Den Cleefschen Pegasus
(1654)–Maria-Margareta van Akerlaecken– AuteursrechtvrijDat den Prince van Nassau heeft doen stellen buyten de Nassauwsche Poort tot Cleve,CVpido is verwoet,
En heeft een Harnasch aen,
Wilt dien, die ontrouw doet,
Met den Degen verslaen.
Daerom houwt hy de wacht,
By de Nassousche Poort,
Op dat daer niet by nacht,
Vlien die draeyen hun woort.
| |
Noch op Cupido.VOormaels Was Cupido naeckt,
Maer Nassau het anders maeckt,
Doet hem nu een Harnasch aen,
| |
[Folio G7v]
| |
Om dat hy noch sou verslaen,
Die Iuffrouwen suyverlyck,
Hier bedriegen heymelyck,
't Sy met woordt, gewelt of cracht,
Daer om houd hy hier de wacht.
Buyten de Nassausche Poort,
Daer om moetmen van nu voort,
Geenen Iuffers doen verdriet,
Onder het Nassauws ghebiet.
Want dien Prince van Nassouw,
Lief heeft Deughd en eere trouw:
Alsmen door syn leven vindt,
Hier om is hy seer bemindt,
Van de menschen groot en cleyn,
Die suyverheyt minnen reyn.
Daerom heeft hy Cupido,
Gestelt met een Harnasch so.
Om de Iuffers te behoen,
Voor die haer gewelt wil doen.
Dat doch hier in't Cleefsche Landt,
Soud de Deught worden geplant,
En de Menschen allegaer,
Leven suyver en Eerbaer,
Dat doch Godt den Heer syn straf,
Wendt van dese Landen af.
Want als jemandt onrecht doet,
Dat het Landt meed dragen moet.
Looft Nassau daer voor hy so,Ga naar margenoot+
Dus gestelt heeft Cupido.
Want dit Beelt seer vol van sin,
Heeft veel goede Leeringh in.
|