Proeve van liederen en gezangen voor den openbaaren godsdienst
(1802)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij
[pagina 108]
| |
Wandelt gij langs stille graven,
Denk: die haven
Wagt mij eerlang tot mijn rust.
Zugten, kermen, weenen, strijden,
Klagen, lijden
Landen niet aan 's hemels kust.
't Leger dier Egyptenaaren,
In de baaren
Van de zee des doods gesmoord,
Zal u daar, met helsche blikken
Niet verschrikken.
Waar geen noodkreet wordt gehoord.
Nog maar kort; en 't is geleden;
Doorgestreden,
Wat u pijnigt of bedroeft.
Uw Ontfermer zal u leiden;
Maar verbeiden
Blijft uw pligt, schoon Hij vertoeft.
| |
[pagina 109]
| |
Zonder haasten steeds gelooven,
Heft naar boven
't Hart, ook als Hij wagten doet.
Komen zal Hij; zeker komen;
's Levens-stroomen
Ruisschen u reeds in 't gemoet.
|
|