Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw(1852)–J.A. Alberdingk Thijm– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de weechschaal van Holland, of de Hollandsche transformatie. [Door Vondel, als éen zijner hekeldichten, aan de belangen der Remonstranten gewijd.] Gommer en Armijn te Hoof Dongen om het recht geloof: IJders ingebracht bescheit, In de Weegschaal wert geleit: Dokter Gommer, arme knecht, Haddet met den eersten slecht, Mits den schranderen Armijn, Tegens Beza, en Kalvijn, Led' den rok van AdvokaatGa naar voetnoot1, En de kussens van den Raad, En het brein dat geenzins scheen IJdel van gezonde Reên: Brieven die vermelden plat 't Heiligh Recht van elke Stad. Gommer zag vast hier en gins, Tot zoo lang mijn Heer de Prins, Gommers zijd', die boven hing, Trooste met zijn stale kling, Die zoo zwaar was van gewigt, Dat al 't ander viel te ligt. Toen aenbad elk Gommers pop En Armijn die kreegh de schop. voetnoot1 Oldenbarnevelt. Vorige Volgende