Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen

Inval op de bloesem.

Als de landman bloesemknopjens aan 't geboomte aanschouwen mag,
En zijn hoop op rijpe vrugten ziet vermeêren dag aan dag;
Slaat een bui van hagelsteenen soms het welig groeiend ooft;
En hij ziet zig dus van alles in een ogenblik beroofd.
Dat ik dan niet enkel bloesem, maar ook rijpe vrugten gaf!
Weer, o Jesus! door uw liefde, van mijn ziel den hagel af!
'k Hoor de buien gonzend nadren: o! verjaagze door uw Geest!
Zijn tot hier toe niet mijn bloempjens door uw trouw bewaard geweest?
Laatze dan tot rijpheid komen, waardig uwen liefdegloed;
Nimmer worden bloesems vrugten, zoo ze uw Almagt niet behoedt.