Kleine gedichten voor kinderen
(1913)–Hieronymus van Alphen– Auteursrecht onbekend
[pagina 73]
| |
[pagina 74]
| |
Vader poogt altoos te weten,
wat de wensch van moeder is,
En hetgeen haar mocht vervelen,
geeft aan vader droefenis.
Vader gaf de beste perzik
laatst aan moeder met een zoen:
Hij wou zelf er niet van eten:
klaartje! zouden wij dit doen?
Liefste zusje! liefste broertjes!
o, het strekt ons tot verwijt,
Dat wij dikwijls zoo krakeelen;
ach, gij weet niet hoe 't mij spijt.
Komt, mijn liefjes! laat ons leven
tot elkanders nut en vreugd!
Laat ons pogen na te volgen
vaders liefde en moeders deugd.
Daar alleen kan liefde wonen,
daar alleen is 't leven zoet,
Waar men, blij en ongedwongen,
voor elkander alles doet.
|
|