Waterland en omgeving
(1953)–J.F. van Agt– Auteursrecht onbekend
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||
Broek in WaterlandGa naar margenoot+ literatuur. soeteboom, Waterland, blz 19. - Oudh. en Gest., II, blz 308. - Noordholl. Arc., blz 30. - Teg. Staat, VIII, blz 546. - van der aa, blz 764 vlg - w. van engelenburg, Geschiedenis van Broek in Waterland, Haarlem, 1907. - driessen in Bijdr. Bisd. Haarl., 32, blz 193. Ga naar margenoot+ geschiedenis. Broek in Waterland, tijdens de periode van zijn grootste welvaart vooral vermaard wegens zijn verwonderingwekkende properheid, is een langgerekt dorp, schilderachtig gelegen aan het z.g. Havenrak, een verbreding van het watertje Ae of Ee. Hoewel reeds vermeld in een rekening uit de 13de eeuw (van engelenburg, blz 9), is het de gehele Middeleeuwen door een nietig dorp gebleven; desondanks was het in 1478 het eerste dorp van Waterland, dat door Maximiliaan in zijn privilegiën, rechten en vrijheden bevestigd werd. De bewoners vonden hun bestaan voornamelijk in de landbouw en in de haringvisserij. Het in 1432 gestichte klooster Galilea bij Monnikendam maakte tot 1453 deel uit van de parochie; dit Tertianenconvent werd in 1465 omgevormd tot Cistercienserklooster (vgl blz 88). In de Tachtigjarige Oorlog werden een groot deel van het dorp en de kerk door brand verwoest. De gevolgen van dit alles is men echter spoedig geheel te boven gekomen; op 6 Maart 1595 kwam te Broek het z.g. Compromis van Waterland tot stand, in 1613 gevolgd door de Unie van Waterland. In deze overeenkomst hadden dezes dorpen van Waterland zich nauwer aaneengesloten ter verdediging van hun gemeenschappelijke belangen. Hierdoor kon de Waterlandse handel opbloeien en zelfs Amsterdam concurrentie aandoen. Het 17de eeuwse Broek was een welvarend dorp, bewoond door rijke boeren, z.g. verweiders, en voorname kooplieden. Ga naar margenoot+ HET VOORM. RAADHUIS, Leeteinde I, 84, thans kosterij, is in 1721 opgetrokken tegen de westgevel van de Herv. kerk aan de noordkant van de toren, ter vervanging van een gebouwtje aan de zuidzijde. Het bakstenen gebouw van twee verdiepingen heeft zowel in de noord- als in de westgevel een ingang, beide voorzien van een bovenlicht enAfb. 6. Broek in Waterland
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||
een pilasteromlijsting; door de eerste kwam men in de dorpsschool, die in de benedenverdieping gehuisvest was, terwijl de westingang, via een wenteltrap, toegang gaf tot de vergaderruimte op de bovenverdieping. Thans zijn alle vensters XIXa, terwijl het inwendige sterk gewijzigd is (van engelenburg, blz 70/1).
DE HERVORMDE KERK, oudtijds aan de H. Nicolaas toegewijd, behoort aanGa naar margenoot+ de kerkelijke gemeente met uitzondering van de toren, die eigendom is van de burgerlijke gemeente. literatuur. soeteboom, Waterland, blz 19. - Oudh. en Gest., II, blz 308/9. - Noordholl. Arc.,Ga naar margenoot+ blz 30. - Teg. Staat, VIII, blz 546/8. - N.H. Oudh., III, blz 73/9. - van engelenburg, blz 87 vlg; 115. - joosting en muller, II, blz 335. - Bijdr. bisd. Haarl., 32, blz 229. - Gen. en Herald. Gedenkw., II blz 179/207. geschiedenis. De kerk bestond reeds voor 1351; wanneer zij in 1408 na een brand opnieuwGa naar margenoot+ wordt geconsacreerd is zij parochiekerk. In 1573 schoten de Spanjaarden het gebouw, dat sinds 1566 leeg stond, in brand. Het geleidelijk herstel vinden wij verhaald op een gebrandschilderd venster en tevens op een wandbord met de namen van de predikanten: in 1585 kreeg het koor een rieten noodafdekking, zodat het voor de Herv. eredienst in gebruik kon worden genomen, in afwachting van de eigenlijke herbouw der kerk, welke eerst tussen de jaren 1628 en 1639 plaats had. Het tweebeukige schip trok men toen zover naar het O. door, dat van het koor slechts de sluiting bleef gehandhaafd. In 1648 gaf men tenslotte de toren zijn houten bekroning. Hierna zijn nog verschillende kleinere herstellingen uitgevoerd. Zo werden in 1701 het koor en de beide eindgevels van de noordbeuk hersteld en in 1727 de fundering en het metselwerk in de zuid-westhoek van het schip en in de zuid-oosthoek van de toren. Tijdens dit laatste jaar verrees ook, blijkens het jaartal in de gevel, het zuidportaal. De oude toestand van de in 1780 in de huidige vorm gebrachte toren is nog te zien op een afbeelding in Noordholl. Arc., t.o. blz 30; vgl hiermee een tekening, 1789, van H. Tavenier in het Rijks Prentenkabinet te Amsterdam. In de jaren 1847 en 1874 zijn resp. het noord- en het zuidportaal hersteld. In 1950/1 is de kerk geheel gerestaureerd onder leiding van Jan de Meyer. De georienteerde kerk, afb 7, pl VII, 17 en VIII, 21 en 22, aantrekkelijk gelegen opGa naar margenoot+ het met bomen beplante dorpsplein, bestaat uit een westtoren en een tweebeukig schip, waarvan de zuidbeuk een smallere zevenzijdige sluiting heeft en de noordbeuk recht gesloten is. Het schip beslaat thans zeven traveeën, van welke beide laatste korter zijn. Tegen de derde travee is, zowel aan de noord- als aan de zuidzijde, een portaal aangebouwd. Tegen de noordkant van de toren staat het voormalige raadhuis. De baksteen vertoont de volgende formaten: Toren, binnenwerks tot circa 8,5 m boven de portaalvloer, 23 × 5,5; 10 lagen =Ga naar margenoot+ 62 cm, hierboven 22 × 4; 10 lagen = 46 cm; de buitenbekleding is van vrij recente datum; noordmuur, eerste vijf traveeën 23 à 22 × 5; 10 lagen = 63 cm; zuidmuur, eerste vijf traveeën 21 × 4,5; 10 lagen = 62 cm; noord- en zuidmuur, beide oostelijke traveeën 25 à 23 × 4,5 à 5; 10 lagen = 62 cm; polygonale sluiting, 23 × 6 à 5; 10 lagen = 67 cm; portalen 22,5 à 22 × 4; 10 lagen = 46 à 50 cm. De muren zijn opgemetseld in staand verband, behalve in de eerste vijf traveeën van de noordmuur, waar ook onregelmatig verband wordt aangetroffen. De muurgeleding van de toren - spaarnissen, afgedekt door gedrukte bogenGa naar margenoot+ met aanzetblokken en sluitstenen van natuursteen - is het resultaat van een latere ommetseling; de lage steunberen zijn evenmin oorspronkelijk. In de sluitsteen | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||
Afb. 7. Broek in Waterland. Herv. Kerk
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||
van de ingang staat herbout Ao 1727; in de sluitsteen van de spaarnis hierboven herbout 1780 en in die van de boog aan de zuidkant vernieuwd 1863. Boven deze laatste sluitsteen twee stenen met de opschriften: doen doorloch hier begon / doen is mijn spits verbrant / door godts seegen en vree / ben ik aldus geplant en: verbrandt 1573 / hermaakt 1648. De open balustrade is van natuursteen. De bekroning, een vierkante klokkenkamer van hout met aan alle zijden twee driepasbogen en een hoge spits, dateert uit het jaar 1648. De spitsboogvensters van de kerk, afb 7, pl VIII, 21/2, hebben alle eenvoudigeGa naar margenoot+ rechte dagkanten; alleen bij het vijfde venster van de noordbeuk zijn deze aan de buitenkant geprofileerd met een kwart hol. De traceringen bestaan slechts uit bakstenen montants. De evenwijdige wanden der sluiting missen vensters en vertonen in plaats hiervan aan de binnenzijde spitsboognissen. De om het hele gebouw lopende waterlijst ligt in de noordbeuk ongeveer een halve meter onder de vensterdorpels. De steunberen van de noordbeuk zijn, met uitzondering van de beide laatste, voorzien van natuurstenen hoekblokken. In de zuidmuur jaartalankers met 1628 en 1639. Het noordportaal, XVIIIb, heeft een in- en uitgezwenkte topgevel met een lijst enGa naar margenoot+ vaasvormige bekroningen van natuursteen; in het midden der gevel een gebeeldhouwde steen. De halsgevel van het zuidportaal is versierd met klauwstukken en een bekroning van natuursteen; in het midden een steen met het jaartal 1727. In de sluitsteen van het rondboogpoortje in de lage afsluitmuur tussen koor en noordbeuk leest men: herbout Ao 1787. De kerkvloer bestaat geheel uit grafzerken. De beide beuken, overdekt door houtenGa naar margenoot+ tongewelven boven trekbalken met korbelen, worden van elkaar gescheiden door rondbogen op ronde pijlers met lijstkapitelen. Eiken deuren in pilasteromlijstingen, XVIII A. De muren van de vijf eerste schiptraveën moeten in substantie nog die van voor de brandGa naar margenoot+ van 1573 zijn. Van de toren is de kern nog middeleeuws. De scheibogen en alle vensters kregen hun tegenwoordige gedaante in de 17de eeuw. Waardevol is de kerk vanwege het stemmige interieur met goed 17de eeuws meubilair. Tot de inventaris behoren: Zeszijdige preekstoel uit 1685 van palisander- en ebbenhout, pl VII, 17; de kuipGa naar margenoot+ op de hoeken versierd met getorste zuiltjes met Ionische kapitelen. In de panelen rondboognissen met loofwerk. Het rugschot heeft aan weerskanten gesneden sphinxen. De onderkant van het klankbord is versierd met een gesneden druiventros en cassetten, Eiken doophek met doopbanken, XVIIb, pl VII, 17, de kussenpanelen aan de voorzijdeGa naar margenoot+ van elkaar gescheiden door gecanneleerde pilasters; erboven een fries met snijwerk gedragen op balustertjes. Het afsluithek bevindt zich in bruikleen in het Rijksmuseum. Koperen preekstoellezenaar, XVIId, bekroond door de Pelikaan. Koperen voorzangerslezenaar,Ga naar margenoot+ XVIId, met een fors bladornament. Koperen doopboog, bekroond | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||
door twee engelenfiguren, die een bijbel vasthouden, en een schildje met het gemeentewapen en aan de andere kant het jaartal 1685 en de voorstelling van een man met een staf, pl CVI, 257. Een dergelijke doopboog bezit de Grote Kerk van Edam. Ga naar margenoot+ Het orgel en de orgelgalerij dateren uit 1832. Ga naar margenoot+ De eiken banken, XVIIb, zijn merkwaardig vanwege de gebeeldhouwde leeuwen-figuren op de hoeken. De zuilen van de scheibogen hebben onderaan een achtzijdige eiken betimmering, XVIIb, mogelijk overblijfsels van vroegere herenbanken. Ga naar margenoot+ Tegen de westwand van de noordbeuk een zwart- en witmarmeren epitaafje in Empirestijl voor Dirk Wijnandsz Ditmarsch † 1830 en Trijntje Nanning Kok † 1815. Op een halfrond voetstuk is een grafurn geplaatst tussen twee doodshoofden en zandlopers. Hierachter is het opschrift aangebracht onder een met een wapenschild doorbroken fronton (Gen. en Herald. Gedenkw., blz 179). Ga naar margenoot+ In het oostelijke venster van de noordbeuk bevindt zich een gebrandschilderd raam, hoofdzakelijk XVIIb, de omlijsting met bloemen- en vruchtornament van 1729, evenals waarschijnlijk de kop; het geheel in 1904 grondig gerestaureerd, pl LXXXVI, 206. In vier stroken boven elkaar worden de lotgevallen van het kerkgebouw in afbeelding en rijm verhaald. In de kop is een kerkvergadering uitgebeeld tussen de voorstellingen van de enge en van de wijde poort (N.H. Oudh., blz 75/6). Ga naar margenoot+ Drie koperen twaalfarmige kaarsenkronen, XVIIb, waarvan er blijkens de inscriptie één in 1642 werd geschonken door drie jonge dochters, die men op drie schildjes ziet afgebeeld. Drie koperen zestienarmige kaarsenkronen, geschonken in 1654. Ga naar margenoot+ Perkamenten plattegrond van de kerk, XVII, waarop de ligging der graven is aangegeven; onderaan is in het kort de geschiedenis van het gebouw neergeschreven. Wandbord met de geschiedenis van het kerkgebouw, XVII, en bord met de namen der predikanten, XIXa, in een pilasteromlijsting. Ga naar margenoot+ Twee zilveren avondmaalsbekers met een gegraveerde rococoversiering, XVIIIc, hoog 15 cm; merken: Amsterdam, Holland, meesterteken van H. Swiering (voet, 217), pl CIII, 250. Twee zilveren wijnkannen in dezelfde trant, geschonken in 1759, hoog 20,5 cm, merken: Amsterdam, Holland, Z (1759), meesterteken van H. Swiering (voet, 217), pl CIII, 250. Twee zilveren broodschalen, geschonken in 1759, diameter 28,5 cm; merken: Amsterdam, Holland, L (1745), meesterteken van Jan Lankhorst (voet, 143/7). Ovaal zilveren blad met een opstaand rococorandje, geschonken in 1759, grootste diameter 31 cm, merken als boven. Zilveren doopbekken, geschonken in 1814, diameter 26,5 cm. Twee zilveren offerbussen, geschonken in 1762, hoog 22,5 cm, met gegraveerde rococoversiering. Merken: Amsterdam, Holland, C (1762), meesterteken van Otto Knoop (voet, 317). Ga naar margenoot+ De klok, diameter 137 cm, heeft als randschrift verbum domini manet in eternum henricus meurs me fecit anno 1624. Daaronder bevindt zich tweemaal het wapen van Zuiderwoude en het woord suyderwout; vgl blz 21.
Ga naar margenoot+ HET WEES- EN ARMENHUIS van de Herv. Diaconie, Leeteinde I, 71, 72 en 73, in 1775 opgetrokken naar een ontwerp van de Amsterdamse architect A. van der Hart, heeft boven de rechtafgedekte voorgevel van één verdieping een natuurstenen | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||
bekroning met de voorstelling van een liggende vrouwenfiguur met diverse attributen. In één der vertrekken een betimmering, XVIIId, en een schoorsteenmantel in Lodewijk XVI-stijl, met een symbolische voorstelling van de Overvloed. Links en rechts van de schoorsteenmantel allegorische schilderstukjes. Ook de keuken bevindt zich grotendeels in zijn oorspronkelijke staat (van engelenburg, blz 116). | |||||||||||||||||||||||||
Particuliere gebouwenDit dorp dankt aan de vele nog oude, meest houten huizen en boerderijen een uitermateGa naar margenoot+ fraai landelijk karakter. De volgende zijn van het meeste belang. De Erven I, 4. Houten huis, XIXa, met T-vormige plattegrond. De met de straat parallel gelegen voorvleugel, waarvan de houten buitenwanden of ‘wegen’ een geleding van gegroefde pilasters vertonen, heeft links een driezijdige beëindiging. De Erven I, 8. Houten huis, XIXa, met in de recht afgedekte voorgevel een ingang met een bovenlicht en een gesneden Lodewijk XVI-deur in een pilasteromlijsting. De dakkapellen boven de voorgevel bekroond door een gebogen fronton. Inwendig is de vestibule in Lodewijk XVI-stijl opmerkelijk; het stucwerk o.a. met een allegorische voorstelling van het huwelijk en een monogram, pl V, 12. De Erven I, 14. Houten huis - XVIII B, gewijzigd XIXa - onder een schilddak. De voorgevel heeft een vooruitspringende ingangspartij, bekroond door een gebogen fronton met het wapen van Broek omgeven door Lodewijk XVI-motieven. Inwendig is nog vrij veel van de oude toestand behouden, zo de gehele gangbetimmering en een deel van de oorspronkelijke betimmering van de kamers. Het huis bevat twee schoorsteenmantels in Lodewijk XVI-stijl, pl III, 6 en pl IV, 8/9/10. De Erven I, 16. Houten paviljoentje - XVIIId, in 1950 gerestaureerd, pl VIII, 23, - onder een sterk overstekend schilddak met een ajouren topbekroning en onderaan gesneden draperieën. De galerij om het gebouw is voorzien van een opengewerkte balustrade. Inwendig een betimmering in Lodewijk XVI-stijl. De Erven I, 17-19. Houten woonhuis, XVIIId, naast de linkerzijgevel waarvan door de aansluiting van het overhuivende dak tegen dat van het belendende huis een overdekte doorrit is ontstaan; in het plafond van deze doorrit bevinden zich later ingebrachte panelen met fragmenten van een decoratieve beschildering: o.a. met de voorstelling van vogels en van een engeltje, XVIII. In een der achterkamers een schouw met gesneden versiering, XVIIIc, en tegels achter de stookplaats; in een andere kamer een geheel betegelde wand, waarin een tableau met o.a. twee getorste kolommen en cherubijnenkopjes, XVIIIc. Roomeind I, 32. Voorgevel, XVIII A, waarvan de onderpui is geleed door vierGa naar margenoot+ pilasters. De ingang in het midden heeft een bovenlicht en een gesneden deurkalf. Roomeind I, 39. Houten huis, XVIII A, met moderne voorgevel. Aan de voorzijde van het iets bredere achterhuis een gekoppeld deur- en lichtkozijn, waarvan de drie posten de vorm hebben van pilasters. Roomeind I, 50-53. Houten huis, XVIII A, met een voorgevel van hetzelfde type als I, 32; de ingang is evenwel naar de linkergevel verplaatst. Roomeind I, 54. Houten huis, XVIII A, in hoofdzaak gelijk aan het vorige, maar iets rijker behandeld en gaver bewaard. De ingang heeft een gesneden deurkalf; het topvenster een omlijsting, die aansluit op de pilasters aan weerskanten van de ingang. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+ Leeteinde I, 66. Geheel houten stelphoeve, blijkens het jaartal in de voorgevel gebouwd 1785. Leeteinde I, 74. Bakstenen herenhuis, XVIIIb, afgedekt door een schilddak. Het midden van de door een kroonlijst op gesneden consoles afgedekte voorgevel wordt ingenomen door een ingang met gesneden deurkalf in een pilasteromlijsting; boven de ingang een gebeeldhouwde cartouche met anno 1740. Boven de voorgevel twee dakkapellen, bekroond door een doorbroken fronton. De vensters hebben schuiframen, XIXa, waaraan de gesneden middenstijlen opmerkelijk zijn. Leeteinde I, 79. Inwendig een dubbele tegelschouw met lampnisjes. Een gesneden deuromlijsting met bazuinblazende engelen in de zwikken van de getoogde doorgang. Voorts twee geschilderde sterk beschadigde panelen met slagveldtaferelen; alles XVII. Leeteinde I, 82. Houten huis met puntgevel, XIXa, en een ingangskozijn met een gesneden deurkalf, met 1671 en o.a. de voorstelling van een leeuw. Ga naar margenoot+ Havenrak I, 112. Houten huis, XVIIIc, aan voor- en achterzijde voorzien van puntgevels. De deur en het snijraam van de vooringang XIXa. Een rond topvenstertje in de voorgevel heeft een gesneden rococo-omlijsting. Havenrak I, 124. Houten huis, XVIIId, met puntgevel. De ingangspartij aan de linkerzijde met een gesneden deur en een snijraam vrij rijk versierd in Lodewijk XVI-trant, pl VI, 13. De schuiframen XIXa. Havenrak I, 126-127. Houten huis, XVIII A, bestaande uit twee haaks t.o.v. elkaar geplaatste vleugels, afgesloten door puntgevels. In een der kamers een schoorsteenmantel in Lodewijk XVI-stijl en twee bedsteden met gesneden Lodewijk XVI-omlijstingen. Ga naar margenoot+ De Laan I, 144. Houten huis, XVIII A, later achterwaarts tot boerderij uitgebouwd. Het in- en uitgezwenkte voorschot, pl VI, 15, boven een onderpui met zijpilasters, vertoont met name in de gesneden vensteromlijsting de kenmerken van de Lodewijk XVI-stijl. Een zijingang in dezelfde stijl met snijraam en zijlichten heeft mogelijk oorspronkelijk zijn plaats gehad in de voorgevel. In de voorkamer een plafond met een grote gesneden rozet en in een aangrenzend vertrek betimmeringsfragmenten. De Laan I, 151. Overgekraagde topgevel op gesneden consoles boven een onderpui met sporen van de oorspronkelijke bovenlichtzone, die gekoppeld is geweest aan een deur- en vensterkozijn, XVII A (afb in N.H. Oudh., III, blz 78). De Laan I, 154-157. Houten huis, XVIIId, waarvan de voormalige rijkopgesierde pronkgevel tezamen met die van het aangrenzende huis afgebeeld staat op de kap van een binnen I, 155 nog aanwezige schouw, pl V, 11. Van deze gevel is thans nog slechts de gesneden Lodewijk XVI-voordeur over. Inwendig zijn nog belangrijke resten van de oude toestand aanwezig. In een der kamers van het voorste gedeelte de oude betimmering met o.a. een gesneden bedstedeomlijsting en een schouw, beide versierd in Lodewijk XVI-stijl maar volgens een archaïserend schema. De omlijsting van de bedstede bevat o.a. bovenin twee cherubijnenkopjes. De kap van de schouw heeft zowel aan de voorkant als aan de linkerzijkant een op doek geschilderde voorstelling; aan de zijkant de juist genoemde afbeelding van de voorgevel en aan de voorkant een panorama van ‘de Erven’, pl VI, 16 en V, 11. De muur achter de stookplaats is bekleed met tegeltjes. Achter de zijingang van het huis bevindt zich | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||
een thans in tweeën gedeelde gang, overdekt door een gedrukt houten tongewelf, waarop vogels e.d. zijn geschilderd, XVIIId. Langs de wanden is een decoratieve beschildering met Lodewijk XVI-motieven aangebracht. In de achterkamer een schoorsteenmantel in Lodewijk XVI-stijl en een gesneden plafond in dezelfde trant. De Laan I, 158-160. Houten huis, midden XVIII, bestaande uit twee haaks t.o.v. elkaar geplaatste vleugels. Van de oorspronkelijke voorgevel, afgebeeld op de schouw van het vorige huis, zijn nog de pilasteromlijstingen van de z.g. dooddeur en van het erboven gelegen zoldervenster bewaard gebleven. De achtervleugel heeft een eenvoudige rococodeur en inwendig een gave 18de eeuwse kamer met betegelde wanden en een schoorsteenmantel met tegels achter de stookplaats. De Laan I, 163. Houten huis, XVIIB, met een eenvoudige overgekraagde puntgevel. De vooringang heeft een gesneden deurkalf met de voorstelling van ruitertjes, een z.g. strokendeur en een aan de binnenzijde gebiljoeneerd bovenlicht. De Laan I, 171. Houten huis, XIXa, onder een schilddak. Het middenrisaliet van de voorgevel heeft een door pilasters gelede onderpui en een ingezwenkt voorschot met een fronton en zijmeanders met gesneden rozetten. De ingang tussen beide middelste pilasters bezit nog zijn oorspronkelijke deur en snijraam. Zuideinde I, 215. In gewijzigde houten topgevel vensteromlijsting, XVIIId.Ga naar margenoot+ Zuideinde I, 336. Houten stelphoeve, XVIIId, waaraan de drie gesneden Lodewijk XVI-staldeuren opmerkelijk zijn, pl VI, 14.
Lantaarnpaal, XVIII, van Naamse steen in de tuin van Dorpsstraat I, 197: drie zijnGa naar margenoot+ overgebracht naar Edam (vgl blz 26, 29 en 50). | |||||||||||||||||||||||||
UitdamDE HERVORMDE KERK, een modern gebouwtje, bezit het volgende koperwerk,Ga naar margenoot+ midden XVII: twee lezenaars, waarop de letters CA; een doopboog, bekroond door een zwaan; twee vijfarmige kaarsenkronen, waarvan er één, blijkens de inscriptie in 1651 werd geschonken; een tienarmige kaarsenkroon met inscriptie en een kaarsenstandaard met het jaartal 1652 en de namen der schenkers. | |||||||||||||||||||||||||
ZuiderwoudeDE HERVORMDE KERK is in 1877 opgetrokken ter vervanging van een ouderGa naar margenoot+ gebouw met een gothische toren; een klok afkomstig uit deze toren hangt thans in de toren van Broek (Teg. Staat, VIII, blz 536. - Noordholl. Arc., blz 30. - N.H. Oudh., III, blz 79. - Bijdr. bisd. Haarl., 31, blz 321. - Gen. en Herald. Gedenkw., V, blz 249). Zij bezit enige zerken en voorts: Zeskantige preekstoel, XVIIc, pl VII, 19, van eikenhout met enkele sierende delenGa naar margenoot+ van ebbenhout; de door Korinthische pilasters gescheiden panelen met boogvulling zijn in het midden voorzien van gesneden cartouches; de voorste met het gemeentewapen. Eikenhouten lezenaar, XVIIc, met gesneden cherubijnenkopjes.Ga naar margenoot+ In het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden een z.g. dodenboom, X?, gevondenGa naar margenoot+ bij afbraak van de oude kerk. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||
Afb. 8. Edam.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||
Afb. 9. Edam in de 17de eeuw
|
|