Kleine gedigten voor kinderen
(1998)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| |
[pagina 131]
| |
De vegtende jongens
gijsje
Laat ons dezen twist beslegten,
Door eens moedig saam te vegten!
klaasje
'k Wil niet; 'k heb geen lust in slaan;
Maar laat ons naar Vader gaan;
'k Wil u niet verongelijken;
Vader mag het vonnis strijken.
gijsje
Laffe jongen, zonder moed!
klaasje
O! bedenk eerst watge doet.
gijsje
'k Vat u aanstonds bij de kleêren:
klaasje
Wagt u, 'k zou mij dan verweeren;
'k Ben zo min bevreesd als gij.
gijsje
Is dat waar, kom dan ter zij!
klaasje
Neen: daar zal ik mij voor wagten;
Maar uw dreigen hier veragten.
Ha! geen dwaasheid is zo groot,
Dan te vegten zonder nood.
Hier werden zij gestoord.
Papa lief had het juist gehoord.
Hij die een krijgsman was, en dikwijls in zijn leven
Van zijn beleid en moed veel proeven had gegeven,
Zei: 't is de beste held; hij heeft den grootsten moed;
Die dapper vegten kan, maar 't nooit onnoodig doet.
|
|