Het voorgeborchte(1853)–J.A. Alberdingk Thijm– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Aan Wilminaas voedstermoeder, met een dichtgeschenk. Aan u, wier zorg me een rozentwijg deed bloeyen En blijde groeyen, Zelfs in den nevelkring der aard - Een twijge, die mijn zwak en dwalend leven Een doel kwam geven, En lieflijk richten in zijn vaart: Aan u, door wie den krachten van mijn wezen Een licht verrezen, En sterkend mij is opgegaan: Door wie me een heil, niet voorgevoeld tot heden, Deze aard ten Eden En éen geluk maakt van 't Voortaan: Wat schenke ik u, de erkentenis ten teeken, Die onbezweken Mij bijblijft tot mijn laatste stond! Mijn kunst is zwak: en echter wijde ik u ze, In wie mijn Muze Een goede en teedre moeder vond. Zwak is mijn stem - maar daaglijks klimt mijn bede, Dat God de vrede, De liefde, die, in 't echtverbond, Ook u 't geluk doet vinden op uw wegen, Met kracht van gloed en duur van jaren zegen, Tot u zijn Englenwacht een Eeuwig Heil verkondt. 16 Dec. 1846. Vorige Volgende