Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht
(1962)–J.F. van Agt– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
AmstenradeDe gemeente omvat slechts het gelijknamige dorp, dat oorspronkelijk gegroepeerdGa naar margenoot+ om kasteel en kerk, in de laatste decennia aanmerkelijk is uitgegroeid, waardoor nieuwe agglomeraties ontstonden. Habets, 1884, blz. 202, 289. - J.A. Hoens, in Limburg 1925, blz. 94. - De Crassier 1930, blz. 150 -Ga naar margenoot+ Von Negri, in Maasgouw 1940, blz. 73. Op het kruispunt Hoofdstraat-Poststraat-Heiberg een ten dele vernieuwd houten kruisGa naar margenoot+ met houten korpus, hoog 81, xixa; onderschrift JJW.MMM 1817 HersteLd in 1903. Aan de Kemkensweg gepaneeld houten kruis met palmetbeëindigingen en dezelfde monogrammen als boven, xixa doch met metalen korpus; ervoor hardstenen voetstuk van het vorige kruis, xvii.
DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK, toegewijd aan Maria Onbevlekt Ontvangen,Ga naar margenoot+ vervangt een ouder gebouw, dat de H. Gertrudis als patrones had. In 1298 is er reeds sprake van een kapel (Maasgouw 1940, blz. 73). Het huidige gebouw van 1852 is in 1932/33 vergroot. De kerk bezit: Eiken z.g. doven-biechtstoel op Lodewijk xvi-poten.Ga naar margenoot+ In de kapel der familie De Marchant et d'Ansembourg twee herenbanken, afb. 18, in late Lodewijk xvi-stijl en een rouwbord, 1818, met het wapen van deze familie. Annatrits van witgeverfd eikehout, hoog 73, xvia, locaal werk, het Kind op de schootGa naar margenoot+ van de zittende Annafiguur geeft een druiventros aan de staande Maria rechts. Madonna, hoog 90, midden xix, met een echt kleed en twee zilveren kroontjes. Verguld zilveren monstrans, hoog 64, met in- en uitgezwenkte voet; het expositoriumGa naar margenoot+ - oorspronkelijk cilinder - met vernieuwde lunula wordt geflankeerd door getorste zuiltjes en beeldjes van de H. Geertruida en een monnik met kruis en boek; boven het expositorium een madonnabeeldje onder een kroon op getorste zuiltjes; de monstrans prijkt verder met festoen-, acanthus- en oorschelpversieringen op de, voet: mar.doro/s.r.i. princi/a:dietrich/stein/1711 en het dubbelwapen Von Dietrichstein × Van Salm; Akens keurteken en een onleesbaar merk. Zilveren ciborie, hoog 43, xixa, met stralen en laurierbladkrans; merken: r in vierkant, d waaronder vijfpuntige ster in ruit, onleesbaar wapen, eveneens onleesbaar vierkant merk. Vergulde kelk van gedreven zilver, hoog 26, xviid; de ronde voet versierd met reliëfvoorstellingen van Christus voor Pilatus, de Bespotting en de Kruisiging, op de peernodus engelen met de doek van Veronica, om de cuppa een acanthusversiering. Zilveren kelk, hoog 30, xixa, in late Lodewijk xvi-stijl. | |
[pagina 38]
| |
Zilveren missaalbeslag in late Lodewijk xvi-stijl met het opschrift '20 avril 1823' en het dubbelwapen De Marchant et d'Ansembourg × Von Wendt Holtfeld. Ga naar margenoot+ Een paar koperen drievoetkandelaars, hoog 41, xviia. Een dergelijk paar van gelijke hoogte, xviib, gemerkt met een zespuntige ster en een leeuw tussen i en h2. Nog twee dergelijke, xviib, hoog 30. Koperen altaarschel, xixa, met vier bellen, verzilverd. Ga naar margenoot+ Tinnen reliekhouder, hoog 43, xixa, in kruisvorm op ovale voet. Ga naar margenoot+ Antependium, 1845, met Lam Gods, in gouddraad, de rand in gobelintechniek met bloemen. Ga naar margenoot+ Op het kerkhof grafsteen Willems, 1788 (vgl. kasteel) en een andere grafsteen uit 1838; voorts een grafkruis uit 1644 met Nederlandse tekst in Latijnse majuskels. Ga naar margenoot+ In het kasteelpark doopvont, vermoedelijk uit de oude kerk (zie blz. 43).
Ga naar margenoot+ HET KASTEEL is gelegen in een groot engels park in de kern van de gemeente. Fig. 13. Amstenrade, kasteel; 18de-eeuws verbouwingsplan
| |
[pagina 39]
| |
Habets, 1884, blz. 298. - J.A. Hoens, in Limburg, 1925, blz. 94 - De Crassier, 1930, blz. 150 - DeGa naar margenoot+ Borchgrave d'Altena, II, blz. 125; III, blz. 48. - Von Negri, zur Geschichte von Amstenrade, in Maasgouw 1940, blz. 73. - E.H. ter Kuile, Kastelen en adellijke landhuizen, Amsterdam 1954, blz. 74. Fig. 14. Amstenrade, kasteel; 18de-eeuws verbouwingsplan
| |
[pagina 40]
| |
Fig. 15. Amstenrade, kasteel; ontwerp voor een engelse tuinaanleg door G. Duckers
aan de familie Van Dietrichstein. Van 1732 tot 1779 behoort het aan de familie De Ligne, waarna het wordt aangekocht door de rijke Luikse burger, Nicolaas Willems. Sinds 1788 behoort het aan de familie De Marchant et d'Ansembourg. De huidige eigenaar is M.V.E.H.J.M. Graaf de Marchant et d'Ansembourg. | |
[pagina 41]
| |
Fig. 16. Amstenrade, kasteel
De hoofdvleugel van het herenhuis had met twee zijvleugels een vierkante courGa naar margenoot+ d'honneur moeten omsluiten. De rechtervleugel bleef echter achterwege, zodat het huidige lustslot slechts bestaat uit twee ten opzichte van elkaar haaks gelegen 18de eeuwse vleugels - die ten dele met de oude bouw samenvallen -, met op de buitenhoek een vierkante toren als overblijfsel uit de 17de eeuw, fig. 16. Rechts van de cour d'honneur ter plaatse van de geprojecteerde doch niet tot uitvoering gekomen vleugel liggen funderingen in de grond verborgen. De grachten zijn bij de 18de eeuwse verbouwing verdwenen. Rechts van het naar voren rond gesloten voorplein liggen de economievleugels, fig. 16. In het park rechts van het herenhuis een oranjerie. Voorts als beëindiging van een der van achter het kasteel uit onregelmatig tegen de glooiing divergerende grasvlakten een kunstmatige grot. Het statige herenhuis, afb. 11, 12, opgetrokken in drie verdiepingen boven een souterrainGa naar margenoot+ en afgedekt door vlakke, onderaan in schoten uitlopende leien daken - een zadeldak over de hoofdvleugel en een schilddak over de zijvleugel - is een goed voorbeeld van het pompeuse Luikse classicisme uit het eind der 18de eeuw. De bakstenen muren zijn op de buitenhoeken van de zijvleugel versierd met vlakke mergelstenen pilasters met trigliefen aan de bovenkant; verder is aan de zijde van de cour d'honneur de eindtravee van dit gedeelte door een dergelijke pilaster van het overige muurvlak afgescheiden. De hoofdvleugel, die rechts door een provisorische eindgevel is afge- | |
[pagina 42]
| |
sloten, heeft aan de voorzijde, afb. 11, een middenpartij met vier van deze pilasters onder een fronton; tussen de pilasters bevinden zich drie rondboogingangen in hardstenen omlijstingen, die naar boven in mergel zijn aangevuld en afgedekt door smallere rechte profiellijsten. De achtergevel, afb. 12, heeft een dergelijke doch niet uitspringende middenpartij; de ingangen aan deze zijde zijn echter eerst aangebracht bij de bouw van het moderne bordes met trap door H. Beijaert. Het souterrain heeft vensters in hardstenen omlijstingen met segmentbogen, type iib, welke omlijstingen aan de voorzijde en aan de kant van het plein geheel gevat zijn in muurwerk van hetzelfde materiaal; verder zijn er segmentboogvensters in mergelomlijstingen, type iig, met oreillons en samengestelde sluitstenen. Boven de geprofileerde, bij de pilasters verkropte kroonlijsten houten dakkapellen met segmentbogen. De toren, die twee verdiepingen hoger is, eindigt in een mergelstenen attiek en een op de hoeken afgeschuinde koepel, bekroond door een gesloten lantaarn met piroen; de attiek heeft de vorm van een schijnbalustrade, versierd in de gebruikelijke laatclassicistische trant en aan de hoeken getooid met gecanneleerde zuilstompen; de vensters van de toren zijn gelijk aan de overige met uitzondering van de ovale oculi in rechthoekige mergelomlijstingen onmiddelijk onder de attiek. De mergelblokken op de hoeken van het torenmuurwerk stammen nog uit de 17de eeuw evenals de rechthoekige dichtgemetselde vensters in hardsteen in de aan de hoofdvleugel grenzende gevel. Ga naar margenoot+ De kelders zijn overkluisd door kappengewelven tussen elliptische gordelbogen, de keldergangen door segmentboogtongewelven, de wijnkelder onder het voorplein door een elliptisch tongewelf; een ronde kelderruimte - onder de ronde hal - is overdekt door een straalgewelf op acht rechthoekige ribben. In de kelderverdieping twee schouwen, xvii, met ionische hermen. Het verdere interieur is versierd in een stijl, die de overgang vormt tussen de Lodewijk xvi-stijl en het empire. De gelijkvloerse ruimten - in de zijvleugel voor het merendeel met stenen vloeren - zijn aangelegd in enfilade en toegankelijk door brede vleugeldeuren. Deze indeling is echter links in de hoofdvleugel gestoord door de moderne diensttrap. Midden in de zijvleugel - achter de hoofdingang - bevindt zich een vestibule, waarvan de betimmering tot op twee derde van de wandhoogte oud is. Deze door een modern tussenschot in tweeën gedeelde ruimte geeft naar rechts toegang tot een Lodewijk xvi-trap. Links achter de vestibule ligt een kleine ronde hal, afb. 16, met gemarmerde korintiserende pilasters, een schoorsteenmantel, xixb, met tussen de trigliefen classicistische stucreliëfs en een lage stuckoepel, die illusionistisch beschilderd is met het binnenaanzicht van een ronde koepel en een op de vrije hemel uitzicht gevende lantaarn; boven de vier kasten dessus-de-portes met stucreliëfs in late Lodewijk xvi-stijl. Links van de vestibule een vierkant vertrek met afgeschuinde hoeken, versierd met een rijke Lodewijk xvi-betimmering; in een van de hoeken een schoorsteenmantel met ovale spiegel, een festoenversiering en een portret op doek, vermoedelijk voorstellende François Charles de Velbrück, 1772-1784 prins-bisschop van Luik. In een der aangrenzende lage dienstvertrekken een wandbekleding van Delftse tegels. Rechts van de vestibule bevindt zich nog een grote rechthoekige hal met ionische wandpilasters. In de as van de hoofdvleugel een grote zaal met parketvloer en koofplafond; de schilderingen van de hand van de Luikenaar M. de Lovinfosse zijn in recente tijd vervangen door kopieën. In de toren een groot vertrek, afb. 14, met | |
[pagina 43]
| |
vignetachtige schilderingen op doek met pastorale voorstellingen, volgens De Borchgrave d'Altena van de Lovinfosse; gerestaureerd in 1955; boven de spiegel van de met pilasters versierde schoorsteenmantel, xixb, een door voluten versierde lijst, waaruit het schilderij verdwenen is; het plafond met een rondlopende band en hoekvullingen met ranken en arabesken kan wellicht aan M. Soiron worden toegeschreven (vgl. interieurs kasteel Borgharen, Meerssenhoven te Itteren en Rustenburg te Bunde). Rechts in de hoofdvleugel een vertrek met rijke Lodewijk xvi-betimmeringen o.a. tropeeën, die zeer gehavend zijn door mijnschade. Op de verdieping enige slaapkamers met alkoven; een in de hoofdvleugel in quasi Chinese trant, afb. 13 en 15, met palmbomen en vogels in stuc en op de Lodewijk xvi-schoorsteenmantel tevens een tempeltje ter omlijsting van twee spiegels; ook in dit vertrek zijn de schilderingen volgens De Borchgrave d'Altena van de hand van Lovinfosse. Twee slaapkamers hebben elk een ovale alkoof met een koepelachtige stucoverdekking in empirestijl. De thans ontluisterde kapel, afb. 17, heeft een wandversiering met gegroefde pilasters, waartussen zich festoenen bevinden, en als dessus-de-portes medaillons met in grisaille de evangelisten; om de medaillons festoenen aan strikken. Elders in het kasteel een achttal schoorsteenmantels en enige stucplafonds, alle in dezelfde overgangsstijl tussen Lodewijk xvi en empire, xviiid-xixa. In het kasteel bevinden zich de volgende familieportretten: Twee ovale pastels metGa naar margenoot+ de portretten van Claude Romain Joseph d'Ansembourg en echtgenote, xviiib; drie portretten op doek, xviiib, o.a. het genoemde portret van François Joseph de Velbrück; vijf portretten, doek xviiib, volgens overlevering door Lovinfosse, van Jean-Baptiste d'Ansembourg, zijn echtgenote en hun zes kinderen (twee aan twee); dubbelportret van twee hunner kinderen, xixb, door Hastenrath; twee miniatuurportretten, namelijk van Marianne de Hayme de Bomal-Willems, 1743, vierkant, en van Leo d'Ansembourg, ± 1800, rond.
De inrit naar het voorplein, afb. 11, wordt geflankeerd door hoekposten van hardsteenGa naar margenoot+ en baksteen en lage balustraden, xviiid, in de trant van de torenbalustrade. Van de economiegebouwen is nog een vleugel oud, xviiid. Deze is opgetrokken uitGa naar margenoot+ baksteen met segmentboogvensters in mergel, type iib, en afgedekt met een leien mansarddak; in de door een elliptisch ton-gewelf gedekte kelder een lange aanrechtbank; gelijkvloers een eenvoudige schoorsteenmantel en een eiken ondermantel met tegels. De tussen 1815 en 1821 gebouwde oranjerie bestaat uit een rechthoekig hoofdgebouwGa naar margenoot+ onder een mansard-zadeldak, met serres tegen beide korte zijden; aan de voorkant vijf rondboogingangen (afb. R. Klapheck, Die Baukunst am Niederrhein, ii, blz. 76); aan de achterzijde een halfronde met korintische pilasters gelede nis, geflankeerd door korintische pilasters, die een fronton dragen. De kelders zijn overkluisd met bakstenen kappen op gordelbogen. De vertrekken zijn voorzien van moerbalkzolderingen. De houten wenteltrap heeft een uitgezwenkte trappaal. In de engelse tuin, xviiid-1815, stond eertijds een rond tempeltje. De koepelgrot, 1815, als quasiruïne aangelegd achter in het park, draagt boven deGa naar margenoot+ ingang het wapen De Marchant et d'Ansembourg. In het park een ronde hardstenen doopvont, omstreeks 1200, vermoedelijk uit deGa naar margenoot+ oude kerk, - versierd met vier koppen en acht primitieve driepassen. Voorts enige tuinpijlers van hardsteen met cannelures en diamantkoppen. | |
[pagina 44]
| |
De Rentmeesterswoning, Kloosterberg 1, dient thans tot pastorie. Het huis, xviiid, heeft rechthoekvensters in hardsteen. Inwendig een eenvoudige trap met gekrulde trappaal en een marmeren Lodewijk xvi-schoorsteenmantel.
Ga naar margenoot+ Aan de Kerk 1. Hoeve met segmentboogvensters met houten kozijnen; blijkens jaartalankers uit 1792. Inwendig eenvoudige schoorsteenmantel, alkoofkast en moerbalkzoldering. Aan de Kerk 4. Kasteelhof met aangrenzend de oude pastorie; de gewitte gebouwen liggen om een gesloten binnenplaats; de kruis- en tussendorpelvensters hebben houten kozijnen. Inwendig twee Lodewijk xiv-plafonds en schoorsteenboezems met stuc. De kap van de schuur rust op vier bakstenen spitsbogen. Ga naar margenoot+ Kemkensweg 5. Gekrulde ijzeren deurklopper, 1786. Ga naar margenoot+ Oudestraat 4. Jaarankers 1757. Oudestraat 5. Bakstenen hoeve om gesloten binnenplaats; segmentboogvensters in hardsteen, type ib; fragmenten van dubbele speklagen en vakwerk; lateiboogingang in hardsteen met op de bovendorpel monogrammen en 1774. Oudestraat 6. Rondboogpoortje in mergel, xvii. Ga naar margenoot+ Putstraat 1. Gekrulde ijzeren deurklopper, xviiib. Putstraat 10. Hoeve, deels van baksteen, deels van vakwerk om een gesloten binnenplaats met aan de straatzijde twee topgevels; segmentboogvensters in hardsteen, type ib, en eenvoudige ellipsboogpoort; de deur heeft een fraaigekrulde ijzeren klopper. De vensteromlijsting in de rechter geveltop is ten dele samengesteld uit ouder mergelmateriaal; boven dit venster een steen met j.w:/m:mh/ad 1772. De in vakwerk uitgevoerde zijgevel van deze vleugel bevat een dichtgemetselde ingang, waarvan de houten bovendorpel met in- en uitgezwenkte dagkant een brandbezweringsspreuk draagt en hetzelfde jaartal en dezelfde monogrammen als de gevelsteen. In deze vleugel de in- en uitgezwenkte hardstenen wangen van een vroegere schouw, xvii, versierd met rozetten en rankwerk.
DE SCHUTTERIJ van de H. Gertrudis bezit:
Zilveren vogel met kroon en opstaande vleugels, gegraveerd, xvii, hoog 15. Koningsplaten uit 1652, 1682, 1722, 1733, en 1750. Voorts twee met 1650, 1655, 1723 en 1762; een in Lodewijk xvi-stijl met 1752, 1753 en 1774. Verder platen uit 1755, 1759 (in de vorm van een acanthuscartouche, van Nicolaus Strens), 1768, 1775 (gemerkt mi in rechthoek), 1785, 1789 (in de vorm van een cartouche), 1791 (oorschelpcartouche!), 1811, 1814, 1819, 1820, 1825, 1827 (met festoen), 1841, 1844. Tenslotte een plaat met 1842, 1845 en 1869. (vgl. Jolles, blz. 20). |
|