Kleine gedichten voor kinderen
(1913)–Hieronymus van Alphen– Auteursrecht onbekend
[pagina 102]
| |
[pagina 103]
| |
'k Wil u niet verongelijken;
Vader mag het vonnis strijken.
gijsje.
Laffe jongen, zonder moed!
klaasje.
O! bedenk eerst wat ge doet.
gijsje.
'k Vat u aanstonds bij de kleeren.
klaasje.
Wacht u, 'k zou mij dan verweren:
'k Ben zoo min bevreesd als gij.
gijsje.
Is dat waar, kom dan ter zij!
klaasje.
Neen: daar zal ik mij voor wachten;
Maar uw dreigen hier verachten.
Ha! geen dwaasheid is zoo groot,
Dan te vechten zonder nood.
| |
[pagina 104]
| |
Hier werden zij gestoord,
Papa-lief had het juist gehoord.
Hij, die een krijgsman was, en dikwijls in zijn leven,
Van zijn beleid en moed veel proeven had gegeven,
Zei: 't is de beste held: hij heeft den grootsten moed,
Die dapper vechten kan, maar 't nooit onnoodig doet.
|
|