Uit stilte en strijd(1909)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] XII. Het geluk. ‘Quadrupedante putrem sonitu quatit ungula campum’. Hoor daar holt een paard in 't wild, Hoor die doffe paardenhoeven, Hoor de grond die dreunt en drilt Door het klotsen van zijn kloeven - Zoek hem, zoek hem allerwegen! Houd hem tegen, houd hem tegen! Hoela hoela hoela beest - Wie is dan je baas geweest! Zie dat schimmelwitte paard, Zie die oogen als 't geflonker Van de starren, en die staart Als een witte pluim in 't donker - Houd hem, houd hem, ga hem vangen! Ga hem aan zijn haren hangen! Hoela hoela hoela beest - Wie die witte paarden vreest! [pagina 30] [p. 30] Grijp hem met je handen, houd Je aan zijn wapperende manen, Zie hij vliegt door 't zwarte woud Als de wilde witte zwanen - En de donker booze boomen Varen ruischend uit hun droomen! Hoela hoela hoela beest - Zij die wagen winnen 't meest! Houd nu, houd hem bij zijn kop Om hem op zijn hals te zwaaien - Hoela! - 'k zit er bovenop! En zijn blanke manen waaien Als een bos van witte slingers Om mijn mond en bleeke vingers! Hoela hoela hoela beest - Ben je levend of een geest! O die drift, die wilde draf - Hoela! - houd hem aan zijn haren! Hoela - ho! ik val er af! In de zachte zwarte blaren - O ik voel me in 't donker rollen En den schimmel verder hollen! Hoela hoela hoela beest - 'k Ben er bovenop geweest! [pagina 31] [p. 31] Voort weer, voort! het duister wast, - En ik slinger om hem henen - Hoela ho! - en 'k zit weer vast Op zijn witte tooverbeenen - En ik voel zijn warme schonken En wij draven vreugdedronken! Hoela hoela hoela beest - Draag mij waar mijn hart geneest! Draag mij over heg en steg - Draag mij, draag mij, breng mij verre Van de woeste wereld weg Naar de witte lichte sterren - Draag mij van de zwarte paden Naar die stralende genade! Hoela hoela hoela beest - Draag mij naar dat zalig feest! Vorige Volgende