Voorbericht.
De historie van 300 jaar ‘Gijsbreght van Aemstel’ is een
samenvatting van drie eeuwen Amsterdamsche tooneelgeschiedenis. Een geheel
volledige kroniek der opvoeringen kan dan ook pas worden samengesteld, wanneer
van het Amsterdamsche tooneelleven zèlf de volledige geschiedenis
geschreven is. De uitgave der schouwburgrekeningen, een lijst van het
repertoire, de bestudeering van de tooneelaanwijzingen in de tallooze
tooneelstukken, van de biografische gegevens over de tooneelspelers, en, niet
in de laatste plaats de vergelijking van het Nederlandsche tooneel met de
ontwikkeling in het buitenland, zouden daaraan o.m. vooraf moeten gaan. Thans
kan den onderzoeker, die op de vele geschreven en gedrukte bronnen en de, voor
een deel verouderde, literatuur is aangewezen, nog veel ontgaan zijn.
Van de vroegere studies over de historie der opvoeringen is vooral
Simons' onderzoek grootendeels verantwoord gebleken. Rössing's artikelen,
en de latere, hierop steunende publicaties - waaronder ik ook mijn opstel in de
Vondelkroniek van Januari 1935 reken -, bevatten echter enkele onjuistheden,
welke ik hoop, hier te hebben gecorrigeerd.
Bij de samenstelling van ‘Drie Eeuwen Gijsbreght van
Aemstel’, moest het materiaal tot het essentieele worden beperkt:
nuttelooze anecdotische bijzonderheden over de acteurs en actrices zijn zooveel
mogelijk vermeden. Een dramaturgische beschouwing van het treurspel zèlf
liet de plaatsruimte niet toe, en ook de waardeering ervan in de
literatuurgeschiedenis viel buiten den opzet van het boek.
Over de vertooningen van ‘Gijsbreght van Aemstel’ buiten