Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht
(1962)–J.F. van Agt– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 218]
| |
HeerGa naar margenoot+ De gemeente bevat het kerkdorp Heer en het gehucht Scharn, welke beide vrijwel zijn samengegroeid met de Maastrichtse stadsagglomeratie. Ga naar margenoot+ Eversen en Meulleners, blz 175. - W. Simenon, Geschiedenis der voormalige heerlijkheid Vlijtingen, in Publications 1901, blz. 86. - De Crassier, 1931, blz. 143. - P. Doppler, Lijst der proosten van het vrije rijkskapittel van St. Servaas te Maastricht, in Publications 1936, blz. 148. - J.M. van de Venne, Geschiedenis van Heer, Heer 1957. | |
HeerGa naar margenoot+ Akersteenweg. Halverwege de Keerderberg aan de zuidzijde in de grote bocht staat een hardstenen wegkruis met in- en uitgezwenkte balkeinden; ter herinnering aan een ongeval in 1840. Hoek Pater Custersweg (de oude Via Mansuerisca) - Steegstraat. Smeedijzeren wegkruis met metalen korpus, midden xix, dat voorheen bij het kruispunt Akersteenweg - Heer stond.
Ga naar margenoot+ DE OUDE KERK van St. Petrus Banden werd naar plannen van Mathias Soiron opgetrokken in de jaren 1788-1789 ter vervanging van een georiënteerde preromaanse kerk met smaller rondgesloten koor en een vermoedelijk latere zuidbeuk; bij de preromaanse kerk behoorde een oudere toren, die gehandhaafd bleef doch in 1890 grotendeels instortte (vgl. J.M. van de Venne, o.c., blz. 339 en afb. 34). Plattegrondtekeningen van de afgebroken en de nieuwgebouwde kerk door M. Soiron in het Rijksarch. te Maastricht, afb. 212-213. De noordzuid gerichte door een schilddak gedekte zaalkerk van baksteen met hoekblokken van mergel en hardsteen had altaarnissen in de vier hoeken, het smallere koor uitwendig driezijdig, inwendig rondgesloten; zij is sinds 1905 voor verschillende doeleinden gebruikt en ten slotte in 1917 ingericht tot school. Er is o.a. nog een beeldnis van hardsteen, waarvan de sluitsteen drie bollen vertoont. Links tegen de lange westgevel van het schip bevindt zich nog een 2-4 m hoog fragment van de toren, fig. 66, waarvan de ± 1,40 m dikke muren, x?, zijn samengesteld uit onregelmatig breuksteenwerk met kleine korte blokken zandsteen, harde mergel, kiezel en specie met baksteengruis; zichtbaar is nog het fragment van een stroomlaag. In 1903 was er nog opus spicatum te zien. Ga naar margenoot+ In de toren kleine grafsteen uit 1791. Tegen de achterkant van de toren drie grafstenen met het wapen Van Eyll uit 1764, 1792 en 1817 (vgl. Maasgouw 1903, blz. 73, 74). | |
[pagina 219]
| |
DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK van St. Petrus Banden werd in 1903-1905 iets tenGa naar margenoot+ noorden van de oude gebouwd door architect C. Franssen. Zij bezit: Twee driecellige biechtstoelen, xixa. Houten lezenaar, xixa, met schijvenmotief versierd; veranderd in paaskandelaar.Ga naar margenoot+ Orgelkas, xixa, bekroond met engelfiguurtjes en vazen met festoen. Twee kerkbanken, xixa. Kruis met houten korpus, xviiid, hoog 46. H. Rochus, xvii, hout hoog ± 90, metGa naar margenoot+ pelgrimshoed waarop schelpen en met sleutels, vergezeld van een hond met een brood in de bek en van een engel, die de wonde toont op het rechterbeen. Kroning van Maria, xvii, doek 168 × 122.Ga naar margenoot+ Zilveren monstrans, xviiib, hoog 72, de ovale voet, peernodus en draagkorf versierdGa naar margenoot+ met bandwerk, ranken en traliemotief; voor de vergulde stralenkrans ajour rankwerk met voorstellingen van de H. Drievuldigheid en Maria; hierboven een kroon. Merk: iw in een in- en uitgezwenkt schild. Zilveren ciborie, midden xvii, hoog 47, versierd met festoen, engelkopjes en acanthus; op de voet reliëfvoorstellingen van de evangelisten, op de cuppa oud-testamentische, op de Eucharistie betrekking hebbende reliëfvoorstellingen; onder de voet anno 16(5?)1 en tout a la plus grande gloire de dieu par guillaume de dopf heer le 24 luin 1829 (van de Venne, o.c., blz. 348). Merk: gw in een rechthoek. Fig. 66. Heer, kerktoren
| |
[pagina 220]
| |
Zilveren kelk, hoog 23, afb. 444, de zeslobbige koperen voet met arabesken, cherubijntjes en de wapens van Herstal en Slenaken; de nodus met drie engelkopjes en drie noppen met edelstenen; op de bovenkant van de voet ian × coen × van hestal scholtes. en. schepen × der × heerl heer × ende × berghe ende × maria × slenaken × sin × hvisfrovwe anno 1613; onder de voet latere inscriptie petrus dominicus festjens (pastoor 1829-1855). Vernieuwde cuppa van verguld zilver, gemerkt: Ned. tweede gehaltemerk, u (1854), onleesbaar rond merk, schrijflettermonogram (o.a. p) in rechthoek. Zilveren kelk, hoog 23, met twee stamringen, peernodus en klokcuppa; onder de voet d × d × 1752; merken: Maastricht met r, hb in vierpas. Zilveren kelk, xviiid, hoog 24, versierd met bladkrans, zwellingen en festoenkrans; merken: Maastricht, gekroonde if. Zilveren kelk, hoog 25, met twee stamringen, peernodus en klokcuppa; merken: Luik met 1731, pijl met hartje onder ipi gekroond in schildje. Zilveren oliebusje, xixa, doorsnede 5; merken: tnm in vierkant, met gekruiste takjes in vierkant, hand met stok in een rond veld. Zilveren kroontje, xixa, doorsnede 10; merken: w in vijfpuntige ster, Ned. gehaltemerk. Hierbij scepter en rozenkrans. Zilveren processiekruis, xixa, met festoen. Zilveren wierookvat, xixa; merken: gekroonde v in schildje, onleesbaar. Hierbij scheepje, xixa; merken: v als boven, haantje (?) in afgeschuinde rechthoek, veyrat in ruit. Zilveren missaalbeslag, xviiib; de hoeken in Lodewijk xv-stijl en middenstukken met Marianum; gemerkt Maastricht met m, gekroonde ng; de sluitingen, xixa, met medaillon aan strik, gemerkt 2 en twee gekruiste takjes in een vierkant, hand met stok in een rond veld. Ga naar margenoot+ Rond wierookvat met zwellingen van gegoten koper, xviii. Hierbij scheepje. Twee kandelaars van gedreven koper, xvii, hoog 49, ten dele getorst. Drie paar drievoetkandelaars van gegoten koper, ± 1700, hoog 48, 51 en 54. Zeven kandelaars van gedreven koper, xixa, hoog 94. Koperen achtarmige kaarsenkroon, xviiid, met zwellingen, gedeeltelijk getorst. Ga naar margenoot+ Achtarmige kristalluchter, midden xix, met struisveerornament. Ga naar margenoot+ Wit kazuifel met groene oplegsels, waarop voorstellingen van Maria en de Kruisiging zijn geborduurd, xvia. Rood kazuifel met geborduurde oplegsels met voorstellingen van de Kruisiging en drie heiligen, xv-xvia. Wit driestel met gekleurde bloemenpatroon, de oplegsels geborduurd, xviiib. Wit gebloemd, geborduurd kazuifel, xviiib. Wit veelkleurig gebloemd, geborduurd kazuifel met kelk, kruis, hart, anker en hostie in brokaatreliëf, xixa. Groen kazuifel, de oplegsels veelkleurig geborduurd en met zilverbrokaat, xixa. Zwart fluwelen driestel, de oplegsels in gebloemd damast, xixa. Ga naar margenoot+ Hardstenen grafkruisen, o.a. uit 1618, 1622, 1628 en 1657. (Zie voor de opschriften J.M. van de Venne, o.c. blz. 355).
Ga naar margenoot+ DE ROOMS KATHOLIEKE PASTORIE, tegen de oude kerk, bestaat ten dele uit baksteen met speklagen van mergel, xvii, ten dele uit mergel met segmentboogvenster in | |
[pagina 221]
| |
hardsteen type ia, xviiib, ten dele uit baksteen met hardstenen vensterdorpels, xixa. Inwendig console-schoorsteenmantel van rood marmer, xixa, en régencekast, xviiib.
DE BURGH, Burghstraat 5, was tot voor kort aan alle zijden omgeven door het waterGa naar margenoot+ van een brede gracht, die vroeger tevens het voormalige ten westen van het herenhuis gelegen voorplein, waaraan de economievleugels lagen, omgaf en verder ten westen en ten zuiden hiervan om de tuin liep. J.M. van de Venne, o.c., blz. 149-154.Ga naar margenoot+ Het rechthoekige donjonachtige herenhuis, fig. 67, heeft boven een lage mergelstenenGa naar margenoot+ plint een verhoogde kelderverdieping, xiiid of xiva, van zandsteen in breuksteenverband met onregelmatige hardstenen hoekblokken en met ten dele dichtgemetselde taps toelopende schietspleten. Het huis is verder opgetrokken van mergel; het bovenste gedeelte, xixb doch gewijzigd in 1931, onder een mansardedak. De benedenverdieping heeft aan de zuidzijde twee vensters, xvii, met onregelmatig geblokte penanten. Verdere vensters xixb. Voorheen had het gebouw segmentboogvensters type ia, xviiid, en topgevels aan noord- en zuidzijde met een zadeldak, dat doorliep over een portaalaanbouw links tegen de westgevel. Thans bevindt zich voor de gehele westgevel een bakstenen bordes, dat door een valbrug verbonden is met een voor het midden gelegen gemetselde boogbrug, xixb, gepleisterd. De kelder, de vroegere gevangenis, heeft mergelstenen wanden en een segmentbooggewelfGa naar margenoot+ van hetzelfde materiaal; tussen het mergelwerk van de binnenwanden en het breukstenen buitenwerk bevindt zich wellicht gietwerk; het muurwerk is hier ± 2,50 m dik. De schietspleten komen aan de zuidzijde uit op ten dele taps toelopende spaarnissen met keperbogen. Aan de noordzijde twee dergelijke nissen, waarvan de linker tussen het mergelwerk fragmenten bevat van twee lagen met keien. Aan de oost- en | |
[pagina 222]
| |
Fig. 67. Heer, Burgh
| |
[pagina 223]
| |
westzijde twee lagere taps toelopende nissen met segmentbogen. In een der hoeken van het gebouw bevond zich een in de muurdikte uitgespaarde spiltrap. Verder is er in het gebouw een houten schoorsteenmantel, xixa, met paarse en blauwe tegels.
HET LANDGOED DE CROON OF HUIS EYLL, Molenweg 12, bevond zich omstreeksGa naar margenoot+ 1570, toen het nog Croonenhoff heette in het bezit van de familie Sutendael. Van het einde der 17de eeuw tot 1822 behoorde het aan de familie Van Eyll, daarna tot 1860 aan de familie De Dopff, vervolgens tot 1906 aan de familie Du Parc. Na nog enige malen van eigenaar gewisseld te hebben werd het in 1929 gekocht door mr. J. van Heyst, die het in 1952 overdroeg aan ir. C. Darley. Deze liet het huis geschikt maken voor hedendaagse bewoning (J.M. van de Venne, o.c., blz. 154-165). Het rechthoekige op het zuiden gerichte bakstenen herenhuis, xviiib, van twee verdiepingenGa naar margenoot+ onder een zadeldak met leien heeft een brede, door mergelstenen lisenen en een middenrisaliet met mergelstenen fronton, verlevendigde zuidgevel, afb. 202, met segmentboogvensters in hardsteen, type iia, en in het midden een segmentboogingang met een geprofileerde en gepaneelde hardstenen omlijsting; de lisenen prijken bovenaan met dubbele régencekraagstenen. In de westgevel twee gladde tussendorpelkozijnen van hardsteen. De noordgevel had voor de recente uitbreiding naar die zijde enige houten tussendorpelkozijnen. Het profiel op halve hoogte van de lisenen aan de zuidgevel liep oorspronkelijk langs de hele gevel door. Over de kelders ellipsgordelbogen van baksteen, waartussen bakstenen troggewelvenGa naar margenoot+ zijn gemetseld in visgraatverband. De vertrekken liggen in ‘enfilade’. De middenkamer, vroeger vestibule, met ovale middennis was tot aan de laatste restauratie versierd met wandschilderingen, uitgevoerd in olieverf, ± 1800, met voorstellingen van dieren in parkachtige omgeving, afb. 210-211. De onlangs verplaatste eiken trap met balusterleuning en getorste régence-trappaal bleek reeds eerder gewijzigd te zijn. Er zijn eiken deuren met hoekrozetten in de panelen. In de grote zaal aan de oostzijde bevindt zich boven een gepaneelde lambrizering een wandversiering van stuc, afb. 204 afb. 205 afb. 206 afb. 207 afb. 208 209, bestaande uit ionische pilasters, waartussen zich rechthoekige of ovale panelen bevinden in een Lodewijk xvi-omlijsting; in deze panelen landschappen, Italiaanse architectuurvoorstellingen en allegorische voorstellingen of tropeeën betreffende de kunsten enz., en eertijds ook spiegels. Houten schoorsteenmantel met gecanneleerde zijpilasters en rozetten; de boezem met spiegel, waarboven een stucmedaillon met bloemenvaas; onder het medaillon gagini invenit et scvlpsit 1789. Het gebouw bevat voorts een schoorsteenmantel van zwart-wit marmer met zijpilasters, rozetten en rankwerk en een koperen rechthoekige haardomlijsting; de stucboezem met gepaneelde zijpilasters, rankwerk enz. Tenslotte een stucboezem met in- en uitgezwenkte verkropte lijst en overhoekse gepaneelde zijpilasters, van omstreeks 1750, en een eenvoudige tegelschouw. Op de verdieping moerbalkzolderingen. De vleugels van de uit baksteen opgetrokken, tegenwoordig aan de straatzijde gepleisterdeGa naar margenoot+ bouwhoeve liggen in U-vorm om een niet geheel gesloten binnenplaats ten noorden van het herenhuis. Aan de straat ellipsboogpoort in hardsteen, puntgevel met gevelsteen waarop een kroon en 1738, houten tussendorpelkozijnen met getoogde bovendorpel, hoekblokken. Aan de binnenplaats enige gladde hardstenen tussendorpelkozijnen met geprofileerde onder- en getoogde bovendorpel, type iei, resp. iii, segment- | |
[pagina 224]
| |
boogingang in hardsteen, type iei, enige stalingangen in hardsteen, type ia, met horizontale blokken onderbroken penanten. In de rechter buitengevel een segmentboogingang in hardsteen type ia, houten tussendorpelkozijnen en schietspleten in hardsteen. De kelders zijn overdekt met ellips-tongewelven, resp. ellips-gordelbogen, waartussen troggewelven, alles in baksteen; eenvoudige houten schoorsteenmantel. Ga naar margenoot+ Ten zuidwesten van het herenhuis een koetshuis, ten dele ingestort, van baksteen met segmentboogvensters en -ingang in hardsteen, type id en iii, onder een mansardewolfdak met leien. Inwendig fragmenten van twee tegelschouwen, xviiib, een troggewelf en een kelder onder een bakstenen tongewelf. Ten zuiden van het koetshuis eenGa naar margenoot+ eenvoudig bakhuis van mergel. Ga naar margenoot+ In de as van de zuidgevel van het herenhuis een uitgezwenkt ijzeren régence tuinhek met gepaneelde hardstenen pijlers, xviiib. Voorts pijlerpaar van baksteen met vaasvormige bekroning, xviiib, en hardstenen pijlerpaar, xixa, en een hardstenen balustervormige tuinvaas, xviiib.
Ga naar margenoot+ HET LANDGOED OPVELD, Veldstraat 20, werd in 1550 voor het eerst vermeld. In 1774 kwam de ‘Ridderhof’ gelegen ‘Aen gen veld’ in de heerlijkheid Heer in het bezit van Petrus Joseph Joannes van der Vrecken, Keizerlijk Postmeester te Maastricht, die het herenhuis liet herbouwen door Mathias Soiron en door deze tevens een plan liet maken voor herbouw van de hoeve (plattegronden in het Rijksarch. te Maastricht, vgl. J.M. van de Venne, o.c., afb. 19 en 20). In de 19de eeuw was het evenals de Croon achtereenvolgens eigendom van de familie De Dopff, die het liet verbouwen, en de familie Du Parc. In 1902 werd het verworven door de Zusters van de Voorzienigheid van Ruillé sur Loir, die het inmiddels sterk hebben gewijzigd (J.M. van de Venne, o.c., blz. 169-172, afb. 18 van toestand in 1912). Ga naar margenoot+ Het bakstenen herenhuis, xviiid, van twee verdiepingen onder een mansarddak heeft in het midden van de brede voorgevel een segmentboogingang in hardsteen, type iib; vensters met hardstenen onder- en bovendorpels xixa. Ga naar margenoot+ Inwendig deur met ruitpaneel, dubbele eiken trap met dorische spijlen en twee hoofdbalusters met voluten, twee marmeren console-schoorsteenmantels; in de voormalige huiskapel een stucversiering in neoclassicistische trant met o.a. korintische pilasters en in de zoldering een koepeltje; alles xixa. Ga naar margenoot+ In de huidige kapel, 1910, twee marmeren altaarmensae op zijdelingse consoles, waartussen in- en uitgezwenkte stipes; xixa, afkomstig uit de voormalige huiskapel en de parochiekerk. Ga naar margenoot+ Engelse tuin met hardstenen hekpijlers; moestuin, omgeven door een mergelmuur, gerepareerd in baksteen, met mergelstenen pijlers, xixa.
Van de vele oude, merendeels uit mergel opgetrokken boerenhuizen, - gewit, ‘gebläud’ of ‘gegelseld’, de plint geteerd -, zijn de volgende het vermelden waard: Ga naar margenoot+ Akersteenweg 56-58. In haakvorm; van mergel, gewit en gepleisterd, onder een iets gebroken zadeldak en met latere achtervleugel van baksteen. In de linkerzijgevel van de straatvleugel een rondboogpoortje, xvii, met ionische pilasters, dat bij de aanleg van de Akersteenweg in 1824 gedeeltelijk onder het maaiveld is komen te liggen. Aan de voorzijde kwamen toen ingangen in hardsteen, segmentboogvensters ter vervanging van de oorspronkelijke getoogde vensters en jaarankers (18)30. Rechts een overdekte mergelstenen put; de hardstenen latei met festoenversiering, xvii, herbezigd. | |
[pagina 225]
| |
Akersteenweg 218. Voormalige boerderij De Hoof, later uitspanning resp. hotel, volgens plaatselijke overlevering gebouwd bij de aanleg van de Akersteenweg in 1824. Het huis is van mergel, grotendeels gepleisterd, met segmentboogvensters in hardsteen, type ib, een segmentboogingang in hardsteen, type ia, met geprofileerde dagkanten en rocaillesluitsteen, xixa, verder segmentboog-vensterkozijnen van hout; mergelstenen daklijst eindigend in een voluut. Van elders een hardstenen ingangsomlijsting met op de bovendorpel 1788 ir.
Barakkenstraat 35-37. Van mergel, gerepareerd in baksteen en gewit, met twee puntgevels; vensters in hardsteen, xixa; aan de gesloten binnenplaats een rondboogpoortje in mergel, xvii. Dorpsstraat 49. In haakvorm, gedeeltelijk met speklagen, gewit; puntgevel, xviii.Ga naar margenoot+ Dorpsstraat 50. Van baksteen in haakvorm, gewit; puntgevel xixa. Dorpsstraat 52. Puntgevel van mergel, xixa, gewit. Dorpsstraat 56-58. Van mergel, gewit en deels gepleisterd; aan de zijkanten puntgevels; segmentboogvensters in hardsteen, type iii, xixa. Dorpsstraat 83. Van mergel, gewit, om gesloten binnenplaats; links twee stompe toppen; vensters en segmentboogingang type iii in hardsteen, xixa. Rechts in baksteen een ellipsboogpoort met hardstenen imposten en sluitsteen waarop c:k:a:k:1837. Dorpsstraat 99. Van baksteen en mergel, gewit; ingang in hardsteen, segmentboogvensters en ankers chmb 1848. Dorpsstraat 118 en 120. Puntgevels resp. van baksteen en mergel, gewit, xixa. Dorpsstraat 131. Van baksteen, gewit, in U-vorm tegen nr. 129; segmentboogvensters type iii en ingang in hardsteen(?), xixa. Klinkenberg 6. Puntgevel van mergel, xixa, gewit. Fragment vakwerk.Ga naar margenoot+ Kruisstraat 35-37. Puntgevel van mergel, xixa, gerepareerd in baksteen, gewit.Ga naar margenoot+
Oude Kerkstraat 38, 39 en 40. Schilderachtige huizengroep. Nr. 38 van mergel, gewit; puntgevel; ingang en vensters (ten dele met segmentbogen) type iii in hardsteen, xixa. Nr. 39. Van mergel in haakvorm, gewit; met hardstenen ingangsomlijsting en vensterdorpels xixa. Nr. 40 Van baksteen, gewit; ellipsboogpoort met hardstenen imposten en sluitsteen met m:c:c:p:1840. Veldstraat 4-6. Van mergel, gewit; aan de zijkant een puntgevel, xixa.Ga naar margenoot+ Veldstraat 37-39-41. Puntgevels, xviiib-xixa, van mergel en baksteen, gewit; nr. 37 met gevelsteen waarop 17(8)7 (?).
De volgende eretekenen van de voormalige VRIJE SCHUTTERIJ, later overgenomenGa naar margenoot+ door de inmiddels opgeheven St. Gerardusschutterij, bevinden zich thans in het raadhuis: Gekroonde vogel op takje, met aanliggende vleugels, van gedreven en gegraveerd zilver, lang 16; op de kroon willem. vlieck. 1698; afb. 458. Hierbij ovaal zilveren schildje met gegraveerde brouwersembleem, dezelfde naam en hetzelfde jaartal, afb. 458. Voorts dergelijke schildjes, resp. van Peter Vlieck, 1657, en Damen van Gangel, 1763, het laatste gemerkt: Maastricht met a, gekroonde sb in schildje; afb. 458. Drie koperen medailles: Een, 1742, doorsnede 43, met de naam van rijproost H. van Meuwen, schutterskoning, versierd met het borstbeeld van keizer Karel vii aan een | |
[pagina 226]
| |
zijde, afb. 458, en aan de keerzijde de rijksadelaar geflankeerd door twee keizerbeeltenissen; op de rand: H. van Meuwen (schutterskoning en rijproost). De tweede doorsnede 37, met borstbeeld van Ferdinand van Beieren, keurvorst van Keulen, en aan de keerzijde diens wapen. De derde, 1764, doorsnede 46, met s. eligivs. patroen. van. t. smeden amb, als bisschop met hamer, staf en de Maastrichtse ster. Zilveren sikkel, xviiib, breed 17, met gedreven rocailleversiering en het wapen Van Eyll, merken: Maastricht met a, gekroonde gl. Twee zilveren keizersschilden; een, 1716, in cartouchevorm met het gegraveerde wapen Kicken; de andere, 1774, in cartouchevorm met gedreven rocailleversiering en het gegraveerde wapen Du Pont, afb. 458. Negentien zilveren koningsplaatjes: 1686 (met wapen Koninx), 1699 (wapen Kicken), 1713 (wapen Van Schaen), 1714 (wapen Kicken), 1717, 1736 (wapen van rijproost J.F. Elias, tevens proost van Wissel), 1764 (merken: Maastricht met a, gl), 1765 (wapen Koninx, merken: Maastricht met b, gekroonde gl), 1766, 1767 (merken: Maastricht, gekroonde gl), 1768, 1769 (cartouche met rocaille, wapen Koninx), 1770 (cartouche met rocaille), 1772 (grote cartouche met gedreven rocaille, gegraveerd wapen van rijproost B. Cruts, afb. 458), 1773 (grote cartouche met gegraveerd wapen Du Pont, merken: Maastricht, gekroonde ing), 1779 (cartouche met rocaille, merken: Maastricht met d, gekroonde ing), 1787-1792, 1807, 1808. Alles wordt bijeengehouden door een zilveren keten op welker schakels: 1611, 1616 en vervolgens telkens op twee schakels 1686, 1698, 1718, 1719, een uit 1720, voorts weer telkens twee uit 1756, 1758, 1759, 1760, 1761; tenslotte twee schakels met 1762 (een gemerkt: Maastricht met a, gekroonde pn in schildje) en twee met 1763 (gemerkt: Maastricht met a, gekroonde sb in schildje). Zie voor nadere gegevens De Maasgouw 1903, blz. 74. | |
ScharnDe Oude Akerstraat, tegenwoordig genaamd President Rooseveltlaan, valt samen met de vroegere Romeinse weg naar Aken en Keulen (vgl. De Maasgouw 1955, blz. 37); bij de aftakking van de Via Mansuerisca (de Keerderstraat) naar Trier (vgl. H. Hardenberg in Publications 1947, blz. 231) ontstond het gehucht Scharn, dat voor het eerst genoemd is in 1145 in de Annales Rodenses (blz. 65). Tegenover de aftakking naar Keulen (Schaandertsweg) zijn nog sporen in het terrein zichtbaar van een Romeinse tumulus, genaamd de Ton(m). Ga naar margenoot+ DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK van de H. Antonius van Padua, in 1936 gebouwd voor de in dat jaar opgerichte nieuwe parochie, bezit: Ga naar margenoot+ Altaar met retabel in 19de eeuwse baroktrant, midden xix, afkomstig uit de in 1848 gebouwde apsis der oude kerk te Berg en Terblijt; de retabel, eigenlijk een vlakke baldakijn, heeft aan weerskanten een korintisch zuilenpaar en boven de uitgezwenkte kroonlijst adoranten en op voluutslingers engeltjes en een vrouwenfiguur met kruis en kelk. Twee zijaltaren, links en rechts van het hoofdaltaar, eveneens uit de kerk van Berg en Terblijt; midden xix, de retabels met beeldnis, geflankeerd door composietzuilen onder een in- en uitgezwenkte kroonlijst, gebombeerde stipes met festoen. Twee zijaltaren, xixa, afkomstig uit de parochiekerk te Gellik (B); de iets ingezwenkte retabel met een beeldnis tussen ionische pilasters onder een verkropte kroonlijst en een | |
[pagina 227]
| |
gebroken segmentboogfronton. Voorts herbezigde rijk met acanthus versierde panelen, ± 1700. Zijaltaar, afkomstig uit de St. Maartenskerk te Weert; samengesteld uit fragmenten xviiib-xixa, waaronder vier overhoeks geplaatste composietzuilen en gepaneelde pilasters met rocailleversiering; mensa op voluutconsoles. Communiebank en borstwering van het zangkoor, xixa, afkomstig uit de voormaligeGa naar margenoot+ St. Catharinakerk te Amsterdam. Preekstoel, midden xix, afkomstig uit de kerk te Berg en Terblijt; de zeskantige kuipGa naar margenoot+ met neoclassicistische ornamenten en voorstellingen van Christus en drie evangelisten onder rondboogjes op neogotische hoekzuiltjes. Orgelkas, midden xix, afkomstig uit de kerk te Berg en Terblijt; bestaande uit telkensGa naar margenoot+ drie pylonen boven elkaar, geflankeerd door vleugelstukken met lijsten en vazen. Het werk, dat zich volgens overlevering in het Wittevrouwenklooster te Maastricht zou hebben bevonden eer het naar Berg en Terblijt werd overgebracht, is blijkens een bordje ‘Renovatum Anno mdcccil Per A. Binvignat ex liberalitate Joannis Petri Brouwers’. Wellicht was deze A. Binvignat een zoon van J. Binvignat, die o.a. in 1808 het grote orgel gebouwd had in de Mathiaskerk te Maastricht (vgl. Maasgouw 1950, blz. 2, 20; 1951, blz. 1). In de sacristie bevindt zich een houten altaarkruis afkomstig uit de kerk van St. Geertruid,Ga naar margenoot+ midden xviii; het kruis, gepaneeld en met rocaillebeëindigingen, op een in- en uitgezwenkte voet met voluten en een afbeelding van de doek van Veronica in een schelp; houten korpus, hoog 46, barok met tamelijk steile armhouding. Op het hoofdaltaar een in- en uitgezwenkte expositietroon van gedreven zilver metGa naar margenoot+ 19de eeuwse rocailleversiering en op de gepaneelde zijluiken heiligenfiguren, o.a. de H. Catharina, in grote cartouches; kaarsenbanken van gedreven zilver met rocailleversiering, aren en druiven; gedreven zilveren antependium in dezelfde stijl, xixa; alles afkomstig uit de in 1934 afgebroken Catharinakerk te Amsterdam; merken: tgb met kruisje in rechthoek; gr onder kannetje in rechthoek; Ned. kantoor-, resp. 1ste gehaltemerk, voorts n (1822) op kaarsenbank en e (1839) op zijluik. Eveneens op het hoofdaltaar een ten dele zilveren kruis met koperen korpus, xixa, hoog 30, afkomstig uit de kerk te Herpen (N.Br.). Misdienaarsstaf, bekroond door een zilveren Catharinabeeldje, hoog 20, afkomstig uit de Catharinakerk te Amsterdam; gesigneerd: Brom Utr...; merken: dt in vierkant, slang in rond veld. Monstrans van verguld koper, hoog 72, samengesteld uit fragmenten: de voet metGa naar margenoot+ medaillonvoorstellingen van de evangelisten, xixa; de getorste zuiltjes bij het expositorium xvii; de bekroning in de vorm van gotische pinakels xvia; de beeldjes van Maria en een vrouwelijke heilige met boek en staf en als hoofddeksel de z.g. hennin xvia. Koperen processiekruis met korpus, xixa.
HET LANDGOED ‘HET GOEDJE’, Schoolstraat 24-26, was van het einde der 17deGa naar margenoot+ eeuw tot 1761 eigendom van de familie Kerens; in de huiskapel mocht sinds 1726 de Mis worden opgedragen; in 1761 kwam het aan de familie Cruts en na een ingrijpende verbouwing in 1788 aan de familie Coenen de Villers; later was het in het bezit van de familie Regout. In 1890 werd het herenhuis aan de straatzijde geheel vernieuwd. Na van 1909 tot 1921 dienst te hebben gedaan als klooster voor de uit Frankrijk en Spanje verdreven slotzusters van de H. Clara, kwam het aan de familie Willems. Thans eigendom | |
[pagina 228]
| |
van Mevrouw de Wed. J.E.M. Willems-Lousberg. (J.M. van de Venne, o.c., blz. 167 met afb. voorgevel). Tot voor kort heeft er aan de overzijde van de Schoolstraat, tussen de huidige Europalaan en de Adelbert van Scharnlaan, een rechthoekig omgracht terrein bestaan, Den Dam(p) genaamd, waar vroeger ongetwijfeld een kasteel gelegen heeft, dat wellicht als voorganger van Het Goedje beschouwd mag worden. Een tekening in het Stadsarchief met het onderschrift ‘'t Huijs te Scharen, int lant van Over Maas bij Mastricht, 1632’ kan misschien beschouwd worden als de kopie van een afbeelding van dit verdwenen gebouw. Ga naar margenoot+ Het aan de straat gelegen bakstenen herenhuis, 1788, van twee verdiepingen onder een wolfdak met leien heeft een symmetrische achtergevel met een segmentboogingang in hardsteen, type id, segmentboogvensters en in het middenfronton een ovale oculus (aan de binnenzijde van het fronton later ingekrast 1790 iae). Voorgevel 1890. Inwendig een hal met neoclassicistisch stucwerk, xixa; trapleuning met in- en uitgezwenkte balusters en gesneden hoofdbaluster met voluten, xviiid; kamer in Lodewijk xvi-stijl met parketvloer, eenvoudig koofplafond en een marmeren schoorsteenmantel met witte consoles, oude stookplaats, marmeren vloertje en stucboezem met zijpilasters xviiid; kamer met neoclassicistisch plafond, roodmarmeren console-schoorsteenmantel met stucboezem in Lodewijk xvi-trant, xixa; voorts een neoclassicistisch plafond, xixa, een moerbalkzoldering en een eenvoudige schouw met witte tegels, gebakken haardsteentjes en rechthoekige ijzeren haardomlijsting, xviiid. Ga naar margenoot+ De in U-vorm aangebouwde hoeve van baksteen bestaat uit een voorgedeelte van twee verdiepingen onder een mansardedak, rechts in het verlengde van het herenhuis, en een gelijktijdig lager gedeelte; ellipsboogpoort met hardstenen imposten en een sluitsteen met het jaartal van de bouw 1789; kruis-, tweelicht- en tussendorpelkozijnen van hardsteen; vensters en ingangen in rechthoekige hardstenen omlijstingen; een dezer ingangsomlijstingen met bovenlicht; hier een in- en uitgezwenkte ijzeren slotplaat. Ga naar margenoot+ Tot voor kort was er een op de middenas van de achtergevel gerichte franse tuin met bosquet, xviiid.
Ga naar margenoot+ Bemelerweg 56. Hoeve ‘Op de Trappen’, vroeger ook genaamd Scheversteenen Hof, in de 16de eeuw eigendom van de familie Van Scharn (J.M. van de Venne, o.c., blz. 173-175), is gebouwd om een open binnenplaats; het aan de straat gelegen woonhuis van mergel, baksteen en speklagen, gewit, met rechthoekige vensteromlijstingen van hardsteen. Inwendig moerbalkzolderingen, xviii. Schuur met resten van speklagen, waarin een balk met w hx ay anno 1778. Ga naar margenoot+ Bergerstraat 65. Speklagen, thans gepleisterd; segmentboogingang in hardsteen type ia, de sluitsteen met diamantkop, xviiid. Bergerstraat 103-105. ‘St. Antoniushoeve’, gepleisterd, om gesloten binnenplaats segmentboogingangen met geprofileerde dagkanten, type ia. Inwendig twee houten schoorsteenmantels met gepaneelde zijpilasters, resp. vierkante rozetten en rechthoekige ijzeren haardomlijsting xviiid. Bergerstraat 107. Buitengoed in scheve haakvorm, xviii gewijzigd xixa, van baksteen, mergel en baksteen met dubbele speklagen onder mansardedaken; segmentboogvensters en ingang in hardsteen, resp. type iii en id. Inwendig eenvoudige nisschouw van stuc met zijpilasters, marmeren console-schoorsteenmantel en zwart marmeren empire-schoorsteenmantel op wit marmeren zuiltjes - afkomstig uit het huis Mincke- | |
[pagina 229]
| |
lersstraat 14 te Maastricht -, voorts gebogen trap met dorische spijlen en hoofdbaluster, alles xixa. In de tuin mergelstenen hekpijlers met vaasvormige bekroningen. Het buitengoed vormt een schilderachtige groep met Bergerstraat 22 in de gemeente Amby.
De President Rooseveltlaan, hier samenvallend met de Romeinse heerbaan, - op de oorspronkelijke breedte - heeft nog gedeeltelijk haar dorpse karakter behouden; van de hoofdzakelijk bakstenen oude huizen met gewitte gevels zijn de voornaamste: President Rooseveltlaan 2. Met segmentboogvensters in hardsteen, type iii en ia, waarvan twee met hardstenen kruiskozijnen; segmentboogingang in hardsteen, type id, met geprofileerde dagkanten en sluitsteen met acanthus en meander, xviiid. Inwendig console-schoorsteenmantel van marmer, stucboezem met zijpilasters, moerbalkzoldering en trap met balusterleuning (gewijzigd), xviiid-xixa. President Rooseveltlaan 6-8-10. Rechthoekige vensteromlijstingen van hardsteen, herbezigd, xixa. President Rooseveltlaan 16-18-20. Vlakke hardstenen kruiskozijnen, waaruit de kruisgespannen verdwenen zijn; ingangen in hardsteen, xviii. President Rooseveltlaan 22. Segmentboogvensters, type iii, xixa. President Rooseveltlaan 34-36. Hoeve om gesloten binnenplaats, van baksteen met eenvoudige segmentboogvensters en segmentboogvensters in hardsteen, type ia, xviiib; segmentboogingang in hardsteen, type iii, xixa; vermoedelijke rest van een rondboogpoortje, xvii. Inwendig marmeren console-schoorsteenmantel, xixa. President Rooseveltlaan 35. Hoeve Den Kakert; van baksteen, gedeeltelijk met speklagen, gewit, om open binnenplaats; bovenvensters ten dele met houten tweelichtkozijnen, xviii; benedenvensters met hardstenen dorpels en ingang in hardsteen xixa. President Rooseveltlaan 45. Landhuis, vroeger eigendom van het Wittevrouwenklooster te Maastricht, dat in deze omgeving uitgestrekte landerijen bezat; in 1797 geconfisqueerd (vgl. De Maasgouw 1880, blz. 371). Gebouwd uit baksteen aan weerskanten van een open binnenplaats en vroeger omgeven door een tuin. De woonvleugel rechts, van twee verdiepingen onder een gebroken kap, heeft in de rechtergevel enige geblokte lisenen en een ingang en vensters in hardsteen, xixa; inwendig een marmeren console-schoorsteenmantel, afkomstig uit het huis Looiersstraat 19 te Maastricht, en een stucplafond met een ruitvormige middenrozet, hoekrozetten en een gecanneleerde randlijst, 1825. De remise links met twee segmentboogingangen in hardsteen type ia, xixa (?). Het heette vroeger Wittevrouwenhoeve, ook ‘Thermidor’; architect J.N. Bovi. |
|