goed zal keuren
Zal gebeuren,
Zultge krijgen van uw Hoofd.
| |
[pagina 157]
| |
IX.Jesus bidt, datge uw verlangen
Moogt ontvangen,
Zoo het u van nut zou zijn:
Jesus smeekt, om uw begeeren
Af te keeren,
Zoo 't u loonen zou met pijn.
| |
X.Leer in 't weigren van uw lusten
Stil berusten!
Zorg niet! --- 't geen het ergste schijnt,
Ja de smaad, die u bejegent,
Wordt gezegend;
't Onweer, datge vreest, verdwijnt.
| |
XI.Leer, voor dreigen niet te schrikken:
Vrees geen strikken,
Die de list der helle spant.
Jesus heeft haar magt gebonden,
Kent haar vonden,
En verlost u uit haar hand.
| |
[pagina 158]
| |
XII.Al de zorgen, die u plagen,
Zijn maar lagen,
Daar uw vijand in verschuilt;
Maar hij wordt het best bestreden
Met gebeden,
Daar ge uwe angsten tegen ruilt.
| |
XIII.'t Zorgen doet met God u twisten;
't Voegt geen Christen,
Dien 't gebed ten hemel leidt:
God te danken is uw leven,
Hem te geven
't Geen Hij eischt, is zaligheid.
| |
XIV.Zoek geloovig te verkeeren,
Jesus te eeren!
Zoek in deze rampwoestijn
Met uw Vader 't ééns te wezen,
Hem te vreezen!
Dit moete al uw kommer zijn!
|
|