Martha (1895)
Martha is geschreven in de periode januari 1893-oktober 1894, en werd oorspronkelijk in afleveringen gepubliceerd in het pas opgerichte Tweemaandelijksch Tijdschrift 1(1894-1895) I, 161-200; 352-387; II, 113-136; 264-283; 345-373, onder de titel Martha, Roman, voorafgegaan door de opdracht ‘Opgedragen aan Dr. N. v. Rijnberk.’ In de boekuitgave, die in het Nieuwsblad voor den Boekhandel van 19 november 1895 werd aangekondigd, en die verschenen is in een genaaide en in een gebonden editie voor respectievelijk f 2,40 en f 2,90 bij Scheltema & Holkema's Boekhandel te Amsterdam (tegelijk met de bundel Novellen), heeft Aletrino deze opdracht uitgebreid tot ‘Aan Dr. N. van Rijnberk. Uit dankbaarheid en hoogachting.’
Nicolaas van Rijnberk (1845-1929) was een Amsterdamse oogarts die, geboortig uit Tiel, in Leiden medicijnen had gestudeerd. Hij startte zijn loopbaan als officier van gezondheid te Gouda en Amsterdam. In 1888 verliet hij de militaire geneeskundige dienst om zich in Amsterdam te vestigen. Hij was privaat-docent oogheelkunde aan de Gemeente Universiteit en hoofd van de gemeentelijke polikliniek voor oogziekten. Als bestrijder van oogziekten bij de minvermogende bevolking van Amsterdam (met name trachoom, een ziekte die destijds veel voorkwam bij de arme joodse bevolking) heeft hij belangrijk werk verricht. Gedurende een reeks van jaren is hij actief geweest in de Nederlandse Maatschappij van Geneeskunde. Het is mogelijk dat Aletrino, die in zijn