Waterland en omgeving
(1953)–J.F. van Agt– Auteursrecht onbekendBeemstervoornaamste literatuur. soeteboom, Waterland, blz 7. - Keuren ende ordonnantiën vanGa naar margenoot+ 't Heemraadschap van de Beemster, Amsterdam 1616. - leegwater, Het Haarlemmermeerboek. - dezelfde, Kleyne Chronyke. - Teg. Staat, VIII, blz 559. - g. van sandwijk, Beschrijving van Purmerend, Purmerend, 1839, blz 228 vlg. - van der aa, blz 216. - j. bouman, Bedijking, opkomst en bloei van de Beemster, Purmerend, 1857. - Buiten, 1912, blz 18. - de Bouwwereld, 1912, blz 273; 1923, blz 305. geschiedenis. Het Beemstermeer, het grootste open water van Hollands NoorderkwartierGa naar margenoot+ schijnt na het ontstaan van de Zuiderzee door geleidelijke overstroming en afbrokkeling van lage veenachtige gronden gevormd te zijn. Door uitlozing van het water naar zee was tegen de 16de eeuw dit veen zover verdwenen, dat de kleilaag bloot lag. Totdat een plakaat van 1591 dit verbood, baggerden omwonende boeren deze klei op, om hun landerijen vruchtbaarder te maken, anderen om er stenen van te bakken, zo o.a. de inwoners van Egmond. Het steeds verder afbrokkelen van de veenachtige oevers en de moeilijkheden voor de scheepvaart tengevolge van aanslibbing behoorden tot de redenen, waarom men reeds in 1570 ernstig over drooglegging begon te denken. Toch duurde het nog geruime tijd eer deze | |
[pagina 6]
| |
plannen concrete vorm kregen; op 21 Mei 1597 werd evenwel door de Staten van Holland en Westfriesland toestemming tot drooglegging gegeven. Het strategisch belang hield de uitvoering nog enige tijd tegen, maar na een nieuw octrooy van 21 Mei 1607, kon onder leiding van J. Azn Leegwater, met het werk begonnen worden. Ga naar margenoot+ HET RAADHUIS, in 1826 opgetrokken, is - evenals het vorige reeds in 1640 bestaande gebouw - slechts ten dele voor raadsvergaderingen bestemd. De benedenverdieping en het links aangebouwde gedeelte uit het eind van de vorige eeuw doen als hotel dienst. Het oude gedeelte van twee verdiepingen onder een schilddak met een houten torentje op het midden, heeft in de buitentraveeën van de voorgevel twee ingangen, resp, bestemd voor het vergadergedeelte en voor het hotel (van sandwijk, blz 264. - van der aa, blz 220. - bouman, blz 248). | |
KerkenGa naar margenoot+ DE HERVORMDE KERK is eigendom van de kerkelijke gemeente met uitzondering van de toren, die aan de burgerlijke gemeente behoort. Ga naar margenoot+ literatuur. Teg. Staat, VIII, blz 562. - Noordholl. Arc., blz 152. - van sandwijk, blz 255. - bouman, blz 182 vlg; blz 226. - N.H. Oudh., III, blz 5. - de Bouwwereld, 1912, blz 273; 1923, blz 305. - Gen. en Herald. Gedenkw., II, blz 100 vlg. - ozinga, blz 109. - blok, Pieter Post, blz 48. - Resolutiën Staten v. Holl. 9 Maart-8 April 1621. Ga naar margenoot+ geschiedenis. Het jaartal 1618 boven het ingangsportaal moet op de aanvang en het jaartal 1621 op de klok op de voltooiing van de torenbouw betrekking hebben. De eigenlijke kerk - blijkens een post voor heiwerk e.d. in de kerkrekeningen, eerst in 1621 begonnen - kwam in 1623 gereed. Reeds in 1625 was het evenwel nodig de toren tegen verzakkingen te versterken. De torenbekroning, die in 1661 naar ontwerp van Pieter Post is uitgevoerd door Arent Heemskerk en in de vorige eeuw in oude vorm vernieuwd, werd in 1950 o.l.v. C.W. Royaards nogmaals herbouwd. De aanbouwtjes naast de toren zijn van het jaar 1626. Ga naar margenoot+ De rechthoekige zaalkerk, afb 2 en pl VIII, 20, heeft een toren, die door twee lage aanbouwtjes met tentdaken geflankeerd wordt. De oude baksteen vertoont een formaat van 23 à 24 × 6; 10 lagen = 60 cm. Ga naar margenoot+ De onderaan door steunberen versterkte toren is voorzien van een rondbogige ingang, omlijst door een natuurstenen portiek met het gemeentewapen en het jaartal 1618. De typische versiering van de muren met rechthoekige en halfrond afgedekte nissen keert terug bij de in 1634 gebouwde toren van Schermerhorn. De muren worden aan de bovenkant afgesloten door een rondboogfries op kleine natuurstenen kraagsteentjes en een kroonlijst. Hierboven bevindt zich een balustrade met hoekpinakels. | |
[pagina 7]
| |
Afb. 2. Middenbeemster. Herv. Kerk voor de restauratie van de toren
| |
[pagina 8]
| |
Deze is in het midden doorbroken door de, naar drie kanten met een rondboog geopende, uitbouwtjes van de bakstenen achtkantige bekroning. De bekroning heeft in haar overige vier wanden eveneens een rondbogige opening en eindigt in een houten met leien beklede spits. De uitbouwtjes worden afgedekt met drie zijden van een tentdak. Ga naar margenoot+ Het schip is voorzien van grote rondboogvensters; de zijmuren zijn aan de binnenzijde opgelost in rondboognissen; de muurdammen, waarop de bogen rusten, corresponderen met lisenen aan de buitenkant. De puntgevel, die het zadeldak aan de oostkant afsluit, heeft, evenals de westelijke eindgevel, aanzetstukken in de trant van Hendrick de Keyser. Ga naar margenoot+ De inwendige ruimte, waarvan de vloer bestaat uit grafzerken, is overdekt met een houten tongewelf boven trekbalken met korbelen en geprofileerde sleutelstukken; de muurstijlen rusten op kraagstenen van natuursteen. Latere toevoegingen uit 1830 hebben het interieur ontsierd. In de aanbouw ten N. van de toren, wordt een der hoeken ingenomen door een schouw, waarvan de kap is bezet met blanke tegeltjes; de wanden van dit vertrek zijn bekleed met blauwe tegeltjes. Tot de inventaris behoren: Ga naar margenoot+ Zeskantige eiken preekstoel, XVIIa. Eiken doophek, XVIIa, bovenaan afgesloten door rondboogjes op gecanneleerde zuiltjes. Enige eiken kerkbanken, XVII. Ga naar margenoot+ Koperen preekstoellezenaar, voorzangerslezenaar, doopbekkenhouder en doopbekken; alles XVIIIc. Koperen zandloperhouder met een gegraveerd opschrift, - o.a. de data Nov. 1755-18 Febr. 1756; op de bijbehorende zandloper bevinden zich twee schildjes, waarop de wapens van Mr Jacob Ripperse van Hoolwerff en zijn echtgenote Johanna Elisabeth van Bredehoff gegraveerd staan met het jaartal 1756. Koperen doopboog, XVIIIc. Ga naar margenoot+ Tegen de oostelijke wand een epitaaf voor de in 1618 overleden advocaat en raadsheer van de O.I. Compagnie, Tobias de Coene. Het is vervaardigd van zwart en wit marmer. De bekroning bestaat uit een tympaan, dat door een ovaal schild met diens wapen wordt doorbroken (Gen. en Herald. Gedenkw., blz 105). Ga naar margenoot+ In het midden van de kerk ligt de zerk van Mr Johan van Reygersberg † 1693 en diens echtgenote Sara van Os † 1703 (Gen. en Herald. Gedenkw., blz 101). Aan de wand en aan de preekstoel enige koperen wapenschildjes (1692) afkomstig van verdwenen kaarsenkronen. Ga naar margenoot+ Schilderij met een voorstelling van de kerk met de torenspits van vóór 1661; paneel 156 × 129 cm, terplaatse toegeschreven aan Pieter Carelsz Fabritius, vader van Carel Fabritius (Oud Holl., 1931, blz 101 vlg). Ga naar margenoot+ Twee zilveren collecteschalen, hoog 18 cm, Amsterdams keurstempel, letter B (1761), meesterteken als voet, 391. Zij hebben een uitgeschulpte voet en zijn versierd met een gegraveerd wapen. Ga naar margenoot+ Avondmaalstin, XVIIIc, bestaande uit twee bekers, hoog 21 cm; twee schalen, diameter 31 cm; twee schenkkannen, hoog 37 cm; twee offerbussen, hoog 19,5 cm. en een schaal, diameter 38,5 cm.
Ga naar margenoot+ DE DOOPSGEZINDE VERMANING, Middenweg 87, blijkens het opschrift in de gevelsteen in 1784 gebouwd, ligt met de pastorie onder een hoog schilddak. Boven de voorgevel bevindt zich een dakkapel met een gebogen fronton en zij- | |
[pagina 9]
| |
voluten (van sandwijk, blz 262. - N.H. Oudh., III, blz. 6. - Gen. en Herald. Gedenkw., II, blz 106).
DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK van de H. Johannes de Doper, Jisperweg 55,Ga naar margenoot+ is een modern gebouw, tot welks inventaris behoren: Een zilveren wierookscheepje, XIX A, hoog 15 cm; een mahoniehouten kruis met ivoren corpus, hoog 63 cm, en een wortelnoten staande klok, XVIIIa, met een gegraveerde wijzerplaat (J. van Meurs. Amsterdam). | |
Particuliere gebouwenJisperweg 103. Hogerlust; gevelsteen met de voorstelling van een papiermolen enGa naar margenoot+ o.a. het jaartal 1774. Jisperweg 118. Inwendig een tegelschouw, XVIII. Middenweg 103. Gevelsteen met de voorstelling van een kasteel, het opschriftGa naar margenoot+ duysburgh en het jaartal 1629. Middenweg 104. Gevelsteen, XVII, met de afbeelding van een lijnbaan en het opschrift: de oude lynbaen ys myn naem. Middenweg 112. Stelphoeve, XIXa, waarvan de bakstenen met hoeklisenen verlevendigde voorgevel een in recente tijd verhoogde middenpartij heeft en een ingang met een snijraam in een Ionische pilasteromlijsting. Middenweg 192. De Groote Bijenkorf, een met name tegen het einde van de vorige eeuw verbouwde 18de eeuwse stelphoeve, heeft boven de zijingang een snijraam, XIXa, met een bijenkorf en de emblemen van handel en zeevaart. Inwendig een schouw, XIXa, met een tegeltableau. Voor het huis ligt een windroos van rode en gele baksteen; het centrum en de noordpijl van marmer, XVIII. Een ijzeren poorthek, XIXa, sluit het erf af. Middenweg 193. Tegen de gevel van een moderne boerderij een gepolychromeerd houten relief, XVIII B, met de voorstelling van een bijenkorf tussen engeltjes, festoenen en de symbolen van landbouw en visserij. Middenweg 194. Deels houten stelphoeve onder een grotendeels rieten dak, afb 3 en pl II, 4. De hoger opgetrokken middenpartij van de bakstenen voorgevel heeft de gedaante van een puntgevel, afgedekt door een natuurstenen lijst, bij de aanzetten en halverwege versierd met vazen - links verdwenen - en bekroond door een fronton. Op een gepolychromeerde gevelsteen staat een lepelaar afgebeeld, terwijl een andere steen het jaartal 1683 draagt. De onderpui is geheel gewijzigd en alle oorspronkelijke ramen zijn verdwenen. Het bedrijfsgedeelte loopt achterwaarts uit in een z.g. koehuisstaart. In de opkamer is een der wanden met tegels bekleed, terwijl het houtwerk is beschilderd met vruchtendragende engeltjes in medaillons en met een voorstelling van ploegende boeren. Middenweg 196. Deels houten stelphoeve met bakstenen woongedeelte en een z.g. koehuisstaart, afgedekt door een pannendak, afb 4 en pl III, 5. De rijzige middenpartij van de voorgevel vormt met zijn verticale geleding van een middenrisaliet en doorgaande lisenen een aan de landelijke situatie aangepaste variant van de Amsterdamse Vingboonsstijl. De ingezwenkte met een doorbroken, hersteld, bakstenen fronton bekroonde halsgevel wordt afgedekt door bakstenen rollagen; de aanzetkrullen, het beeld van een schilddragende eenhoorn op de top en de | |
[pagina 10]
| |
Afb. 3. Beemster. Boerderij De Lepelaar, 1683, Middenweg 194
ornamenten, die het gevelvlak versieren zijn van natuursteen; zo de cartouche met 1682 boven de ingang, de typisch 17de eeuwse gekruiste palmtakken door een lauwerkrans boven de zijvensters en de - beschadigde - festoen rond het topvenster. De ramen, XVIII en XIX, passen goed in het gevelvlak. Koperen deurknop met kwabornament. In de melkkelder een tegelschouw. Ga naar margenoot+ Oostdijk 14. Gaaf bewaarde bakstenen stelphoeve met dubbel hooivak onder een dak, dat aan drie zijden met riet en aan de zuidkant met pannen bedekt is, afb 5 en | |
[pagina 11]
| |
Afb. 4. Beemster. Boerderij De Eenhoorn, 1682, Middenweg 196
pl II, 3. De voorgevel heeft een verhoogde middenpartij in de vorm van een ingezwenkte halsgevel, terwijl het linkeruiteinde van de zuidelijke zijgevel wordt bekroond door een puntgeveltje. De middenpartij van de voorgevel heeft natuurstenen afdekkingen bij de aanzetten en een getoogde natuurstenen lijst als topafdekking. Onder de top komt een sieranker voor en daaronder een steen met broedersbouw/ 1742. De kozijnen van de voordeur en van de zolderdeur zijn aaneengekoppeld. Schuiframen grotendeels XIXa. De inwendige aankleding van het woongedeelte is | |
[pagina 12]
| |
Afb. 5. Beemster. Boerderij Broedersbouw, 1742, Oostdijk 14
nog vrijwel intact. De dubbele paarsbetegelde schouw prijkt o.a. met engeltjes tussen wijnranken en de allegorische figuren van Geloof en Liefde. Ga naar margenoot+ Oosthuizerweg 76. Twee leeuwenmaskers, XVII. Ga naar margenoot+ Purmerenderweg 8. Gevelsteen met o.a. de naam N. Beets en 1754. Ga naar margenoot+ Rijperweg 42. Gevelsteen, XVII, met een manshoofd en een opschrift. Rijperweg 88. Bakstenen woonhuisje van één verdieping onder een met de straat parallel zadeldak, aan weerszijden afgesloten door een ingezwenkt voorschot met een fronton en zijpilasters, XVIII B, geheel gerestaureerd in 1948. Tegelschouw. Rijperweg 103. Gevelsteen met een wapen en 1722. Rijperweg 119. Gevelsteen met Ao 1721. Rijperweg 131. Arendsburg; dampoort, midden XVIII; de bakstenen posten afgedekt met natuurstenen dekplaten. | |
[pagina 13]
| |
Volgerweg 19. Grotendeels gave bakstenen stelphoeve, XVIIIa, met houten topgevel,Ga naar margenoot+ waarvan de makelaar op een gesneden kopje rust. In de keuken een tegelschouw. Volgerweg 25. Rustenhoven; bakstenen herenhuis - XVIIIc, ramen XIX A, achtergevel gewijzigd - van twee verdiepingen onder een schilddak, waarvan de nokhoeken geaccentueerd worden door schoorstenen met windvaantjes. De door lisenen gelede, met een rechte kroonlijst op rococo-consoles afgedekte voorgevel heeft in het midden een gecombineerde ingang- en vensteromlijsting met het jaartal 1768 en alliantiewapens. De middelste van de drie dakkapellen aan de voorzijde is voorzien van een fronton en ingezwenkte zijstukken. Tussen de vestibule en het verdere huis bevindt zich een binnenportiek in rococostijl. In de wand van de vestibule twee maskersteentjes, XVII. Smeedijzeren poorthek, XVIIIc. Volgerweg 36. Inrijhek, XVII B, van de verdwenen buitenplaats Volgerwijck; de bakstenen posten met liggende leeuwen van natuursteen bekroond. Volgerweg 42. Bakstenen stelphoeve - in oorsprong XVII maar meerdere malen gewijzigd -, waarvan de voorgevel een verhoogde middenpartij heeft onder een fronton met een bekronende vaas. Boven de door pilasters geflankeerde voordeur een snijraam in late Lodewijk XVI-stijl. De windvaan op de schoorsteen stelt een walvisvaarder voor. Binnen geeft een gebeeldhouwde rondboogportiek, waarboven zich een ovaal venster in een gebeeldhouwde omlijsting met engeltjes bevindt, XVII, pl IV, 7, toegang tot de trap. Een der voorkamers bezit een beschilderd plafond, XIXa, met muziekinstrumenten e.d., terwijl in een der slaapkamers nog resten van een decoratieve beschildering met vogels voorkomen, XVIII. Volgens plaatselijke overlevering was hier indertijd een Katholieke schuilkerk ingericht. Volgerweg 43 en 46. Stelphoeven, XIXa; de ingang in een pilasteromlijsting. Volgerweg 83. Inrijhek, XVIIb, van de voormalige, voor Dirk van Os gebouwde buitenplaats Zwaansvliet. De levensgrote vrouwenfiguren van natuursteen, waarmee de bakstenen posten eertijds bekroond waren, staan thans opgesteld in de tuin van het Rijksmuseum. Het poorthuis is in 1918 gesloopt. Volgerweg 85. Vredeveld; dampoort, XVIIIa, met bakstenen door natuurstenen vazen bekroonde posten. Westdijk. Huis Poortugaal; cartouche met 1780.Ga naar margenoot+ Zuiderweg. Van het door P. Post voor Fred. Alewijn gebouwde buiten VredenburgGa naar margenoot+ is na sloping in het begin van de vorige eeuw nog slechts het westelijke dienstgebouw behouden (vlg blz XVII); een 17de eeuwse maquette, pl I, 1, bevindt zich in het Museum.
Korenmolen aan de Hobrederweg. Achtkante grondmolen; de romp en de kap metGa naar margenoot+ riet bekleed op een houten onderstuk. Museum Jan Adriaensz Leeghwater, Middenweg 178, in de uit 1666 daterende, inGa naar margenoot+ de vorige eeuw verbouwde voorm. Herv. pastorie, waar de schrijfster Betje Wolff gewoond heeft. (De Nederl. Musea, 's-Gravenhage, 1938, blz 223). Topografica, o.a. een maquette van de grotendeels verdwenen buitenplaats Vredenburg. Op het kruispunt Rijperweg - Middenweg, een z.g. travalje - d.i. een stellage ofGa naar margenoot+ noodstal voor een hoefsmederij - onder een dak van rode pannen, XVIII. |
|