Het voorgeborchte(1853)–J.A. Alberdingk Thijm– Auteursrechtvrij Vorige Volgende In het album van mejonkvrouw Johanna van Reede van Oudtshoorn. Wat diere gunst valt mij ten deel: Gij noodigt mij in 't hofpriëel, Uit vriendengift bij gift verzameld! Wacht voor uw geurge lustwarand Geen bloemtjen uit des steêmans hand, Zij schrijft hier slechts een woord in 't zand - Maar door zijn hart u toegestameld: ‘God geve u levensheil, getrouwer dan de bloemen, Die kiemen, blozen, en vergaan! - Vind vrienden, die het zijn - niet enkel die 't zich noemen: En neem mijn hand ter vuurproef aan.’ Zomermaand, 1851. Vorige Volgende