Waterland en omgeving
(1953)–J.F. van Agt– Auteursrecht onbekendWarderGa naar margenoot+ DE HERVORMDE KERK, blijkens een steen boven de ingang in 1847 gebouwd, vervangt een gothisch kruiskerkje, dat evenals die van Oosthuizen en eertijds Kwadijk op het midden een open torentje had. Vijf of zes gebrandsch. glazen uit deze kerk bevinden zich nu in de Grote Kerk van Haarlem (Oudh. en Gest., II, blz 303. - Noordholl. Arc., blz 160. - Teg. Staat, VIII, blz 511. - van der aa, blz 97. - N.H. Oudh., II, 2, blz 30/1 en III, blz 17. - joosting en muller, II, blz 332. - Gen. en Herald. Gedenkw., III, blz 227, 229 en V, blz 160). De vloer is geplaveid met grafzerken. De kerk bezit: Ga naar margenoot+ Zeskantige eiken preekstoel met eenvoudige verdiepte panelen en aan de voorzijde van het klankbord versierd met een reliefje, waarin het jaartal 1750 voorkomt. | |
[pagina 137]
| |
Eiken doophek, midden XVIII, met panelen in Lodewijk XIV-trant en balusters.Ga naar margenoot+ Koperen doopboog in Lodewijk XIV-stijl, sterk gelijkend op die van Zwaag.Ga naar margenoot+ De bekroning draagt in een omlijsting van rocailles aan de voorzijde in relief de afbeelding van een driemaster en aan de achterzijde de inscriptie: door liefde / van / rs reindes - j jonker / g pauw - j hop / k hop - g hop / d haan - i pau / p hop / s reinders. Onderaan staat aan de voorkant Ao 17-65. Aan de achterzijde bevindt zich de inscriptie: dit heeft gemaakt gysbert vink tot hoorn, pl CVI, 258. Eikenhouten model voor deze doopboog met het opschrift: door / SchippersGa naar margenoot+ Liefdewerk / Gezeegend van omhoog / is in dees warderkerk / Gegeeven deese Boog / Ao 17-65. Koperen predikantslezenaar in rococostijl met de inscriptie anno - jan reynders -Ga naar margenoot+ 1766, pl CVII, 260. Koperen voorzangerslezenaar, XVIId, met bladornament. Drie koperen kronen, XVII B, elk voor twee rijen van zes kaarsen. Zeven koperenGa naar margenoot+ blakers, XVIIB. De klok, diameter 77 cm, heeft het randschrift: laudate ommenes gentus laudateGa naar margenoot+ ommenes populi claudi fremy me fecit amstelodami anno 1685. |
|