Eerste oogst(1912)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] LVIII. Onder de lampekap. Het blozende rozeroode licht Kijkt als 'n jolig jongensgezicht In heel mooie kunst-paperassen, - Die oude lieve letters gaan Nou zoo lodderig eenzaam staan En maken zoo poovre grimassen! Een nevel is over ze geweld, Als op het bleeke weeke veld Van golvige scheemrende klaver, - Als uit een rimpligen bloembol Groeit midden uit mijn hart een vol Lied als een gloeiende papaver! Kameraden! de mooie muziek Van een malende molenwiek - Jouw gierende wijs wil ik vangen, - Spreidt mijn bevende vingers uit Op die helle gillende fluit! - - Ik zing van jouw strijd! jouw verlangen! Vorige Volgende