Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht
(1962)–J.F. van Agt– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
AmbyDe gemeente bevat slechts het straatdorp van die naam, dat tegenwoordig aan deGa naar margenoot+ zuidzijde begint samen te groeien met de agglomeratie Maastricht. G.C. U(baghs), Korte schets der geschiedenis van het land van Valkenburg, Leuven 1858, blz. 110. -Ga naar margenoot+ Toestand der dorpen van 't land van Valkenburg in 1673, in Maasgouw 1881, blz. 519. - A.D. Godding-de Bode, Amby en het kasteel Guesselt, in Historia 1942, blz. 27. - De Crassier, 1930, blz. 147. - W. Marres, in Maasgouw 1955, blz. 3. DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK van de H. Walburga, gebouwd in 1866 en vergrootGa naar margenoot+ in 1927 en 1958, vervangt een oudere kerk, die meer naar het zuiden lag. Door een in de sacristie aanwezige aquarel, xixc, weten wij dat het voorafgaande, vermoedelijk grotendeels 18de eeuwse gebouwtje een rechthoekig schip had met een dakruitertje op de westgevel en een smaller rechtgesloten koor; het onderste muurwerk bestond uit breuksteen met vuursteen en Romeins afbraakmateriaal, waaruit misschien valt af te leiden, dat vroeg-middeleeuwse funderingen nog aanwezig waren. De kapel van Amby wordt in 1145 voor het eerst vermeld. In 1498 heeft er een consacratie plaats gehad. (G.C. U(baghs), Korte schets der geschiedenis van het land van Valkenburg, Leuven 1858, blz. 110. - Maasgouw 1927, blz. 47; 1930, blz. 52. - De Crassier, 1930, blz. 147). De kerk bezit: Zilveren stralenreliekhouder met koperen voet, xvii, hoog 27. Zilveren kelk met parelrandjes, xviiib, hoog 21; merken Maastricht, O in achtpuntigeGa naar margenoot+ ster, B in gekroond schild. Zilveren kroon, xixa, hoog 11, voor een heiligenbeeld. Op getorste koperen voet, xviii, een moderne reliekhouder, totale hoogte 28. EenvoudigeGa naar margenoot+ kelk van verzilverd koper, xviii, hoog 23. Acht koperen kandelaars, xixa, hoog 43; een dergelijke hoog 69. Koperen zestienarmige lichtkroon, xvii, blijkens inscriptie in 1866 geschonken door Petrus Regout. Witzijden geborduurde koorkap samengesteld uit verschillende stoffen met bloemranken,Ga naar margenoot+ vogels en vlinders, xviiib. Witzijden beschilderd driestel, xviiid. Op het kerkhof zeventien grafstenen; een met fractuurschrift, xvi?, twee met rocaille-Ga naar margenoot+ | |
[pagina 32]
| |
versiering, xviiib; verder hoofdzakelijk xixa, o.a. van de families Schoenmaeckers en Van Slijpe. In de kerk twee zerken uit 1835 en 1842. Ga naar margenoot+ Onderdelen van de communiebank, xviiib, uit de vorige kerk, zijn verwerkt aan een balustrade in het huis Waterrijk (vgl. blz. 35).
Ga naar margenoot+ HET HUIS SEVEREN, Severenstraat 8, heeft door de toevoeging van verschillende moderne bouwsels veel van zijn oude bekoorlijkheid verloren; niettegenstaande dit getuigt de gehele aanleg - de hoeve met het 17de eeuwse poortgebouw, het 18de eeuwse herenhuis en het 19de eeuwse park - nog van de oude glorie. Ga naar margenoot+ L. de Crassier, in Maasgouw 1920, blz. 95 - De Crassier 1930, blz. 148. Ga naar margenoot+ Het nog grotendeels omgrachte rechthoekige herenhuis heeft aan de oostelijke lange zijde een gemetselde brug naar de hoeve; aan de tegenovergestelde zijde ligt een breed terras; voorts een grote engelse tuin met waterpartijen. Ga naar margenoot+ Het herenhuis, fig. 12 en afb. 2, van twee verdiepingen onder een hoog wolfdak heeft in het midden van beide lange gevels flauw uitspringende ingangspartijen. De muren zijn opgetrokken van baksteen met spaarzame toepassing van natuursteen; namelijk mergelhoekblokken, de hardstenen ingangsomlijstingen en de hardstenen geprofileerde onderdorpels van de segmentboogvensters. De met een segmentboog overtoogde hoofdingang, afb. 3, heeft een rijke régence-omlijsting, die tevens twee rechthoekige zijlichten omvat; deze zijlichten zijn door voluutslingers verbonden met het boven gelegen venster; in het aldus verkregen paneel de wapens Van Slijpe en Van Bogaert met rijk helmkleed; boven dit paneel mdccxlii. De brug naar de hoeve heeft drie gemetselde bogen, van welke de derde, xixa, de plaats inneemt van de vroegere ophaalbrug. De sinds 1879 gemoderniseerde tuingevel heeft een ingang met bovenlicht, beide segmentbogig overtoogd en tezamen gevat in een eenvoudige régence-omlijsting. De overdekte portiek behoort tot de sinds 1879 aangebrachte vernieuwingen, evenals de veranda's tegen de zijgevels, de terras-balustrade en de gemetselde boogbrug, die van het terras naar de tuin voert. | |
[pagina 33]
| |
Fig. 12. Amby, Severen
Uit oude afbeeldingen blijkt, dat de oorspronkelijke terrasmuren beelden droegen. InGa naar margenoot+ de tuin bevinden zich nog twee voetstukken met rocaille-ornament, terwijl in de tuin van de Gravenhof een levensgroot Bacchusbeeld van hard aardewerk staat, dat van Severen afkomstig is (zie blz. 34). Inwendig een brede eiken bordestrap met ronde balusters en hoofdbalusters, dieGa naar margenoot+ prijken met hermen en rankwerk. De grote zaal gelijkvloers rechts van de ingang is rijk versierd met een stucplafond in régencestijl en een marmeren schoorsteenmantel, afb. 4, waarvan de stucboezem wederom de wapens Van Slijpe × Van Bogaert draagt; elders in het gebouw twee marmeren ondermantels, twee complete schoorsteenmantels met haardsteentjes en stucboezems en tenslotte nog resten van een schoorsteenmantel met tegels, alles in régencestijl. | |
[pagina 34]
| |
Ga naar margenoot+ De economievleugels, afb. 1, zijn uit baksteen opgetrokken om een ongeveer vierkante binnenplaats en afgedekt met schild- en zadeldaken. De gewitte gevels bevatten rechtafgedekte ingangen en tussendorpelvensters met geblokte hardstenen penanten. Het ± 1700 verhoogde door een koepeldak gedekte poortgebouw in het oostelijke gedeelte van de noordvleugel heeft hoekblokken van mergel. Aan de veldzijde boven de in hardsteen omlijste poort - met geblokte penanten en 1647 op de sluitsteen - fungeert de oude topgevel als vensteromlijsting; een trigliefenfries draagt daarbij twee vleugelstukken met voluten, raamwerk en dorische pilasters, waarop een fronton rust met het wapen Pain et Vin; alle sierende delen uitgevoerd in mergel. Het houten kozijn van het huidige kruisvenster oversnijdt deze versiering gedeeltelijk. Verder krulankers.
Ga naar margenoot+ DE GRAVENHOF, Kerkstraat 23, genoemd naar de familie Graven, bezitters van deze herenhoeve in de 18de eeuw (De Crassier, 1930, blz. 149), is gebouwd om een nagenoeg gesloten binnenplaats. Het woonhuis is in recente tijd herbouwd met gebruikmaking van de omlijstingen der oude segmentboogvensters, type ia. De inrijpoort - een ellipsboogpoort in een gebosseerde hardstenen omlijsting met kroonlijst - heeft in de sluitsteen het wapen Graven, xviiia; aan de veldzijde bevindt zich een tweede poort in witgekalkte baksteen met boven de rechtafgedekte doorgang, zeer schilderachtig een duiventil, uitgevoerd o.a. in vakwerk; het geheel onder een schilddak, xviiib. In de economievleugel een schouw, xvii, waarvan de kap rust op ionische halfzuiltjes en eenvoudige consoles met cannelures en ruitversiering. In de tuin een levensgroot Bacchusbeeld van hard aardewerk, afkomstig van Severen (zie blz. 33).
Ga naar margenoot+ DE WITHUISHOF, Bergerstraat 41-43, een tot buitenplaats uitgebouwde herenhoeve, behoorde tot het midden van de 18de eeuw aan de familie Sleypen. In 1792 kwam hij in handen van de familie Schoenmaeckers (De Crassier, 1930, blz. 150). Het herenhuis werd in 1925 verkocht aan de Zusters Ursulinen te Maastricht. Het om een rechthoekige binnenplaats gebouwde complex is gelegen achter een voorerf, dat toegankelijk is via twee inrijhekken met hardstenen posten. Ten westen van het aan de voorzijde gelegen herenhuis is een engelse tuin aangelegd. Het gewitte herenhuis, afb. 6, heeft een representatief middengedeelte van twee verdiepingen onder een mansardwolfdak; links in het verlengde hiervan een ietwat smallere vleugel van één verdieping onder een schilddak, waarop de twee verdiepingen tellende doch even hoge westelijke en noordelijke economievleugels aansluiten; rechts in het verlengde van de middenvleugel ligt een vlakgedekt eveneens smaller gedeelte van gelijke hoogte, dat op de buitenhoek torenvormig met een extraverdieping is uitgebouwd. Tussen dit gedeelte en de hoge met een zadeldak gedekte schuur een overdekte inrijpoort. De gebouwen zijn opgetrokken van baksteen met toepassing van mergelhoekblokken en vlakke hardstenen omlijstingen voor de meeste vensters en ingangen. Aan de binnenplaats bevinden zich twee eenvoudige ellipsboogpoorten met op de sluitsteen het jaartal 1801. Volgens plaatselijke overlevering geeft dit jaartal de ingrijpende wijziging aan, waarbij aan de landelijke aanleg, die in oorsprong 17de eeuws moet zijn, meer allure werd gegeven door de bouw van de neoclassicistische middenvleugel van het herenhuis. De voorgevel van dit gedeelte, afb. 6, is geleed met lisenen van pleister. De ingangstravee in het midden is versierd met empire-ornamenten. De | |
[pagina 35]
| |
gekoppelde in harde pleister uitgevoerde segmentboogomlijstingen van de doorrit en de schuurpoort stammen eveneens uit deze tijd; aan de buitenzijde zijn zij overhoeks geplaatst in de inspringende hoek tussen schuur en herenhuis. De verdieping en de met frontons versierde toren van de rechtervleugel van het herenhuis zijn eerst na het midden van de vorige eeuw - volgens plaatselijke overlevering omstreeks 1880 - opgetrokken. De doorrit, inwendig na het midden van de vorige eeuw versierd met een classicistischeGa naar margenoot+ pilastergeleding, geeft via een ovale vestibule, eveneens in die tijd tot stand gekomen, toegang tot het herenhuis. Deze vestibule zag vroeger door een ovale opening in beide bovengelegen plafonds uit in een stuckoepel. De trap, xixa, met gekrulde hoofdbaluster, is in 1911 uit de middenvleugel overgebracht naar de ruimte naast de vestibule. De grote zaal in de middenvleugel heeft een empire schoorsteenmantel, afb. 5, en een stucplafond in dezelfde stijl; boven de ondermantel van zwart en wit marmer een spiegel en een stucreliëf met een ruïnelandschap; in het Rijksarchief te Maastricht bevinden zich voorontwerpen van de hand van Mathias Soiron. Elders in het gebouw een marmeren Lodewijk xvi-schoorsteenmantel; twee haardplaten, een met de Geboorte, de ander met de voorstelling van een ridder te paard en twee wapens, van welke het linker beladen is met drie leliën en het ander onherkenbaar is, evenals de bijbehorende tekst, xvii. Voorts fragment van een kariatidenschouw, vermoedelijk afkomstig uit de vroegere keuken. Tot de inventaris behoort een reeks olieverfportretten van de familie Schoenmaeckers en verwanten, xviiib-xixa. Een der paardestallen is overdekt met troggewelven en voorzien van boksen met ijzersmeedwerk, xixa. In het huis wordt een houten korpus, - omstreeks 1400, hoog 98, vrij primitief - bewaard, dat in de pastorie te Scheulder werd gevonden, en daarna korte tijd te Bemelen deel uitmaakte van een wegkruis.
DE HERENHOEVE WATERRIJK. Eindstraat 13, behoorde in de 18de eeuw aan deGa naar margenoot+ familie Graven evenals de Gravenhof (De Crassier, 1930, blz. 150). De gewitte gebouwen van dit schilderachtige complex zijn gelegen aan een naar de straat toe open binnenplaats, die via een inrijhek met gemetselde hoekposten toegankelijk is. Het herenhuis van één verdieping onder een zadeldak links van de binnenplaats heeft eindgevels met overblijfsels van dubbele speklagen in mergel, xvii; de lange gevels, opgetrokken van baksteen met mergelhoekblokken en voorzien van eenvoudige segmentboogvensters en in hardsteen omlijste middeningangen, type ia, dagtekenen blijkens jaartalankers in de zuidgevel uit 1737, evenals de in de voorste eindgevel ingebroken en naderhand gewijzigde segmentboogvensters. De middenvleugel heeft een neoclassicistische voorgevel van twee verdiepingen met oculi en rondboogvensters; de met een fronton bekroonde poorttravee heeft boven de segmentboogpoort een rondboogvenster tussen hoeklisenen. De door een wolfdak gedekte schuur rechts van de binnenplaats is opgetrokken met enkelvoudige speklagen; een later ingebroken ellipsboogpoort heeft een sluitsteen met 1832. In het herenhuis een trapleuning met vlakke balusters, xviiib, en een balustrade met ronde balusters, afkomstig van de communiebank, xviiib, der oude kerk (vgl. blz. 32). In de stal troggewelven.
DE TIENDSCHUUR OF HAGENHOF, Hagenstraat 6-8, was tot het einde van deGa naar margenoot+ 18de eeuw cijnshoeve van het kapittel van St. Servaas te Maastricht (De Crassier, 1930, blz. 150). De gewitte gebouwen van deze herenhoeve liggen schilderachtig | |
[pagina 36]
| |
gegroepeerd om een gesloten binnenplaats. Links bevindt zich het ten opzichte van de weg haaks gelegen herenhuis met de aangrenzende ommuurde tuin; deze tuinmuur heeft aan de wegzijde een poortje met een in recente tijd vernieuwde in- en uitgezwenkte bekroning; aan de veldzijde is de tuin toegankelijk door een inrijhek, waarvan de bakstenen hoekposten hardstenen bekroningen hebben. Het herenhuis, xviiib. van twee verdiepingen onder een mansard-wolfdak en met segmentboogvensters in hardsteen, type ia, heeft inwendig kamers in enfilade; van de oude aankleding zijn nog twee schoorsteenmantels over met stucboezems en tegels, xviiib. In de pachterswoning een troggewelf met houten ribben en in de kelder een kappengewelf op gordelbogen. Van beide grote schuren rechts heeft de achterste, welke de jongste is, inwendig een spitsboog en een pijler van baksteen ter ondersteuning van de dakgordingen; deze schuur werd blijkens de sluitsteen van de veldingang in 1769 gebouwd.
Ga naar margenoot+ DE HEIHOF, Bodemsweg 2-3, schilderachtig gelegen tegen een boshelling, was een leen van Valkenburg, in 1406 verheven door een Van 't Zievel (zie verder blz. 32). Oorspronkelijk gebouwd om een niet geheel gesloten binnenplaats, vormen de witgekalkte gebouwen thans twee hoeven. Tegen een grote schuur van baksteen met mergelhoekblokken, krulankers en een gevelsteen met 1743 bevindt zich een later aangebouwde schuur met speklagen.
Ga naar margenoot+ Bergerstraat 2. Villa Aldegonda, levensgroot tuinbeeld van Mars in hard aardewerk op een hardstenen voetstuk in Lodewijk xv-stijl; vertoont enige overeenkomst met het beeld op de Gravenhof, dat van Severen afkomstig is (vgl. blz. 33 en 34). Bergerstraat 22. Hoeve in haakvorm, opgetrokken uit baksteen, met lateiboogvensters in hardsteen; de sluitsteen van de segmentboogingang in hardsteen, type id, is met een acanthusmotief versierd. Boven de ingang een eenvoudige zonnewijzer. Bergerstraat 57. Boerenhuis opgetrokken in baksteen met lateiboogvensters in hardsteen, xixa. Recht afgedekte ingang in hardsteen met rest van oude bovendorpel met omlopend profiel xviiia, b. Bergerstraat 64-66. Twee woonhuizen in baksteen met segmentboogvensters in hardsteen, type ia, xviiib; inwendig een viertal schoorsteenmantels met tegels; xviiib. Ga naar margenoot+ Dorpsstraat 46. Kapelanie opgetrokken in baksteen met segmentboogvensters in hardsteen, type iia; de deuromlijsting van hetzelfde type met op de sluitsteen 1796 had vroeger een bovenlicht. Ga naar margenoot+ Hoofdstraat 2. Puntgevel met speklagen, gewit; gevelsteen met 1749. Ga naar margenoot+ Kerkstraat 30. Pastorie. Rechthoekige vensters met dorpels of omlijsting van hardsteen, xixa; ellipsboogpoortje in hardsteen, xviii.
Kloosterstraat 8. Hoeve om binnenplaats, deels in baksteen met speklagen van mergel, verder vakwerkbouw. Ga naar margenoot+ Een deel van de Franse tuinaanleg met waterpartijen, xviiib, van het goed Mariënwaard (gemeente Meerssen) ligt op het grondgebied van de gemeente Amby. |
|