geleden hebbe, als niet kunnende die Hooge Vorstelijcke Cenealogien van uwe H.E. Geboren Landen, (die myn Vader zaliger met over grote costen en sware Studien heeft tot grooten Lof inde oogen van alle de werelt gebracht,) ick in dien tyt niet int licht hebbe cunnen brengen, heb ick evenwel myn tydt niet ledich willen quijt worden, maer onder tusschen seer nau acht genomen op't leven van hare Keurvorstelycke Door-luchticheden, (uwe H E. Heeren alder genadichste Keurvorsten) wenschende eerst gehadt te hebben de Pen van Aristoteles om die alder-genadichste Keurvorstelycke Doorluchtichedens Lof ende Leven te beschrijven, hebbe de vryheyt genomen niet tegenstaende ick maer een Iuffer ben, ende mijn pen daer niet so bequaem toe is als misschien een Man soude, haer Lof ende Leven op rijm te stellen.
Ick niet twijffellende of V.H.E. Heere sijt al te samen seer getrouwe Dienaers van hare Keurvorstelycke Door-luchticheden, sende V.H.E. Heeren dit Boexken wel wetende V.H.E. Heeren dat aengenaem sal zijn, ende van wegen hare K.V.D. Danckbaerlyck aen nemen sult.
In Nymegen den 25 Octob. 1654 V.H.E. Heere
O.D. Maria margreta van akerlaken.