Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen

[p. 104]

De school van Jesus.

I.

Eigen kragten

Te veragten

Wordt in Jesus school geleerd;

Lust en zinnen

Te overwinnen

Past een ziel, die daar verkeert.

II.

Zig om schatten

Af te matten

Wordt van Jesus afgekeurd:

't Zondig haken

Naar vermaken

Wordt in deze school betreurd.

[p. 105]

III.

Om zijn vlekken

Te bedekken

Leert men vliên naar Jesus bloed.

Voor zijn kwalen

Leert men halen

Balsem, die genezen doet.

IV.

Christenpligten

Te verrigten

Om dat Jesus die gebiedt;

't Al te haten,

En te laten,

Wat zijn oog ongeerne ziet;

V.

Nauw te letten

Op de wetten,

Die Hij aan zijn posten sloeg;

Alle dagen

't Kruis te dragen,

Agter Hem, die 't zwaarste droeg;

[p. 106]

VI.

Door gelooven

't Hart naar boven

Te verheffen uit het stof;

En door hopen

Blij te loopen

't Enge pad naar 't hemelhof;

VII.

Hem in 't streven

Aan te kleven

Zo in vreugde als droefenis,

Wordt bevolen

In de scholen

Waar in Jesus Leeraar is.