regelingen. Op die wijze was natuurlijk elke ondernemer schuw om iets te beginnen.
Van der Capellen achtte de particuliere ondernemer gelijk te staan met een parasiet en zijn maatregelen bedoelden dan ook de bescherming van de Javaan. Hij zag echter niet in, dat de inlander bij toevloeiing van kapitaal en ontginning van woeste gronden groot profijt zou hebben. Op het noodlottige verbod van landverhuringen in de Vorstenlanden komen wij in het volgende hoofdstuk terug. Het is een van de oorzaken van de bloedige oorlog op Java tussen 1825 en 1830 geweest.
Daarbij kwam nog, dat de koloniën niet het voordeel opleverden, dat men er van verwacht had. De Engelse handelshuizen hielden grote invloed. Van de schepen, die de havens van Java binnenvielen, was slechts de kleinste helft uit Nederland afkomstig.
De invoer was voor verreweg het grootste gedeelte in handen der Engelsen. Zij leverden de goedkope katoentjes, waaraan grote behoefte was. Zo hadden zij heen èn terug een voordelige vracht, terwijl onze schepen op de heenreis dikwijls zo goed als geen lading hadden. Wel werd in 1824 de Nederlandsche Handelmaatschappij opgericht, maar veel verbetering bracht zij aanvankelijk niet in de toestand, zoals nader zal blijken. Van der Capellen kon men hiervan de schuld niet geven, maar het kwam zijn beoordeling toch niet ten goede, temeer toen hij tegen de uitdrukkelijke bevelen van de Koning in, de goevernementsvrachten niet alle aan de schepen van de N.H.M. meegaf. Ook andere opdrachten van minister en oud-collega Elout sloeg hij in de wind.
Voeg daarbij nog de twee oorlogen, die tijdens zijn bewind uitbraken, dan behoeft het ons niet te verbazen, dat de Koning hem ongevraagd ‘verlof’ gaf zijn functie neer te leggen, wat hij de lste januari 1826 deed. Hij droeg de Indische bevolking een warm hart toe, maar hij was ten enenmale ongeschikt, om de man te zijn voor het ‘moeilijke begin’.
Zijn opvolger, De Kock, had tot taak op twee fronten oorlog te voeren. Naast of liever boven zich kreeg hij een commissaris-generaal, de Belgische edelman Du Bus de Gisignies. Deze is de enige Zuidnederlander geweest, die een dergelijke hoge functie in Indië heeft bekleed. Zijn opdracht luidde onder meer: bezuinigen! Maar de eerste jaren is daar niet van gekomen, integendeel, men moest telkens opnieuw lenen, omdat de oorlogen op Java en Sumatra schatten verslonden. Over die strijd moeten wij het thans eerst hebben.