| |
| |
| |
Afb. 275. Kaart 13: Eys c. 1830-'40 naar het kadastrale minuutplan.
| |
| |
| |
Eys
Eys, in 1193 en 1252 vermeld als Hanzon, was in laatstgenoemd jaar al een kerkdorp. Er is dan sprake van ‘Arnoldus miles et villicus de Hanzon, Franco investitus et Gerardus advocatus de Hanzon’, dus een meier, een pastoor en een voogd (Mosmans Wittem, blz. 106).
De nederzetting is ontstaan bij een kruispunt van wegen niet ver van de Eyserbeek en op enige afstand van een herenhoeve, later kasteel (?) ter plaatse van de Eyserhof. Het dorp telde in 1822 138 inwoners (Mosmans Wittem, blz. 75).
| |
Kerk
De rooms-katholieke kerk van de H. Agatha, gelegen midden in het dorp, is in de jaren 1732-'34 gebouwd ter vervanging van een kerk die pas dertig jaar tevoren was vernieuwd. Die kerk uit 1712, afgebroken in 1745, stond op de helling van de Hörenberg, ten noordoosten van het tegenwoordige gebouw.
| |
Litteratuur
H. Mosmans, ‘Kerkbouw te Eys’, Maasgouw 45: 1925, blz. 4-5. - Th. Rensing, ‘Johann Conrad Schlaun’, Westf. Kunsthefte 6: 1936. - De Crassier, 1937, blz. 317-318. - J. Sprenger, ‘De St. Agathakerk te Eys’, Kath. Bouwblad 1954-'55, blz. 3-6. - Belonje blz. 62. - Schoenen, blz. 20. - Schlaunstudie, Bildteil, blz. 107-109, nr. 30. - G.I. Quaedvlieg, Orgels in Limburg, Zutphen 1982, blz. 89.
| |
Ontwerptekeningen
Ontwerptekeningen van Johann Conrad Schlaun in het Landesmuseum te Munster. Niet uitgevoerd ontwerp, twee tekeningen: lm 71, opstand en lengtedoorsnede uit het zuiden, plattegrond (afb. 276). lm 72, dwarsdoorsnede over de westelijke schiptravee naar het westen, opstand uit het zuiden, dwarsdoorsnede van het oostelijke schipgedeelte naar het oosten (afb. 277).
Uitgevoerd ontwerp, twee tekeningen; daarbij een ideaalplan voor de situatie: lm 75, opstand en lengtedoorsnede uit het zuiden, plattegrond (afb. 279). - lm 73, dwarsdoorsnede van het schip naar het oosten, opstand uit het westen, dwarsdoorsnede naar het westen (afb. 280). lm 74, niet uitgevoerd situatie-ontwerp met kerk en kerkhof in de hoofdas van een formeel park achter symmetrisch geplaatste huizen (afb. 278). Ongesigneerde ontwerptekeningen (kopieën) van Schlaun in de verzameling Klausener, Aken (Schoenen, blz. 20).
| |
Geschiedenis
De kerk van Eys, die al tegen het eind van de 12de eeuw blijkt te bestaan, was eigendom van het Sint-Pauluskapittel in Luik (De Crassier, 1937, blz. 317). In 1553 en 1558 blijkt zij twee zijaltaren te hebben, een Maria-altaar en een altaar van de H. Nicolaas (zie Habets 1875, blz. 416-420). In de Costumen van de heerlijkheid Eys is sprake ‘van der Klocken renoveit vuytte jaer 1554 opt jaer 1603’; het onderhoud van de kleine klok van het koor, de grote klok van het schip, de middelste klok en de toren (Habets 1891, blz. 15). De kerk, in 1712 herbouwd, werd al ruim dertig jaar later vervangen door het huidige gebouw, rechts van de Eyserbeek ten zuidwesten van het oudere bedehuis. De tegenwoordige kerk is, ondanks aanvankelijk verzet van het Luikse Sint-Pauluskapittel, op instigatie en met steun van de nieuwe landsheer Ferdinand von Plettenberg gebouwd in de
| |
| |
Afb. 276. Niet uitgevoerd ontwerp voor de kerk van J.C. Schlaun. Landesmuseum Munster.
jaren 1732-'34. Na afbraak van de oude kerk in 1745 duurde het nog tot 1770 voordat de inwijding plaatsvond van de nieuwe; twee jaar later heeft het Sint-Pauluskapittel te Luik de toren en het herstel van de kleine klok, die gebarsten was, voor zijn rekening genomen (Maasgouw 45: 1925, blz. 5).
De kerk is naar ontwerp van de bekende Westfaalse architect Johann Conrad Schlaun gebouwd onder toezicht van Johann Joseph Couven uit Aken door de aannemer Klausener uit Burtscheid (vgl. Schoenen, blz. 20). Naast de uitgevoerde ontwerptekeningen (zaalkerk met westtoren, smaller koor en daarachter een kleine sacristie, afb. 279-280) zijn er tekeningen met een variantontwerp (met brede dwarshal tussen toren en schip, en een smaller gedeelte met koor en sacristie aan de oostkant; afb. 276-277).
Op 24 maart 1734 is de bouw zover gevorderd, dat ‘Oberambtmann’ von Braumann aan Plettenberg kan schrijven dat hij met Couven zal overleggen of de ‘auswendige
| |
| |
Afb. 277. Niet uitgevoerd ontwerp voor de kerk van J.C. Schlaun. Landesmuseum Munster.
Mauern mit Kalck und Siment oder bloss mit Kalck verputzt werden’ (Maasgouw 45: 1925, blz. 5 n. 4).
Twee eeuwen later, in 1934-'35, is de kerk vergroot met twee zijruimten aan weerskanten van het koor, in de stijl van het al bestaande werk ontworpen door architect N.M. Ramakers met medewerking van architect G. de Hoog van Monumentenzorg. Bij deze uitbreiding is erop gelet dat de oude ruimtewerking behouden bleef. Wel zijn bij die gelegenheid schilderingen van kanunnik Goebbels uit Aken weggewerkt. Na de tweede wereldoorlog zijn beschadigingen aan de toren hersteld.
Een Onze Lieve Vrouwekapel op de Berg, ter plaatse van de vorige in 1745 afgebroken kerk, was al in 1923 bouwvallig. Die kapel was voorzien van het chronogram In antIqVa eCCLesIa reCorDatIoneM pIetas eIsensIs (1862).
| |
Plattegrond
De kerk, opgetrokken uit baksteen met toepassing van natuursteen voor omlijstingen, bestaat uit een schip van drie traveeën, een smaller inwendig rondgesloten koor, daarachter een kleine sacristie, en lage nevenkapellen uit 1934-'35 aan weerskanten van de oostelijke partij. Holle hoekrondingen zorgen voor vloeiende overgangen tussen de bouwdelen (afb. 281).
| |
Uitwendig
De buitenarchitectuur (afb. 282-283) toont een samengaan van strakke en sierlijke lijnen en vlakken, karakteristiek voor de Barokstijl van Schlaun. Muurgeledingen met rechthoekige spaarvelden en vensters in de vorm van staande ovalen; de klokkeverdieping van de toren met afgeschuinde hoeken; daarop een gebogen dak iets afwijkend van het ontwerp van Schlaun (Couven?) waaruit een spits oprijst, bekroond met bol en kruis. De omlijsting van de ingang in de westgevel heeft een zijwaarts opgebogen kroonlijst. Galmgaten met inspringende rondbogen waarin wijzerplaten zijn opgenomen. Geprofileerde daklijsten; de daken met leien bedekt.
| |
Inwendig
Binnen ziet men holle hoeken, een ronde koorsluiting, spaarvelden die in vorm zijn afgestemd op de ovale vensters, en graatgewelven tussen vlakke muraal- en gordelbogen; onder de holgeprofileerde triomfboog en het absisgewelf bevinden
| |
| |
Afb. 279. Uitgevoerd ontwerp voor de kerk van J.C. Schlaun. Landesmuseum Munster.
Afb. 278. Niet uitgevoerd situatie-ontwerp voor de kerk van J.C. Schlaun. Landesmuseum Munster.
| |
| |
Afb. 280. Uitgevoerd ontwerp voor de kerk van J.C. Schlaun. Landesmuseum Munster.
Afb. 281. Kerk (opm. 1976).
| |
| |
Afb. 282. Kerk 1732-'34, architect J.C. Schlaun, uit het zuiden voor de vergroting van 1934-'35 (opn. 1924).
Afb. 283. Kerk uit het zuidwesten (opn. 1981).
| |
| |
Afb. 284. Kerk, 1732-'34, architect J.C. Schlaun (opn. c. 1950).
| |
| |
Afb. 285. Kerk, linkerzijaltaar met H. Agatha, 2de kwart 18de eeuw (opn. 1982).
Afb. 286. O.L. Vrouw van Goedenraad, 19de eeuw (opn. 1982).
zich profiellijsten en onder de gordelbogen pilasters met lijstkapitelen (afb. 284). Inventaris
| |
Hoofdaltaar
Retabel van het hoofdaltaar, xviiib, (afb. 284), voorzien van een altaarstuk tussen zuilen die tot een derde van de hoogte getorst en omkranst zijn en daarboven versierd met zigzagcannelures, bekroond met Koryntische kapitelen; daarboven engelkopjes en aanzetten van een door het altaarstuk onderbroken fronton. Het geheel bekroond door een aedicula met schelpnis zigzaggecanneleerde zuilen, Koryntische kapitelen, flankerende cherubijnen en een fronton. Het altaarstuk, doek 350 × 200 cm, van boven eindigend met drie zijden van een zeshoek, draagt een voorstelling van Jesus in Gethsemane, knielend, terwijl van rechts een engel de lijdenskelk brengt; xviiib, Italiaanse invloed. In de nis van de aedicula een houten beeld van de H. Anna te Drieën, hoog 110 cm, xviiib, de hoofdfiguur zittend met het kind Jesus op schoot en links voor haar staande Maria.
| |
Zijaltaren
Twee eikehouten zijaltaren, xviiib, de barokke retabels elk met twee paar Ionische zuilen op postamenten, aan weerskanten van een schelpnis onder een in- en uitgezwenkte bekroning met zijvoluten; erboven een zonnemotief, bij het linkeraltaar (afb. 285) met de letters alpha en omega, en bij het rechteraltaar met voorstelling van de Hand Gods in reliëf. In de bekroning van het linker- en rechteraltaar respectievelijk de monogrammen van Agatha en Maria. In de nissen houten beelden, hoog 98 cm, xviiib, die respectievelijk de Heilige Agatha en Maria voorstellen; witgeschilderd en met verguldsel versierd.
| |
Altaar
Onderbouw van altaar met predella, witgeschilderd hout.
| |
Koorbanken
Twee driezits banken van eikehout, xviii en xix, in het koor.
| |
Communiebanken
Twee communiebanken met balusters, pilasters en cherubijnenkopjes.
| |
Biechtstoelen
Twee driezits biechtstoelen van eikehout, xviii, met gebogen voorkant en versierde frontons.
| |
Doopvont
Doopvont van Naamse steen, cylindrisch en halfrond uitgehold, xi?, vgl. Oud-Valkenburg en Berg en Terblijt, op (latere?) geprofileerde voet. Deksel van gedreven koper xixa.
| |
| |
| |
Preekstoel
Eiken preekstoel, xviiib, zeszijdige hangkuip met rechthoekige panelen, rugpaneel geflankeerd door cherubijnen; zeszijdig klankbord met lamberkijns en opengewerkte voluten, die vlammende bollen en een bekronende siervaas dragen.
| |
Orgelgalerij
Orgelgalerij op twee Ionische zuilen; orgel uit 1844, gemaakt door de gebroeders Müller uit Reifferscheid, gerestaureerd in 1961 door Flentrop.
| |
Banken
Vierentwintig eikehouten kerkbanken met wangen in sobere Lodewijk xv-trant. Twee eikehouten bidstoelen, xixa.
Bidstoel met inlegwerk, xixb.
| |
Grafsteen
In de zuidwand van het ingangsportaal onder de toren een grafsteen met opschrift ter nagedachtenis van I.T. Duckweiler, pastoor tijdens de bouw van de kerk. De steen is versierd met een vergulde kelk tussen een doodshoofd (beschadigd) en een zandloper; het opschrift in een onderaan bijgewerkte cartouche luidt: r.d. / I.T. Dvckweiler / Natus 1668 / Factvs Pastor in Eys / 1698 / Obiit Anno 1740 Die 28 Mensis / Decembris / Hic Sepultus ad Math: 5: Sal Infatuatum / conculcabitur quo Pastore / movente Haec Ecclesia / Anno 1732 = 1733 et 1734 / extructa orate pro animâ / eius vt cito requiescat in / pace amen (vgl. Belonje, blz. 62 met lit.).
| |
Grafkruis
Grafkruis ten noorden van de kerk met kleine Calvarievoorstelling; van Reinert Hamers, gestorven 10.5.1672, en zijn vrouw Anna van den Buck (zie Belonje, blz. 62).
| |
Beelden
Houten beelden van de H. Agatha en Maria op de zijaltaren, zie hiervoor.
Houten beeldengroep van de H. Anna te Drieën in de bekroning van het hoofdaltaar, zie hiervoor.
Houten beeld van de H. Anna zittend met voor zich staande het kind Maria, xix, hoog 110 cm.
Houten beeld van de H. Barbara, hoog 160 cm, xixa, witgeschilderd en met verguldsel versierd.
Houten beeld van de H. Sebastiaan als Romeins soldaat, xixb, hoog 145 cm.
Houten beeld van de H. Jozef, hoog 160 cm, xixd, witgeschilderd en met verguldsel versierd.
Porceleinen Madonnabeeldje, xix, hoog 13 cm, in een krans van kunstbloemen onder een glazen stolp.
Staand kruisbeeld van lindehout, met zilveren of verzilverd corpus, xviiid, hoog 60 cm.
Staand houten kruisbeeld, hoog 57,5 cm; hand beschadigd; in een nis in de voet een bronzen madonnabeeldje; onder de voet: Vanderen 1785.
Kruisbeeld in nis van credens, in Lodewijk xvi-stijl, eikehout, xviiid, corpus hoog 26 cm.
Kruisbeeld van hout, hoog c. 95 cm, Duits werk, xixa; witgeschilderd en met verguldsel.
| |
Schilderijen
Altaarstuk met voorstelling van Jesus in Gethsemane boven het hoofdaltaar, zie blz. 236.
Schilderij, doek 96 × 67 cm, Maria met kind, xix, onder de voorstelling een cartouche met de tekst mater boni consilij/a. genazzano (afb. 286), behoorde bij een retabel in de voormalige Onze Lieve Vrouwekapel op den Berg ter plaatse van de vroegere kerk van Eys; afkomstig van kasteel Goedenraad bij Overeys (aant. Mialaret in arch. Monumentenzorg).
| |
Memorietafel
Memorietafel van hout, oblong rechthoekig, met een opschrift (P. Limb. 2:1865, blz. 345-346), dat herinnert aan de heiligschennende diefstal van een zilveren ciborie door soldaten van Lodewijk xiv in 1672 en aan de schenking tot eerherstel door de vorst van een zilveren monstrans in datzelfde jaar (vgl. ook P. Limb. 7: 1870, blz. 488, 489 en 490).
| |
Zilver- en ander metaalwerk
Stralenmonstrans van zilver en goud, hoog 43,8 cm; gemerkt Augsburg (druiventros) fe, 1672; boven de lunula God de Vader op de wereldbol; onder de lunula een madonna. Op een zilveren plaat onder de voet: ‘hoc tabernacvlum/a.d. mdclxxii. a lvdovico xiv/gallorvm rege ecclesiae eysensi/sacrilegio reparando dicatvm, inde/a.d. mdcccxviii [moet zijn mdccxcviii?] abalienatvm.magno/tandem labore recvperatvm/parochvs m. herman, v sacerdotii/lvstra explens eidem resti/tvens ecclesiae d.d.d./a.d. mdcccvi’; de ontvreemde monstrans werd volgens aantekening van Mialaret (in
| |
| |
Afb. 287. Monstrans, in 1672 door koning Lodewijk XIV geschonken als eerherstel voor heiligschennis, ontvreemd in 1798 (?), teruggebracht in 1806 (opn. 1982).
Afb. 288. Monstrans, in 1672 door koning Lodewijk XIV geschonken als eerherstel voor heiligschennis, ontvreemd in 1798 (?), teruggebracht in 1806 (opn. 1982).
het archief van Monumentenzorg) in Düren teruggevonden (afb. 287-288).
Zilveren ciborie, hoog 35 cm; merken: adelaar 172?, s, f, wapen; op de rand van de voet: Familia de Schell hic possessio nata Deo Patri misericordiarum et Christo Jesu Filio eius dilectissimo se humiliter commendat anno 1730.
Zilveren kelk, c. 1700, Zuidnederlands werk, hoog 32,2 cm; merk: gs. Rijk versierd, geschulpte voet en opengewerkt ornament om de cuppa met voorstellingen van Jesus in de Olijfhof, de bespotting van Jesus, en Maria van Smarten.
Zilveren kelk met vergulde cuppa, xix, hoog 27 cm; merken: m en een onleesbaar teken boven een vijfpuntige ster, g. Gedreven ornamenten.
Neogotische verguld koperen kelk, hoog 22,7 cm; I. Wehrens, Aachen; 1907.
Twee gekoppelde zilveren oliebusjes, hoog 6,7 cm; xviii, gemerkt bm.
Drie canonborden, xix, met rijkgekrulde omlijstingen van blank metaal.
Drie tinnen ampullen, xixa, hoog c. 8 cm.
Zilveren wierookvat, hoog 30,5 cm, en wierookscheepje, midden xix, gemerkt v
| |
| |
gekroond. - Wierookvat van messing, xixa, hoog c. 30 cm.
Processiekruis met cherubijnenkopjes, hoog 54 cm, xix; van verzilverd metaal op houten kern.
Processiekruis, hoog 73 cm, xixb, van gedreven messing om houten kern; corpus van gegoten messing.
Twee kandelaars van messing, xvia, hoog 21 cm.
Vier koperen drievoetkandelaars, xviia, hoog 25,5 cm.
Twee koperen drievoetkandelaars met maskerons op de voet, xviiia, hoog 44 cm.
Twee drievoetkandelaars van messing, xviiia, hoog 28 cm.
Negen drievoetkandelaars van verzilverd koper, xix, hoog 71,5 cm; op de voet borstbeelden in reliëf van Jesus, Maria en Petrus. - Acht drievoetkandelaars van verzilverd koper, xix, hoog 49 en 55 cm. - Zes kandelaars van messing met balusterstam, xix, hoog 71 cm. - Twaalf neogotische kandelaars van koper, xixd; zes 39,5 cm hoog, zes 30 cm.
Ziekenlantaarn van messing, xixa.
Zilveren kroontje van een beeld, xixd, doorsnede 16 cm, hoogte 7 cm.
Hartvormig exvoto van zilver met vergulde voorkant, xix, hoog 13 cm.
Als bruikleen in het Bonnefantenmuseum te Maastricht:
Zilveren miskelk met pateen; cuppa en pateen ten dele verguld; onder de voet: decanvs.&.capit-vm.sti.pavli.leodi.decimatores. 1729; hoog 23,5 cm (inv. nr. 408 bm).
Verguld zilveren miskelk in getorste Lodewijk xv-vorm, hoog 24,5 cm; merken: Luik, prins-bisschop Velbrück, jaarletter e en meesterteken iw of tw (inv. nr. 197 bm).
Wit metalen aanwijzer met houten handvat, lang 36 cm (inv. nr. 409 bm).
Dubbel H. Oliebusje van zilver, hoog 7,5 cm; in de vorm van twee torentjes bekroond met kruisbloemen; ten dele verguld (inv. nr. 410 bm).
Verguld koperen kruisje zonder corpus, xix, hoog 5,4 cm; gotiserend van vorm (inv. nr. 411 bm).
Missale Romanum, 1697; fol. in roodleren band met zilverbeslag uit 1842 (inv. nr. 195 bm).
Missale Romanum, 1781; fol. in zwartleren band; gegoten zilverbeslag, xvii, gegraveerde zilveren middenstukken, xviii (inv. nr. 196 bm).
Rozenkrans met palmhouten kralen; grote kralen tussen de tientjes van zilver evenals het kruis; tussen kruis en eerste kraal een palmhouten doodskopje; toegevoegd een tweede kruis en vier zilveren medailles waaronder een pelgrimsteken van St. Hubert in de Ardennen (inv. nr. 412 bm).
| |
Paramenten
Neogotisch paars-rood kazuifel (inv. nr. 413 bm), roodfluwelen kazuifel met toebehoren, xixa (inv. nr. 414 bm), sacramentsvaantje met Lam Gods (inv. nr. 415 bm), paarse lofstola met bloemornament (inv. nr. 416 bm) en kazuifel met toebehoren, met goud- en zilverdraad en ingeweven bloemen (inv. nr. 417 bm).
Verder vallen te vermelden:
Zijden velum met borduurwerk, voorstellende de kroning van Maria.
Kazuifel met symbool van de Heilige Geest in goud- en zilverbrokaat, xviii.
Roodfluwelen zakje met ihs in stralenkrans en wijnranken in goud- en zilverbrokaat, xviii.
| |
Kasten
Lindehouten paramentenkast in Lodewijk xvi-stijl.
Hangkast met getoogde panelen en getoogde lijst, xviii.
| |
Klok
Klok, hoog c. 75 cm, diameter 81 cm, met opschrift: camp: decim refvsa a josepho thomas hvi 1720 iste pavle. o.p.n. Een kleine klok zonder opschrift is tijdens de tweede wereldoorlog weggehaald.
| |
Eyserhof
De Eyserhof, Wittemerweg nr. 7, gelegen ten westen van het dorp ten noorden van de weg, zou de herinnering bewaren aan een in 1369 verwoest kasteel van Eys. In 1252 is een ridder Arnoldus meier in Eys en Gerardus voogd. In 1361 verkoopt Symon in den Bruch zijn hof en goederen in Eys samen met de heerlijkheid en voogdij aan Gillis van Eys. Het goed wordt in de 16de eeuw aangeduid als
| |
| |
Afb. 289. Eyserhof, binnenplaats naar het noordoosten voor de afbraak van de vakwerkgedeelten (opn. c. 1960).
Faegdhoff. Uit een verklaring uit het jaar 1690 blijkt dat ‘het huys oft pachthof met de aangehorigende landerijen’ niet begrepen was in het Wittemse gedeelte van de heerlijkheid Eys (P. Limb. 47: 1911, blz. 81. - Mosmans Wittem, blz. 106-107, 110-111, 113, 144. - De Crassier, 1937, blz. 319. - Janssen de Limpens 1974, blz. 197).
| |
Afbeelding
Plattegrondtekening bij een bestek voor vernieuwing van de pachterswoning, paardestal en schuur en herstellingen aan de oude schuur, 1694. Rijksarchief Maastricht; schepenboek 1025 Eys.
| |
Beschrijving
Het tegenwoordige complex (afb. 289) heeft de vorm van een grote herenhoeve met gesloten binnenplaats. Het bakstenen woonhuis met zadeldak, xixb, gelegen aan de zuidkant, heeft een symmetrisch ingedeelde rechtafgedekte voorgevel met segmentboogvensters en in het midden de ingang met zijn rechthoekige omlijsting van Naamse steen. Aan de oostkant van dit huis bevindt zich de inrit. Aan de westkant van de binnenplaats staat een bakstenen schuur met zadeldak, xix; aan de noordkant een schuur van Kunradersteen, xviii, met een rondboogpoort aan de binnenplaatskant; het zadeldak afgesloten door bakstenen puntgevels, xix. Een grote vakwerkschuur, xix, en lagere delen van Kunradersteen, gelegen aan de oostkant van de binnenplaats zijn vervangen door nieuwbouw.
| |
Huizen en boerderijen
St. Agathastraat
Sint Agathastraat nr. 3. Huis van Kunradersteen, xviii, met zadeldak, iets terugliggend langs de noordkant van de weg tegenover de kerk. Rondbogig beeldnisje boven de ingang in het midden van de voorgevel.
| |
Eyserbosweg
Eyserbosweg nr. 5 - hoek Piepertweg. Langs de westkant van de straat gebouwd huis van Kunradersteen, met klein ankerjaartal 1848 en twee ellipsboogvensters in de topgevel aan de noordelijke zijkant. In de voorgevel een segmentboogingang in Naamse steen met bovenlicht en een deur met pilastermotief.
| |
| |
Eyserbosweg nr. 2. Dwars staand huisje van Kunradersteen aan de oostkant van de straat; xixa, latere kopgevel van bruine baksteen met metselmozaïeken van gele en bruine baksteen.
| |
Wezelderweg
Wezelderweg nr. 1 - hoek Mesweg. Haakvormig aangelegd pand van baksteen. Het gedeelte aan de Mesweg, xixa, met vensters in rechthoekige omlijstingen van Naamse steen met segmentbogen; tentdak. Langgerekte vleugel, xixb, met neoclassicistisch consolefries en schilddak, terugliggend aan de Wezelderweg.
Wezelderweg nr. 10-12. Boerderij met dwars staand woonhuis en dwars staande bedrijfsvleugel, respectievelijk aan de zuid- en noordkant van de hof, gelegen aan de westkant van de bocht in de weg bij de pastorie. Het woonhuis, xix, van Kunradersteen met segmentboogvensters in baksteen en achtergedeelte van baksteen onder een zadeldak met overstek aan de noordzijde.
Wezelderweg nr. 14. Pastorie; dwars staand huis, xix, ten zuiden van de bocht; van Kunradersteen en afgedekt met een zadeldak; ingang aan de westelijke lange zijde en vensters met rechthoekige omlijstingen van Naamse steen. Aan de oostkant langs de straat een zijvleugel van Kunradersteen in eclectische trant, waarvan de uitgebouwde ingangspartij eindigt in een topgevel met een gevelsteen die het jaartal 1907 draagt.
Wezelderweg nr. 34. Schuur van vakwerk met zadeldak, xviii, gelegen ten zuiden van de weg met de oostelijke topgevel aan de kant van de Zwartebrugweg.
| |
Wittemerweg
Wittemerweg nr. 27-29. Haakvormig aangelegd complex van Kunradersteen met zadeldak, xviii-xixa, gelegen ten westen van de kerk aan de noordkant van de weg. Dwars staande westvleugel met segmentboogvensters in baksteen; in de kopgevel, die nu met pleister bedekt is, bevond zich vroeger een rondboogpoort. De noordvleugel heeft eenvoudige rechthoekige vensters.
Wittemerweg nr. 8-10. Gesloten hoeve van Kunradersteen met zadeldaken, xviii, gelegen ten zuidwesten van de kerk, aan de zuidzijde van de Wittemerweg bij de hoek van de Wezelderweg; ten westen hiervan een hoge dwars staande langsdeelschuur, eveneens van Kunradersteen en afgedekt met een zadeldak, xixb. De gesloten hoeve, toegankelijk via een ellipsboogpoort met zadeldakje links aan de Wittemerweg, heeft een hoge achtervleugel met schuur en woning die gedeeltelijk is gemoderniseerd, bedrijfsvleugels aan west- en oostkant van de hof en een lage bedrijfsvleugel aan de straatkant. De schuur aan de westkant van het gesloten complex heeft links in de kopgevel een grote rondboogpoort in een bakstenen omlijsting; links daarvan bevindt zich een tweede rondboogpoort die toegang geeft tot het tussengelegen erf.
| |
Schutterij
De Schutterij van de H. Sebastiaan bezit onder meer:
Zilveren, aan een zijde gegraveerde vogel met een der vleugels opstaand en een vergulde kroon; aan de snavel een zilveren schildje met wapen - rechts gevierendeeld a en d Breyl b en c een kruis, links kruis van Wittem op barensteel - en aan de andere kant (na 1850 ingekrast) Eis 1517.
Zilveren koningsplaten, waarvan twee respectievelijk met de jaartallen 1682 en '87 en 1686, dertien uit de 18de eeuw, vijf en veertig uit de 19de eeuw, en de overige uit de 20ste.
Zes zilveren keizersschilden, uit 1818, 1822, 1849 (twee stuks), 1862 en 1873.
Twee grote zilveren sikkels met namen en jaartallen van koningen uit de periode 1686-1845.
Drapeau van rode damast, 1891, met op linnen geschilderde voorstelling van de patroonheilige.
Drapeau van rood fluweel, 1909, met geborduurde voorstelling van de patroonheilige (zie verder Jolles, 1937, blz. 124-127).
| |
| |
Afb. 290. Kaart 14: Overeys c. 1830-'40 naar het kadastrale minuutplan.
| |
Overeys
Gehucht ten oosten van Eys, bij de Eyserbeek.
| |
Kasteel Goedenrade
Kasteel Goedenrade ligt ten oosten van Overeys ten zuiden van de Eyserbeek, die een reeks diep gelegen vijvers in het park ten oosten van het huis van water voorziet.
| |
Litteratuur
J. Habets, in P. Limb., 22: 1885, blz. 260-261. - Mosmans Wittem, blz. 13, 107, 113, 147. - Dez., in Maasgouw 51: 1931, blz. 19-20. - Dez., in Maasgouw 53: 1933, blz. 25-26. - De Crassier, 1937, blz. 320-321. - Janssen de Limpens 1974, blz. 197. - J.Th.H. de Win, Kastelen in Limburg, Hoensbroek 1975, blz. 110. - H. Verviel, Eigen Weg, Geijsteren 1981, blz. 8-9, 16-21.
| |
| |
| |
Geschiedenis
Goedenrade vormde samen met de spleet Vogelzang een grootleen van Valkenburg en een leen van Eys. In 1365 wordt Dirk van Eys junior vermeld als eigenaar van kasteel Goedenrade dat verwoest werd (Meyer, Aachensche Geschichten, 1781, fol. 336; Mosmans Wittem, blz. 107 f). Hij zal een zoon geweest zijn van Dirk Scheifkens (Sceivart) van het geslacht Mulrepas, die het goed in 1243 in leen had gekregen. In het begin van de 15de eeuw komt het goed in handen van de familie 't Zievel, die tegen het einde van de eeuw zal worden opgevolgd door de familie Van Hoeven van Carsfeld. In 1622 vervalt het goed aan Weynand van Breyll, heer van Eys, die het in leen geeft aan zijn broer Hans Winand van Breyll. Later zijn Goedenrade en Vogelsang achtereenvolgens in handen van Godfried van Worcom, van het echtpaar Frederik Beyens en Françoise Marie van Worcom, en Marie Elisabeth Beyens, gestorven in 1730 als vrouw van Adriaan baron de Witte Uitten Limminghe. De ‘adelijke Staate ende hove tot Eysch’, d.w.z. Goedenrade, was als buitenleen van Valkenburg bij het partagetractaat van 1662 toegewezen aan de Staten-Generaal. In 1756 krijgt Ferdinand baron von Geyer Schweppenburg het goed in leen en in 1774 is het van Rudolph baron von Geyer Schweppenburg. Het slotcomplex is kennelijk in deze periode herbouwd, getuige onder meer het ankerjaartal 1764 in de voorgevel van de hoeve. Daarbij zijn blijkbaar zulke hoge kosten gemaakt dat het kasteel ‘schön erbaut, mit weyern und alleen versehen’ in het jaar 1777 zwaar onder hypotheek stond (Maasgouw 53: 1933, blz. 26). Bij de verkoping in 1781 kwamen Goedenrade en Vogelzang in handen van Egidius Leonard baron von Thimus die er in 1782 mee werd beleend. Uit het alliantiewapen boven de poort en het ankerjaartal 178(.) in de noordelijke buitengevel van de hoeve valt af te leiden dat hij het was die het kasteel liet voltooien.
Goedenrade blijft eigendom van de familie Thimus tot 1857. In dat jaar wordt het kasteel gekocht door de heer Laloux uit Luik. Blijkens kadastrale gegevens is het herenhuis kort voor 1888 zuidwaarts vergroot. Kasteel en domein, in 1917 door de familie Laloux verkocht aan de n.v. Gemeenschappelijk Grondbezit, komt in handen van dr. Frowein, die het interieur in oude stijl laat vernieuwen. Schilderingen uit het kasteel kwamen via een tentoonstelling in het Paleis van Schone Kunsten in Brussel (1930) terecht in kasteel Beaufais in de provincie Luik (J. de Borchgrave d'Altena, Décors anciens d'intérieurs mosans, Luik i, blz. 46). Na aankoop in 1971 door ‘Het Limburgs Landschap’ is het kasteel door de huurder, architect W. Snelder, gerestaureerd.
| |
Plattegrond
Het oudste gedeelte van het herenhuis (afb. 291-292) vormt een rechthoekig blok, xviiic; ten westen daarvan ligt het voorplein, aan de drie andere zijden omsloten door de slothoeve, xviiic. Het herenhuis is zuidwaarts vergroot met een langwerpige vleugel en een vierkante toren aan de oostkant in de binnenhoek tussen het oude en het nieuwere gedeelte. Deze uitbreiding, van vóór 1888, sluit aan op de zuidelijke zijvleugel van de slothoeve zodat het voorplein rechts van het herenhuis geheel is afgesloten (afb. 293). Het open gedeelte van het voorplein links van het herenhuis is voorzien van een hek met geblokte hoekposten van baksteen.
| |
Herenhuis
Het oudste gedeelte van het herenhuis, xviiic, afgedekt met schilddaken, heeft aan de voorzijde een iets uitspringend hoger middengedeelte met driehoekig fronton, koepeldak en een open koepeltorentje met smeedijzeren windvaan; de daken met leien bedekt en voorzien van dakkapellen met segmentbogen. De ingangen en vensters hebben segmentbogen en omlijstingen van Naamse steen. De gevels, afgedekt met kroonlijsten, zijn voor en achter symmetrisch gecomponeerd: de voorgevel en de tuinfaçade elk met een middenpartij en zijtraveeën van twee vensterassen, maar dan zo dat de twee benedenvensters van de middenpartij verder uit elkaar staan dan de overige om ruimte te geven aan de ingang. Boven de middenpartij van de tuinfaçade (afb. 294) is een krulgevel in eclectische trant aangebracht xixd. De muurvlakken hebben een pleisterlaag van cement gekregen, xixd, die bij de tuinfaçade en de noordelijke zijgevel imitatievoegen kreeg om blokwerk te suggereren. Hierbij past ook het gepleisterde blokwerk van de schoorstenen en van de pilasters, die bij de tuinfaçade gevelhoeken en middenpartij accentueren.
De zuidvleugel (vóór 1888) afgedekt met een zadeldak met leien, heeft aan de zuidkant een krulgevel in eclectische trant boven geblokte hoekpilasters, terwijl de
| |
| |
Afb. 291. Kasteel Goedenraad (opm. 1982).
| |
| |
Afb. 292. Kasteel Goedenraad (opm. 1982).
Afb. 293. Kasteel Goedenraad, luchtfoto uit het zuidoosten (opn. c. 1950).
| |
| |
Afb. 294. Kasteel Goedenraad, tuinzijde (opn. 1978).
uitspringende middenpartij van de tuinfaçade van dit gedeelte met een dergelijke iets soberder uitgevoerde krulgevel is getooid. Het torentje in de hoek tussen het oude en nieuwe gedeelte van het herenhuis heeft een bovenverdieping met ronde vensters in geornamenteerde vierkante omlijstingen onder gebogen frontons; het geheel afgedekt door een koepeldak met leien dat eindigt in een knobbelspits. De vensters aan de westkant en de dakkapellen hebben dezelfde vorm als de overige. Aan de oost- en zuidkant van deze vleugel zijn de meeste vensters voorzien van geblokte omlijstingen met segmentbogen.
| |
Interieur
Inwendig een (verplaatste?) trap, xviiic. Aan een pseudoschouw is een van elders afkomstig houten paneel met het jaartal 1651 toegepast.
| |
Hoeve
De hoeve omsluit met drie vleugels van Kunradersteen onder schilddaken met pannen het voorplein aan de westkant van het herenhuis (afb. 293). De stalingangen aan de noordkant van het plein zijn voorzien van segmentboogomlijstingen van Naamse steen; aan de zuidkant ziet men remisepoorten - waarvan een dichtgemetseld - met ellipsbogen in omlijstingen van hetzelfde materiaal. De meeste benedenvensters zijn voorzien van bakstenen segmentbogen, terwijl de meeste bovenvensters houten kozijnen hebben, bij een aantal aan de hofzijde gekoppeld.
De inrit bevindt zich in de iets hoger opgetrokken middenpartij van de westvleugel, die aan de buitenkant en aan de hofzijde bekroond is met een driehoekig fronton. In het buitenste fronton is het alliantiewapen geschilderd van Egidius Leonard von Thimus en Anna von Strauch. De poort heeft aan deze zijde een rondboog, omvat door een bakstenen rollaag. Aan de hofzijde ziet men een ellipsboogpoort in een classicistisch gevormde middenpartij van mergel, waarvan het driehoekige fronton een rond venster bevat.
In de westelijke buitengevel van de hoeve zit rechts nog een rondboogpoort die toegang geeft tot de schuur in de zuidvleugel. Links zijn in deze gevel ankers te zien met a 1764, terwijl in de noordelijke buitengevel ankers met anno 178. zitten.
| |
Tuin
De oprijlaan aan de westkant is toegankelijk via een toegang met hoekposten in eclectische trant. Aan de oostkant bevindt zich een langgerekt landschappelijk
| |
| |
Afb. 295. Hoeve Vogelzang uit het oosten (opn. 1982).
park met een reeks vijvers in het dal van de Eyserbeek. Op de kaart van Tranchot (1803 e.v.) staan de langgerekte vijvers aangegeven samen met een vermoedelijk formele tuinaanleg in de middenas van het herenhuis. Aan de zuidkant ligt als vanouds de moestuin.
| |
Hoeve Vogelzang
De hoeve Vogelzang, gelegen ten noorden van de Eyserbeek bij de gemeentegrens, was een spleet van Goedenrade. Vogelsang wordt in 1539 vermeld wanneer Framback van Birgel zijn ‘hof der Goederaidt und in der Vogelsanck’ in de heerlijkheid Eys verpandt. Goedenrade en Vogelzang, in 1756 van Ferdinand baron von Geyer-Schweppenburg en in 1774 van Rudolph baron von Geyer-Schweppenburg, worden in 1781 gekocht door Egidius Leonard baron von Thimus (J. Habets, in P. Limb., 22:1885, blz. 266-268. - De Crassier, 1937, blz. 321). Op de kaart van Tranchot (1803 e.v.) staat de Vogelsang als ‘Goudenrathhof’ aangegeven met een naar het zuidwesten open binnenplaats, omgeven door een haakvormig en een rechthoekig gedeelte. Het kadastrale minuutplan van c. 1830-'40 toont een binnenplaats omsloten door twee haakvormig aangelegde gedeelten.
| |
Beschrijving
Het tegenwoordige complex heeft een gesloten binnenplaats, omgeven door gebouwen van Kunradersteen met segmentboogvensters en -ingangen in omlijstingen van baksteen. De zuidvleugel met iets breder woongedeelte, xixb, dat aan de oostkant wordt afgesloten door een puntgevel waarin bakstenen vensteromlijstingen met segmentbogen gekoppeld zijn aan een hoger opgaande rondboogomlijsting als middenmotief (afb. 295). Aan de binnenplaatskant ankers met n 172.. Ten zuidoosten van het complex ligt een rechthoekige vijver ten noorden waarvan nog een kleiner bassin heeft gelegen.
| |
| |
Afb. 296. Froweinweg 53, 55 en 57 (opn. 1961).
| |
Huizen en hoeven
Froweinweg
Aan de noordkant van de hoofdstraat, Froweinweg, richting Goedenrade: Froweinweg nr. 29. Huis met voorgevel van vakwerk en westelijke eindgevel van Kunradersteen, onder een zadeldak met geschoord overstek aan de straatzijde, xviii; links in de voorgevel dwarsdeelingang. Oostelijke eindgevel met pleister bedekt.
Froweinweg nr. 53. Gesloten hoeve (afb. 296), waarvan het voorste gedeelte uit Kunradersteen is opgetrokken en het achterste gedeelte uit baksteen. De dwars staande vleugels met puntgevels en segmentboogvensters in baksteen. Tussen deze beide aan de kant van de straat een poortmuur met zadeldakje; de poort met bakstenen rondboog en een sluitsteen van mergel met het inschrift gp / alb / is; boven de poort het ankerjaartal 1792. Achteraan een bakstenen schuur met dichtgemetselde ellipsboogpoort in de middenas.
Froweinweg nr. 55-57, laatste huis voor Goedenrade. Dwars staand van Kunradersteen met segmentboogvensters in baksteen, afgedekt met een zadeldak, xviiid of xixa; achterste gedeelte niet oud (afb. 296).
Aan de zuidkant van de Froweinweg bij de oostelijke hoek van de Kelderweg: Froweinweg nr. 20. Haakvormig complex van Kunradersteen met zadeldaken. Oostvleugel met dichtgemetselde rondboogpoort rechts in de kopgevel; sluitsteen van mergel met ill/mr/1806; rechts daarvan de aanzet van een vroegere muur als afsluiting van een binnenplaats. Zuidvleugel met dwarsdeelingang in de noordelijke gevel.
| |
Kelderweg
Kelderweg nr. 2-4-6, aan de westkant van de weg tegenover Froweinweg nr. 20. Complex van Kunradersteen, xviiid of xixa. In de straatgevel een rondboogpoort naar de gesloten binnenplaats; zadeldaken.
| |
Wegkruis
Gietijzeren wegkruis in eclectische trant bij de hoeve Vogelzang (afb. 295).
| |
| |
Afb. 297. Kaart 15: Eyserheide c. 1830-'40 naar het kadastrale minuutplan.
| |
Eyserheide
Gehucht bij een oude wegsplitsing tussen Mingersberg en Eyserbos. Bij een wegverbreding lag hier vroeger de dorpspoel. Aantal inwoners in 1822: 120 (Mosmans Wittem, blz. 75).
| |
Eyserheide
Eyserheide nr. 3. Aan de zuidkant van de Achterweg, bij de gemeentegrens gelegen boerderij, xviii. Dwars staande hoofdvleugel en een korte zijvleugel met rondboogpoort aan de westkant ervan langs de straat, opgetrokken uit Kunradersteen en afgedekt met zadeldaken. Vormde tot in de jaren zestig een aaneengesloten groep met een dergelijke boerderij aan de oostkant en een grote hoeve aan de westkant, eveneens van Kunradersteen; de hoeve aan de westkant had twee rondboogpoorten en het ankerjaartal 1790 in de voorgevel.
Eyserheide nr. 27 tot 35: Aaneengesloten groep boerderijen, xviii-xix, aan de oostkant van de weg tegenover de afsplitsing van de weg naar Eys:
Eyserheide nr. 27. Dwars staand huis van Kunradersteen onder een zadeldak dat aan de straatzijde is afgesloten door een bakstenen puntgevel.
Eyserheide nr. 29. Hoeve van Kunradersteen met schilddaken; de binnenplaats aan de zuidkant begrensd door nr. 31.
Eyserheide nr. 31. Hoeve van Kunradersteen met schilddaken.
Eyserheide nr. 33. Dwars staand woonhuis met gewitte gevels van baksteen onder een zadeldak.
Eyserheide nr. 35. Hoeve met gesloten binnenplaats, xviii-xix; straatgevel van Kunradersteen, verder vakwerk deels op onderbouw van Kunradersteen. Achterste stuk van de zuidvleugel rond de eeuwwisseling vervangen door een hoger woongedeelte van baksteen; vakwerkgedeelte van deze vleugel kort geleden tot woning verbouwd.
Eyserheide nr. 2. Bakstenen hoeve op Voerendaals gebied aan de noordkant van de wegverbreding bij de plaats waar vroeger de dorpspoel lag. Langsdeelschuur aan de westkant van de naar achteren open hof vroeger met ellipsboogpoort aan
| |
| |
Afb. 298. Kaart 16: Trintelen c. 1830-'40 naar het kadastrale minuutplan.
de straatkant, onder een zadeldak. Woonhuis ten oosten van de hof met zadeldak en in de voorgevel een steen met aac/mar 1856. Poortvleugel met ellipsboogpoort.
| |
Trintelen
Gehucht aan de weg van Eys naar Ubachsberg.
| |
Trintelerhof
De Trintelerhof, Eyserweg nr. 2, ligt aan de oostzijde van de weg voor de zijweg naar Simpelveld.
| |
Litteratuur
De Crassier, 1937, blz. 322. - Janssen de Limpens 1974, blz. 197.
| |
| |
Afb. 299. Trintelerhof, inrijpoort uit het noordwesten (opn. 1961).
| |
Geschiedenis
De Trintelerhof was in 1717 als leen van Eys in handen van de heer van Schell, die ook de hof Holland bezat als Wittems leen. In 1756 noemde de Maastrichtse burgemeester Jean Léonard Olislagers zich heer van Neer, Holland en Drintelen. Na overlijden van zijn kleinzoon in 1827 kwam Holland bij Goedenrade; Trintelen werd in 1845 gekocht door jhr. P.A. Kerens; zijn dochter, barones de Crassier, erfde het goed in 1862.
| |
Beschrijving
Gesloten hoeve met bedrijfsgebouwen van Kunradersteen, xviii, een bakstenen woonhuis, xviii, aan de westkant en aan de noordkant daarvan de inrit (afb. 299). Het woonhuis, afgedekt door een zadeldak met overstek aan de binnenplaatskant, is in 1958 westwaarts verbreed. De ingang aan de binnenplaatskant van het huis, die voorzien was van een geblokte segmentboogomlijsting, werd vervangen door een sobere rechthoekige ingang. De inrijpoort naast het huis heeft penanten van Kunradersteen en een zadeldakje. Na verwijdering van de poortboog zijn in de bovenste stukken van de penanten bakstenen vullingen aangebracht. De binnenplaats wordt omsloten door stalvleugels van Kunradersteen aan de noord- en zuidkant en door een dwarsdeelschuur aan de oostzijde. Die schuur heeft aan de zuidkant een puntgevel en aan de binnenplaatskant een segmentboogpoort en het ankerjaartal 1724; buitenwaartse verbreding onder een doorgetrokken dakschild. Noordelijke stalvleugel met puntgevel aan de westkant en het ankerjaartal 1741 aan de zijde van de binnenplaats, waar het linkergevelgedeelte van vakwerk is met vullingen van baksteen. Aan de lange veldzijde van dit gedeelte bevindt zich een afdak op bakstenen posten van recente datum.
| |
Eyserweg
Eyserweg nr. 1. Hoeve van Kunradersteen met zadeldak, schuin tegenover de Trintelerhof gelegen met naar voren open erf. Het woonhuis aan de noordkant met ingangsomlijsting van Naamse steen, vensters met onder- en bovendorpels van Naamse steen en zijpenanten van baksteen, en het ankerjaartal 1827 aan de kant van de mesthof.
| |
| |
Afb. 300. Kaart 17: Baneheide c. 1830-'40 naar het kadastrale minuutplan.
| |
| |
| |
Baneheide
Dit gehucht, gelegen aan de Heiweg die samenvalt met een van de oudste wegen van Maastricht naar Aken, maakt sinds 1 januari 1982 deel uit van de gemeente Simpelveld. Tevoren behoorde het oostelijke stuk bij Bocholtz en het westelijke bij Wittem. In dit westelijke deel bevindt zich een wegverbreding aan de zuidkant waarvan vroeger de dorpspoel lag. Ondanks de verlegging van de gemeentegrens vermelden wij hier toch volledigheidshalve de volgende gebouwen:
| |
Baneheide
Baneheide nr. 28. Aan de noordkant van de weg gelegen gesloten hoeve, xviiid-xixa, grotendeels van Kunradersteen; het zadeldak van de westvleugel aan de straatzijde afgesloten door een topgevel met wat bakstenen speklagen. In de muur een poort met een zadeldakje. Aan de noordkant een gedeelte van baksteen, c. 1900, met schilddak. Meer naar het oosten liggen in dezelfde rij op voormalig Bocholtzer gebied nog andere boerderijen van Kunradersteen; Nr. 24, de Heihof, een gesloten hoeve van Kunradersteen en baksteen; twee puntgevels aan de straat; xviii; inwendig een eenvoudige schouw. (De monumenten van Gesch. en K., Zuid-Limb. 1, blz. 65: p. 8). Nr. 22, hoeve in haakvorm, van Kunradersteen met fragmenten van vakwerk en baksteen; ankers 1787; op de sluitsteen van de poort ihs nk; inwendig een houten schouw. (De mon. v. Gesch. en K., Zuid-Limb. i, blz. 65: p. 6).
Baneheide nr. 31, aan de zuidkant van de wegverbreding schuin tegenover 28. Dwars staand woonhuis van Kunradersteen met zadeldak en ankers anno / 1820 in de lange oostgevel. Evenwijdig ermee aan de oostzijde een langsdeelschuur van vakwerk. |
|