Een dergelijke kapitaal met ingetekend wapen troffen we ook aan in hs. W. fo 30⁘, van het Stadsarchief te Keulen, dat eveneens uit Blankenheim afkomstig is. Zie: Menne S. 18, No. 14.
P. Wüst, Die deutschen Prosaromane von Pontus und Sidonia, Marburg (diss.), 1903, zegt op blz. 64, waar hij hs. W. fo 30⁘ beschrijft (door hem aangeduid met K 1): ‘Das Wappen in der Initiale D zeigt, dass die Hs. für ein Glied des Hauses Manderscheid geschrieben ist. In Manderscheid'-schem Besitze war sie noch längere Zeit: Bl. 52 ist im oberen Rande eingeritzt: ARNOLD VS MANDERSCHEID, und Bl. 159v ist in den Querbalken eines roten Initial-E von späterer Hand in schwarz “Manderscheit” eingetragen. Wir haben es jedenfalls mit Graf Arnold I. von Manderscheid-Blankenheim zu tun [er regierte 1533-48, wo er starb]. Zu Blankenheim befand sich die Bücherei, der auch K2 angehorte.’ (Hs. K2 is hs. W. fo 46⁘ van het Stadsarchief te Keulen. Zie: Menne S. 20, No. 16). Graaf Arnold, geb. 1500 en gest. 1548, was een neef van de bovengenoemde Kuno.
Voor andere voorbeelden van initialen voorzien van wapens, verg. G.I. Lieftinck, De herkomst van het Walewein-handschrift, in: Bulletin van den Ned. Oudh. Bond, 5e serie I (1947) blz. 12-18.
Volgens F. Lyna, hoofdconservator van de Kon. Bibliotheek te Brussel, is het voorkomen van adellijke wapens in kapitalen die een afgesloten ruimte vertonen, als bijv. D en O, een vaak optredend verschijnsel in Middeleeuwse hss.
Wijlen W. de Vreese, aan wie wij in 1936 fotocopieën van het hs. lieten zien, was van mening, dat hs. B, te oordelen enkel naar het schrift, ouder was dan de 15e eeuw.
In een brief d.d. 18 Sept. 1942 plaatste F. Lyna het in de eerste helft van de 15e eeuw (Correspondentie Bouwstoffen Mnl. Wbk. ).
Watermerken: Het feit dat er drie verschillende watermerken in het papier voorkomen, geeft ons een houvast voor een betrouwbare datering. Het zijn: een handschoen, een ossenkop en een kroon, drie merken die zeer vaak voorkomen in talloze variaties. Het eerste is ± 11085 van Briquet (Tome III) en wordt aldaar gedateerd van 1390 tot 1440. Briquet noemt dat watermerk: ‘main’, ofschoon het eigenlijk een handschoen is. Het tweede stemt volkomen overeen met 15046 van Briquet (Tome IV; tête de boeuf) en is gedateerd van 1416 tot 1428. Het derde is verwant aan 4710 van Briquet (Tome II; couronne) en komt voor in stukken van 1420 tot 1425.
Uit deze gegevens blijkt dat een datering in de eerste helft van de 15e eeuw, zoals F. Lyna die gaf, volkomen verantwoord is.
Katernen: Het hs. telt 147 bladen. De opbouw van de codex uit katernen zoals die nu is, verschilt van de vroegere samenstelling. Oorspronkelijk bestond het hs. uit sexternen. Dat bewijst de katernentelling - aangebracht aan de kop der bladen - en de resten daarvan die in het hs. voorkomen op de volgende folio's: 13r, 25r (door midden gedeeld), 37r (rest), 49r (rest), 61r (rest), 73r, 85r, 98r, 110r, 122r, 134r, 146r. Afgezien van de onregelmatigheid die fol. 98r vertoont - de nummering had men op fol. 97r verwacht - volgen deze cijfers regelmatig om de 6 diploma's. Waarschijnlijk kwam er vroeger na de