Eerste oogst(1912)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] XXXII. September. September! laat uw open grijze vanen Door koele luchten, schoone straten gaan, - Het gave goud ligt op uw zegebaan, Druipt van uw fijne wapperende manen; Den puren honig laat ge in harten staan: Gewasschen goud in glad-gevlochten spanen, - Uw adem is ons tot het lijf gegaan En blaast ons, jonge goôn, langs nieuwe banen. Op kameraden! grijpt het najaarsooft, Laat wijn en wingerd om uw schansen glijden En zet een krans op 't vastberaden hoofd; Drukt uw bewusten zin in 't jaargetijde, Dat met zijn kloeken wind uw vlagge looft, Dat waait uw woord langs Holland's vlakke weiden! Vorige Volgende