Als Koning Carel gedood hadde allen die aan Reinouts dood schuldig waren, vertelde de Bisschop Koning Carele, hoe Reinouts lichaam te Dortmunde voer met een karre zonder paerd of ander dier. De Koning trok na Dortmunde en vond het volk zeer droevig, want zij meenden dat de Koning Reinouts lichaam wechnemen zoude, en dat hij daarom gekomen was. Koning Carel zeide tot de Heeren: ‘Ik bid u, mijn Heeren! laat mij zien 'et lichaam van mijn neve Reinout.’ Toen zeiden de Heeren van de stad: ‘Edel Heer Koning! zijdy hier gekomen om ons te benemen 'et lichaam van den vriend Gods, Reinout, die hier alleen kwam bij miraculen, zonder menschen hulpe - dat zoude God op u wreken!’ Toen zeide de Koning Carel: ‘Neen ik: en hebt des geen zorgen!’ Als de Heeren en borgers dit hoorden, waren zij blijde, en deden de tombe op en om Koning Carel 'et lichaam te laten zien; met-een trad Koning Carel tot de tombe, en zag daarin af, en Reinouts lichaam was wech, en was gevaren tot zijn broeders; en zoo wij beschreven vinden, zoo liggen ze te Napels: en als de Koning dat lichaam van zijnen neve daar niet en zag, verwonderde hij hem. Als dit de Heeren en Gemeente van de stad vernamen, dat zij het lichaam van Reinout, den vriend Gods, kwijt waren, bedreven zij groote rouwe en misbaar.
En de Koning reisde met zijn volk weder na Parijs.
Dus nam Reinout zijn einde en stierf zaliglijk, en verblijft met God in 'et eeuwige leven, daar ons wil brengen de Vader, Zoon en Heilige Geest! Amen.
Hier eindigt de Historie van de Vier Haymijns Kinderen, en van Reinout Heer van Montalbaen en Koning Carel van Vrankrijk.