Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht
(1962)–J.F. van Agt– Auteursrechtelijk beschermdBocholtzDe gemeente bevat het kerkdorp Bocholtz, dat zijn landelijke karakter grotendeelsGa naar margenoot+ verloren heeft, en de gehuchten Banerheide, Bocholtzerheide, Broek, Prickart en Vlengendaal. Jos Habets, Geschiedkundige aanteekeningen over Simpelveldt, in Publications 1871, blz. 161. -Ga naar margenoot+ Eversen en Meulleners, blz. 82. - De Crassier, 1930, blz. 182. - Feestgids parochie Bocholtz, 1953. | |
BanerheideDit schilderachtige, overigens grotendeels in de gemeente Wittem gelegen gehucht dankt zijn naamGa naar margenoot+ aan de z.g. Heierbaan, vermoedelijk de oudste Romeinse weg van Aken naar Maastricht; deze weg loopt door het gehucht heen en vormt verder zuidwaarts de rijksgrens. P. 6. Hoeve in haakvorm gebouwd uit kalkbreuksteen met fragmenten van vakwerkGa naar margenoot+ en baksteen; jaarankers 1787; op de sluitsteen van de poort ihs nk. Inwendig schouw van hout. P. 8. Hoeve, xviii, opgetrokken uit kalkbreuksteen en ook baksteen om een gesloten binnenplaats met aan de straat twee puntgevels. Inwendig eenvoudige schouw. | |
[pagina 66]
| |
BocholtzGa naar margenoot+ Tegen de kerktoren een wegkruis met houten korpus, xixa, hoog 162, afkomstig van het z.g. Wilveldje ten zuiden van Bocholtzerheide, onder de gemeente Wittem.
Ga naar margenoot+ DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK van de H. Jacobus de Meerdere werd van 1869-1873 gebouwd door P.J.H. Cuypers en vergroot in 1953. De oprichting van de parochie in 1794 was in 1803 gelegaliseerd. Vroeger stond er een kapel, ressorterend onder de kerk van Simpelveld. Deze kapel, die voor het eerst genoemd werd in 1373, behoorde bij een gasthuis ter plaatse van de huidige pastorie (voor litt. zie blz. 65 en kasteel De Bongard). In 1953 zijn bij de bouw van een nieuwe pastorie ten noorden van de kerk funderingen gevonden van een eenbeukig gebouwtje met smaller rechtgesloten koor en daaromheen de funderingen van een groter gebouw uit de late middeleeuwen. (J. Houppermans, in De Maasgouw, 1954, blz. 46). De kerk bezit: Ga naar margenoot+ Zwart marmeren doopvont versierd met zwellingen; op de rand van het bekken bocholz. ano 1796; koperen deksel. Ga naar margenoot+ Orgel, 1843. Ga naar margenoot+ Zilveren monstrans, 1683, uitgeleend aan de rectoraatskerk te Susteren. Zilveren kelk, xviib, hoog 22,5, versierd met cherubijnen, boeketten en slingers; de cuppa bovendien met Lodewijk xiv-ornament; gemerkt: k en twee onleesbare merken. Twee zilveren Lodewijk xvi-ampullen; merken Maastricht met o, n en le. Zilveren wierookvat, hoog 35, met bijpassend scheepje, geschonken in 1848; merken 13 en pw.Ga naar margenoot+ Twee paar gegoten koperen drievoetskandelaars met getorste stam, omstreeks 1700, hoog 33 en 36. Zes gedreven koperen drievoetskandelaars met balusterstam, xviii, hoog 66.
Ga naar margenoot+ Boven de deur der pastorie een herplaatste gevelsteen met × pastorath × s:orschel:mair anno 1796.
Ga naar margenoot+ HET KASTEEL DE BONGARD, Schoolstraat 30, heeft van het eertijds omgrachte herenhuis nog slechts een deel behouden, dat thans als pachthoeve dient. Ga naar margenoot+ J. Strange, Genealogie der Herren und Freiherren von Bongart, Keulen-Neuss 1866. - Jos Habets, Notes sur Bocholtz, in Publications 1871, blz. 440. - Zeitschrift des Aachener Geschichtsvereins, 1884, blz. 308. - Zie ook blz. 65. Ga naar margenoot+ Volgens plaatselijke vermoedens omsloten vier vleugels van het herenhuis oorspronkelijk een binnenplaats, terwijl er vier ronde hoektorens waren, fig. 19-20. Thans resten nog slechts de linkerzijvleugel, een deel van de voorvleugel en de ronde toren op hun gemeenschappelijke buitenhoek; van de andere in 1889 nog aanwezige hoektoren is | |
[pagina 67]
| |
nog enig laag muurwerk bewaard; de daarop aansluitende achtervleugel is geheel verdwenen; het ingangspaviljoen - oorspronkelijk wel in het midden van het front - vormt thans de beëindiging van de voorvleugel. Resten van een gemetselde brug voor de inrijpoort herinnert aan de voormalige ± 1820 nog voor een deel aanwezige omgrachting; hij voert naar de om een binnenplaats gelegen bouwhoeve. Het herenhuis, fig. 20-21, afb. 37-40, omsluit met twee vleugels van twee verdiepingenGa naar margenoot+ onder schilddaken haakvormig een plein, waarvan de beide andere zijden door een gemetselde borstwering zijn afgesloten. Het gebouw is een zeer karakteristiek voorbeeld van de overgangsstijl van laatgotiek naar renaissance onder Luikse invloed, wat vooral tot uiting komt in de vormgeving van de arcaden aan het plein. Fig. 19. Bocholtz, De Bongard, situatie
De muren zijn opgetrokken uit baksteen - 26/27 lang - met dubbele speklagen van Kunradersteen - als regel 2 lagen natuursteen = 3 l. baksteen = 22 à 23. Langs de buitengevels loopt een afgeschuinde kalkstenen plint, terwijl boven de vensters van beide verdiepingen kalkstenen waterlijsten aanwezig zijn. De hardstenen daklijst van gelijk profiel is op vele plaatsen door houten rondstaven vervangen. Op de buitenhoeken van het gebouw zijn tussen de speklagen in onregelmatige hardstenen hoekblokken aangebracht. Boven de vensters met onregelmatig geblokte hardstenen kruisen tussendorpelkozijnen - waarvan de bovenlichten afgeschuinde of holle dagkanten hebben - bevinden zich ontlastingsbogen of strekken van baksteen afgewisseld met Kunradersteen. Hiervan zijn verschillende delen gewijzigd of samengesteld uit herbezigd materiaal. In de kelderverdieping enige schietgaten (ook voor vuurwapens). De met een bakstenen tongewelf overkluisde doorrit heeft aan de voorzijde een segmentboogpoort in een laatgotisch geprofileerde rechthoekige omlijsting van hardsteen; de profielen komen neer op ongelijke basementen, waarvan de buitenste getorst zijn; afb. 38. Boven de poort is een sterk verweerde steen herbezigd met het wapen Van den Bongard - met keper - in een renaissance-omlijsting. Aan weerskanten van de poort een schietgat, elk corresponderend met een nis aan de binnenzijde. Aan de pleinzijde heeft de doorrit een rondboog in een gladde kalkstenen omlijsting; rechts daarvan een rondbogige trapingang. De zijmuur van het ingangspaviljoen en de na 1889 tot stand gekomen afsluitmuur van de zijvleugel werden met oud materiaal zoveel mogelijk bij het oorspronkelijke werk aangepast. Het poortje in de niet oorspronkelijke zijgevel van het ingangspaviljoen is afgedekt door een omgekeerde laatgotische schouwlatei van | |
[pagina 68]
| |
Fig. 20. Bocholtz, De Bongard; vooraanzicht, plattegrond en reconstructie van de voorzijde in welstand
| |
[pagina 69]
| |
DOORSNEDE A B
Fig. 21. Bocholtz, De Bongard, doorsneden zandsteen met een wapenfries; de wapens Van den Bongard, Van Arckenteil, Van Bourscheidt en Van Aerschot-Schoonhoven konden indertijd nog geïdentificeerd worden door mr. J. Belonje te Alkmaar, het eerste en het laatste wapen nu nog herkenbaar. Inwendig is dit poortje overtoogd met een driepasboog. De binnengevel van de zijvleugel, afb. 37, bevat twee boven elkaar geplaatste arcaden, elk met twee geprofileerde hardstenen rondbogen op hardstenen zuilen met achthoekige laatgotische basementen; rechte, getorste en zigzag-canneluren en renaissancekussenkapitelen met rankwerk, een met een dolfijn; een en ander in dezelfde geest als o.a. het Prins-bisschoppelijk Paleis te Luik, kapitelen in de St. Martin aldaar en verder het Spaanse Gouvernement te Maastricht. De dichtgezette bovenarcade en de thans als doorgang gebruikte linkeropening beneden hadden blijkens aanzetten vroeger een borstwering; als ingang fungeerde toen misschien de tegenwoordig gesloten rechteropening, waar dergelijke aanzetten ontbreken. Vermoedelijk hebben de arcaden vroeger naar rechts doorgelopen; fragmenten van dubbele getorste halfzuilen, welke op de brug liggen, kunnen zelfs wijzen op een overhoekse voortzetting langs de sinds 1889 verdwenen achtervleugel. In de tuin een tweetal losliggende kapitelen, xvib. Onder de zijvleugel een kelder overkluisd door een bakstenen kruisgewelf op een achtzijdigeGa naar margenoot+ pijler en een tweede kelder met een tongewelf. De kelder onder de toren heeft een koepelgewelf. In de galerij achter de benedenarcade een drietal kraagstenen van kalksteen, die wijzen op een geprojecteerde of een verdwenen overwelving; verder was hier tot voor kort een gotische eiken deur met ronde panelen in een geprofileerde hardstenen omlijsting. Boven de torenkelder een vertrek met een achthoekig straalgewelf, waarvan de ribben neerkomen op geprofileerde kraagstenen; voorts drie vensters in nissen met zitbanken links en rechts. In het bovenvertrek van de toren een laatgotische schouw met een wapenfries - o.a. met het wapen van Egmond. Tussen de toren en de doorrit een gemetselde spiltrap; de ruimte boven de doorrit heeft een tongewelf. Een brede houten trap, xviii, uit de achtervleugel moet zich thans bevinden in het kasteel de Wamberg te Berlicum (N.Br.). | |
[pagina 70]
| |
Ga naar margenoot+ De beide vermelde schouwlateien - de een in de toren en de ander herbezigd boven de zijingang - bevatten kwartierwapens van het in 1531 gehuwde echtpaar Bernard von dem Bongard, † 1549 Elisabeth Torck. De galerijen en de buitenste poortomlijsting schijnen echter iets later te zijn dan het omgevende muurwerk. Vermoedelijk is Bernard onmiddelijk na een deling tussen hem en zijn broers in 1523 met de bouw begonnen, waarna tijdens langdurige werkzaamheden de plannen en tevens de stijl zullen zijn veranderd. Ook kan later nog veel veranderd zijn te oordelen naar bouwnaden en herbezigde onderdelen. Ga naar margenoot+ De bouwhoeve, opgetrokken uit kalkbreuksteen om een niet geheel gesloten binnenplaats en afgedekt met schild- en zadeldaken, heeft enige rondboogpoortjes in kalksteen met schaars geblokte penanten; op een der bogen anno 1701 den 16 april; ankers geven hetzelfde jaar aan. Overigens sterk gewijzigd.
Ga naar margenoot+ HET HUIS OBERHAUSEN, Overhuizenstraat 2, is thans een schilderachtig half achter bomen verscholen complex van om een zeer langgerekte binnenplaats gegroepeerde gebouwen; van het herenhuis zijn links achter dit complex nog enige fragmenten bewaard. Ga naar margenoot+ In 1330 in het bezit van Wynand van Oberhausen, vervolgens in handen van de familie Van den Hoeve, werd het goed in 1666 gekocht door Edmond Baron van Bocholtz, landscommandeur van Aldebiezen; deze verbond er de maarschalktitel van genoemde commanderie der Duitse Orde aan. In 1677 ging het goed met de titel over aan de familie Van Rochow. In 1774 werd Oberhausen zetel der heerlijkheid Bocholtz. Het huis is thans eigendom van de familie De Marchant et d'Ansembourg (Publications 1871, blz. 441). Ga naar margenoot+ De gebouwen, opgetrokken uit plaatselijke kalksteen, hebben in de buitengevels schietgaten, kleine rechthoekige vensters en krulankers, afb. 35 en 36. De poortvleugel, het woonhuis, heeft aan de binnenplaats resten van dichtgemetselde rondboogpoortjes en segmentboogvensters; de herbezigde hardstenen ingangsomlijsting en de vensters zullen zijn aangebracht in 1822, welk jaartal op de poortklopper is aangegeven. De met een ellipsboog overtoogde toegangspoort, afb. 36, waarvoor resten liggen van de oude gemetselde brug - heeft een hardstenen buitenomlijsting met ionische pilasters en een fronton; in het fronton de wapens Van Rochow × Lamargelle en o.a. de kwartierwapens Lopez de Villa Nova en Van Bocholtz; voorts enige Latijnse, Franse, Duitse, Nederlandse en Spaanse teksten, o.a. chronogrammen, die het bouwjaar 1714 van deze vleugel aangeven (Publications, 1871, blz. 44 met enige onnauwkeurigheden). Rechts aansluitend op het woonhuis, aan de lange zijde van de binnenplaats, een in 1924 na brand herbouwd gedeelte, oorspronkelijk blijkens thans verdwenen jaarankers uit 1822. Verder naast elkaar een remise en de voormalige brouwerij met op de deur het geschilderde jaartal 1821 of 1823. Vervolgens een poortje met 1741. De grote in 1934 na een brand herbouwde schuur aan deze zijde heeft een gevelsteen, xviiia, met de wapens Van Rochow × Lamargelle. Ga naar margenoot+ Achter aan de binnenplaats de voormalige kapel, die later tot smidse werd ingericht; boven de ingang een nisje met een houten Madonna, primitief werk van omstreeks 1500, hoog 63. De vierkante binnenruimte is overkluisd met een bakstenen kruisgewelf op holgeprofileerde ribben, die tegen de wanden teniet lopen. Ga naar margenoot+ Van het herenhuis, dat kort voor 1871 werd afgebroken (Publications 1871, blz. 441) is nog een kelder over, voorzien van een bakstenen segmentbooggewelf en toegankelijk via een rondboogpoortje in muurwerk van kalkbreuksteen. | |
[pagina 71]
| |
Heiweg 1. Scholtissenhof, opgetrokken uit kalkbreuksteen met fragmenten vakwerkGa naar margenoot+ om een gesloten binnenplaats; links achter een vierkant torenachtig uitbouwtje en aan de straat twee puntgevels; er zijn grote en kleine rondboogpoorten in kalksteen en rechthoekige vensters in hardsteen; ingang met bovenlicht in hout met 1727 op de bovendorpel; oude beklampte deur. Minister Ruysstraat 37. Op de sluitsteen van de rondboogpoort anno 1704.Ga naar margenoot+ Pastoor Neujeanstraat 7. In kalkbreuksteen om open binnenplaats; op de poortklopper ihs oild ad 1844.
Pastoor Neujeanstraat 10. De Krützbrüer, hoeve in baksteen met resten van vakwerk om gesloten binnenplaats. Voorheen in het bezit van het Kruisherenklooster te Aken, vgl. Publications 1871, blz. 173. Pastoor Neujeanstraat 11. Hoeve in kalkbreuksteen om open binnenplaats; op de poortsluitsteen ihs w schiffelers m a bindels b eleut 1783; op de klopper ihs w h s(chiffelers) 1840. Inwendig paneeldeur xviiib. De Paumerstraat en de Steenbergstraat hebben in het algemeen hun landelijk karakterGa naar margenoot+ met schilderachtige huizen- en boomgroepen bewaard. Vermeldenswaard zijn de volgende gebouwen: Paumerstraat 16. In kalkbreuksteen met twee puntgevels; op de sluitsteen van een der beide rondboogpoorten anno 1763. Paumerstraat 72. Hoeve in kalksteen; aan de gesloten binnenplaats ankers met 1617; rondboogpoort met op de sluitsteen 1679 en een leeuwenkop, verder twee fraaie krulankers. De hoeve heeft als spleet van Oberhausen toebehoord aan het geslacht Van den Hoeve (zie Publications 1930, blz. 183).
Steenbergstraat 64. Rondboogpoortje in kalksteen met oude deur en fraai gesmede klopper met slot.
Wilhelminaplein 2. Hoeve van kalkbreuksteen, vakwerk en baksteen om gesloten binnenplaats. Inwendig houten schoorsteenmantel, omstreeks 1800, en betimmering. Wilhelminaplein 5. Van vakwerk en breuksteen, xixa. Wilhelminaplein 16-17. Van baksteen en breuksteen om gesloten binnenplaats; op de sluitsteen van de rondboogpoort ihs 1736 en gilles melkop odilia schneiders; woonhuis, xixa, van baksteen met hardstenen deuromlijsting. Wilhelminastraat 2-4. Van kalkbreuksteen en vakwerk; herplaatste gevelsteen met aqoi 1343(?); deur met zigzag-spiegels en -omlijsting, xviiib. Wilhelminastraat 28. In kalkbreuksteen met gladde hardstenen tussendorpelkozijnen en houten tussendorpel- en rechthoekkozijnen; rondboogpoortje in hardsteen; rest van korbelen voor een lager aanzettend dak, xviiia. Inwendig deur xviiib. Zandbergweg 20-22. Hoeve Zandberg, van kalksteen om gesloten binnenplaats,Ga naar margenoot+ xixa. | |
BocholtzerheideKoolhovenweg 5. In baksteen met segmentboogvensters in hardsteen, type iib, inwendigGa naar margenoot+ houten schoorsteenmantel, xviiib. Banerheiderweg 36. In vakwerk en baksteen, xixa. | |
[pagina 72]
| |
BroekGa naar margenoot+ Nr. 48. Waalbroek, dubbele hoeve om gesloten binnenplaatsen opgetrokken in kalkbreuksteen en baksteen; veel is vernieuwd; op de poortklopper ihs 1845. | |
PrickartGa naar margenoot+ Prickartweg 40. Hoeve om open binnenplaats, gebouwd in kalkbreuksteen, vakwerk en baksteen; houten kozijnen xixa. Inwendig twee eenvoudige schoorsteenmantels. | |
VlengendaalGa naar margenoot+ Langs de rijksgrens ten zuidoosten van het gehucht zijn nog overblijfselen bewaard van de z.g. Landgraaf, de voormalige 14de eeuwse grenswal van het ‘Aachener Reich’, bestaande uit aarden een wal en een of twee greppels; op de wal een begroeiing van beukenkreupelhout. Vgl. H. Reiners, Die Kunstdenkmäler der Landkreise Aachen und Eupen, Düsseldorf 1912, blz. 3, 159 (zelfde fragment als het onderhavige), 187 en 189 (met profiel). |
|