Avontuur bij de grote rivier

[p. 14]

[p. 15]

3. De dieren zijn in paniek

Alle dieren kregen een uitnodiging. De parkietjes onder leiding van P'pokai, de papegaai, vlogen rond om de dieren op te roepen.

‘ledereen wordt verwacht! Komen jullie allemaal!

Vanavond om zeven uur. Onder de mopéboom. Bert en Willy hebben een belangrijke boodschap’.

Broer Kaaiman onderbrak zijn visvangst. Ma en Pa Todo⁴, stopten hun kinderen snel in bad. Ze gingen allemaal mee.

Precies om zeven uur waren alle dieren present. Ze waren van alle kanten gekomen. Geen enkel dier was bang voor een ander. Geen enkel dier wilde een andere kwaad doen. Ze stonden allemaal nieuwsgierig bijeen.

‘Wat zullen Bert en Willy te vertellen hebben?’, vroegen ze aan elkaar.

Een paar vissen sprongen af en toe uit het water. ‘We willen alles horen, we willen alles horen.’

Bert en Willy vertelden wat ze hadden gezien en gehoord. Toen ze klaar waren, brak er paniek uit onder de dieren. Ze vlogen, renden en schreeuwden door elkaar.

‘Wat moeten we doen, wat moeten we doen?’, riep Kon'koni, het Konijn.

4 kikker

[p. 16]

‘Moeten we verhuizen?’, vroeg Aboma, de wurgslang, verschrikt. Bert stampte een paar keer op de grond.

‘Rustig allemaal. We moeten naar een oplossing zoeken. We moeten ons bos redden.’

‘Wat kunnen we dan doen?’, vroeg Kon'koni.

‘Luister, we hebben een idee’, zeiden Bert en Willy.

Fluisterend maakten de dieren een plan. Af en toe klonk er een gegiechel met tussendoor een luide lach. Ze hadden veel plezier. Ze vergaten daardoor hun schrik. Tot diep in de nacht waren ze bezig. Toen ze eindelijk in slaap vielen onder de boom, waren ze heel tevreden.